ECLI:NL:RBMNE:2017:4520

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 augustus 2017
Publicatiedatum
4 september 2017
Zaaknummer
C/16/442163 / JE RK 17-1446
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uithuisplaatsing van minderjarige in verband met wachtlijst bij jeugdhulpaanbieder

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 augustus 2017 uitspraak gedaan over de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam van minderjarige]. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 4 januari 2018. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader, de moeder, de minderjarige en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren.

De minderjarige, geboren op [2000] te [geboorteplaats], heeft te maken met een complexe situatie. Hij woont door de week bij [naam instelling 1] en verblijft in het weekend bij zijn moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige behandeling nodig heeft in verband met een cannabisverslaving en klachten gerelateerd aan een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS). De GI heeft verzocht om uithuisplaatsing, omdat er geen geschikte plek beschikbaar was in een [naam] of crisisplek, en de huidige situatie niet in het belang van de minderjarige is.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, zoals vastgelegd in artikel 1:265b, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft de machtiging verleend, met de verwachting dat er in oktober 2017 een plek beschikbaar zal komen in een [naam]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Utrecht
zaakgegevens : C/16/442163 / JE RK 17-1446
datum uitspraak: 16 augustus 2017

beschikking uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling
Samen Veilig Midden-Nederland, hierna te noemen de GI, gevestigd te [vestigingsplaats] .
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [2000] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[A] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats] ,

[B] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 6 juli 2017, ingekomen bij de griffie op 7 juli 2017.
Op 16 augustus 2017 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- de vader,
- de heer [C] , een vertegenwoordiger van de GI.
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de minderjarige [voornaam van minderjarige] ,
- de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam van minderjarige] woont door de week bij [naam instelling 1] te [vestigingsplaats] en verblijft in het weekend bij de moeder.
Bij beschikking van 4 januari 2017 is de ondertoezichtstelling van [voornaam van minderjarige] verlengd tot 4 januari 2018.

Het verzoek

De GI heeft de uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling in een accommodatie jeugdhulpaanbieder.
Ter terechtzitting is het verzoek door de GI als volgt nader toegelicht. [voornaam van minderjarige] is opgenomen geweest in [naam instelling 2] in [vestigingsplaats] . Op verzoek van [voornaam van minderjarige] en de moeder is hij weer bij zijn moeder gaan wonen. Dat ging echter snel weer verkeerd. Nadat zich een escalatie had voorgedaan tussen [voornaam van minderjarige] en zijn moeder wilde men hem in een [naam] (hierna: [naam] ) plaatsen, maar dat kon niet in verband met een wachtlijst. Er was toen ook geen crisisplek beschikbaar. Noodgedwongen is hij toen naar zijn grootouders(vz) gegaan. Daar kreeg hij ruzie met zijn vader en is hij weer naar zijn moeder gegaan, want ook toen was er geen plaats in een [naam] of een crisisplek voorhanden. Noodgedwongen verblijft hij momenteel, ter overbrugging tot er een plaats op een [naam] beschikbaar is, door de week bij [naam instelling 1] op een groep – dit hoewel hij niet tot de betreffende doelgroep behoort – en in het weekend bij zijn moeder. Hij is erg gemotiveerd voor de volgende stap. [voornaam van minderjarige] is het eens met het verlenen van de machtiging uithuisplaatsing. Er zal EMDR ingezet worden.

Het standpunt van belanghebbenden

De vader is het eens met het verlenen van een machtiging uithuisplaatsing.

De beoordeling

[voornaam van minderjarige] heeft behandeling nodig in verband met een cannabisverslaving en klachten gerelateerd aan een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS).
Uit de toelichting van de GI blijkt dat [voornaam van minderjarige] een onrustige periode achter de rug heeft. In verband met zijn problematiek is het thans niet in zijn belang om permanent bij zijn ouders of elders binnen het netwerk te verblijven. De kinderrechter is dan ook van oordeel dat het verzoek van de GI toegewezen dient te worden, hoewel de in verband met de wachtlijsten thans gekozen vorm – verblijf in een groep waar hij eigenlijk minder op zijn plaats is, in combinatie met verblijf in het weekend bij zijn moeder – minder wenselijk is. De verwachting is dat er in oktober 2017 een plek voor [voornaam van minderjarige] vrij zal komen in een [naam] . [voornaam van minderjarige] is gemotiveerd om de volgende stappen te gaan zetten en om behandeling te krijgen voor de bij hem aanwezige PTSS. Uit het voorgaande volgt dat de uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek). De kinderrechter zal de machtiging uithuisplaatsing verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder, met ingang van 16 augustus 2017 tot uiterlijk 4 januari 2018;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J.G. van Osta, kinderrechter, in tegenwoordigheid van P.J. van der Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2017.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden