Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling van 20 juni 2017
- de pleitnota van [eisers c.s.]
- de pleitnota van de bank.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderden eisers, die in betalingsachterstand verkeerden, de opschorting van de executoriale veiling van hun woning. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde dat er sprake was van een langdurige betalingsachterstand en dat de voorgestelde onderhandse verkoop niet aannemelijk maakte dat dit binnen afzienbare termijn tot een hogere opbrengst zou leiden. De eisers, die de woning in 2001 hadden gekocht, hadden een hypotheekrecht verstrekt door de bank, maar waren in gebreke gebleven bij het voldoen van hun betalingsverplichtingen. De rechtbank stelde vast dat de bank gerechtigd was tot parate executie, gezien de lange voorgeschiedenis van betalingsachterstanden en de slechte staat van de woning. De eisers voerden aan dat de bank misbruik van recht maakte door de executie aan te zeggen, maar de rechtbank oordeelde dat de bank voldoende inspanningen had geleverd en dat de belangen van de bank zwaarder wogen. De vorderingen van eisers werden afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten.