2.9.In een e-mail van 30 april 2016 heeft [C] aan [A] , [B] en [D] het volgende geschreven:
“Heren,
Fijn dat het de goede kant op gaat! [B] , [D] en ik hadden nog wat vragen n.a.v. de mail van [A] . Die hebben [A] en ik besproken. Hieronder mijn verwoording van wat [A] en ik hebben besproken. Het punt over [bedrijfsnaam 1] moeten we nog met z’n vieren concreet maken, zodat dit richting de toekomst niet tot irritatie gaat leiden.”
Daarna volgen puntsgewijs onder meer de navolgende reacties (schuingedrukt) op de e-mail van [A] van 26 april 2016:
“Ik ga akkoord met de 22% met inlevering van 11% van het eigen vermogen.”
“ [A] bedoelt hiermee: Ik heb nu 33% van het EV van [bedrijfsnaam 3] . Ik word nu 22% eigenaar van het EV van [bedrijfsnaam 3] . [A] verwacht verder geen terugbetaling of iets dergelijks van de ingebrachte kasgelden van [bedrijfsnaam 3] . Wel wil hij éénmalig 50K aan de aandeelhouders van [bedrijfsnaam 3] ( [C] , [A] , [B] ) uitkeren. [C] en [B] zullen dan 50K nog te betalen dividend aan [D] kwijtschelden.
(…)”
“- [bedrijfsnaam 1] kan beperkt groeien met dien verstande dat [A] niet meer kan doen dan aansturings_ en beheers werkzaamheden die het functioneren als partner van [bedrijfsnaam 2] niet substantieel mogen beperken of de overhand mogen krijgen. Aangesloten ZZp ers die het goed doen mogen blijven, als ze weg gaan mogen ze worden vervangen en [E] blijft de dagelijkse leiding houden.”
“Dit punt hebben [A] en ik nog niet volledig uitgesproken. Dit is bij ons ook een punt van zorg. Hoe maken we dit concreet zodat hier in de toekomst geen wrijving over ontstaat.
- Wat is beperkte groei? Wat is de omzet en winst de afgelopen 3 jaar?
- Hoeveel uur besteed [A] aan dit bedrijf?
- Wat als het niet goed gaat met het bedrijf als [A] er zich niet mee bemoeit?
- Wie zijn de aangesloten ZZP-ers?
- Wat doet [A] als het niet goed gaat met [bedrijfsnaam 2] en wel met [bedrijfsnaam 1] ?
Wij hebben het behoud van [bedrijfsnaam 1] aangeboden om [A] een in bepaalde situaties een mogelijkheid te geven om terug te vallen op zijn opgebouwde bedrijf. Zekerheid. Het is niet de bedoeling dat dit een mogelijkheid is om de komende jaren twee bedrijven te gaan proberen en uiteindelijk te kiezen voor het meest succesvolle bedrijf.
Ik heb ook aangegeven dat ik [E] super waardeer en hem ook een hardwerkend persoon vind. Ik zie hem echter niet als een leider. Ik zie hier dus een risico dat [A] nodig blijft. Het heeft niets met vertrouwen te maken. Als ik zelf een intermediair ernaast had in Eindhoven en die zou niet goed gaan, zou ik ook ingrijpen. Hoe gaan we met die situatie om. Wij stellen voor om een aantal mogelijke situaties aangaande [bedrijfsnaam 1] vs [bedrijfsnaam 2] uit te denken en te omschrijven.
Wij willen volledige focus van iedereen op [bedrijfsnaam 2] . Stress en tijd van andere bedrijven is daarbij niet wenselijk. Het lijkt mij goed om op basis van de cijfers van de afgelopen 3 jaar te bepalen wat beheer is.
(…)”
“- Als er op een gegeven moment door [A] wordt aangegeven dat hij zich weer substantieel met [bedrijfsnaam 1] wil gaan bezighouden dan zal hij de aandelen [bedrijfsnaam 2] aanbieden aan de Holding voor een prijs van 5 keer de winst van het hoogste winstbedrag van de laatste 3 jaar.”
“Dit moeten we anders verwoorden. Als [bedrijfsnaam 2] een minder jaar draait en [A] zou besluiten om te stoppen met [bedrijfsnaam 2] , dan dient er geen afrekening plaats te vinden over het beste jaar. De reden moet overigens wel iets zijn als onverenigbare verschillen van inzicht. Het moet niet een money driven keuze zijn. Lijkt me goed om ook iets over vast te leggen.”
“Als aandelen van de holding worden verkocht aan een externe partij dan heeft deze bepaling geen betekenis (dan is het gewoon 22% van de verkoopprijs).
- de aandeelhouders kunnen overigens alleen unaniem beslissen om aandelen van de holding aan te bieden aan een of meerdere 3den”
“We zijn het eens dat iedereen een gelijk stemrecht krijgt en dat bij dit soort beslissingen een meerderheid verplicht is, geen veto.
(…)”
[C] heeft zijn e-mail - voor zover van belang - vervolgd met:
“De belangrijkste zaken lijken hiermee praktisch rond. Nu komt de verdiepingsslag. Naast de verdiepingsslag vind ik het ook belangrijk dat we nog met elkaar bespreken of er nog zaken leven in het hoofd van eenieder. Er is namelijk veel gezegd de afgelopen tijd waarbij er vele emoties zijn geweest.
De verdiepingsslag bestaat volgens mij uit drie stappen:
1) Business plan tot einde jaar en business plan komende 3 jaar opstellen
2) Taken, verantwoordelijkheden en beoogde resultaten van ons vieren opstellen en toewijzen
3) Praktische zaken vastleggen
a. Wanneer vergaderen
b. Waar werken
c. Management fee
d. Onkostenvergoeding
e. ..
Wat vinden we van het idee om een Raad van Advies te gaan zoeken? Die kan ons minimaal eens per kwartaal een spiegel voorhouden en toetsen op behaalde strategische doelstellingen en focus. Mij lijkt dit een goed idee. We moeten flink groeien en focus en een stok achter de deur is daarbij nuttig.
We worden een dure directie op een klein bedrijf. Reaal doet er alles aan en zal er alles aan doen om […] en […] niet met […] op te lossen. Er komen nog wel […] , maar voor de begroting zou ik er rekening mee houden dat Reaal niets meer oplevert dit jaar. Alles wat er wel is, is meeval. Dat betekent dat we vanaf dag 1 na de fusie vrijwel direct verliesgevend zijn met onze managementfees. Met het leveren van software zijn we in business. We zullen dus ook snel in business moeten raken met niet huidige [bedrijfsnaam 2] activiteiten. Een business plan met een negatief, reëel en positief scenario tot het einde van het jaar lijkt me daarbij erg nuttig. Het lijkt me ook goed om met elkaar het negatieve scenario door te akkeren en de consequenties te bespreken.
Maar goed, het is belangrijk om het negatieve met elkaar te bespreken, dat wil niet zeggen dat ik niet uitga van het positieve. Ik denk dat we er een prachtig bedrijf van kunnen maken. [B] gaat na volgende week op vakantie. Het lijkt me goed om daarom voor zijn vakantie al samen te zitten.
(…)”