ECLI:NL:RBMNE:2017:4395

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 augustus 2017
Publicatiedatum
31 augustus 2017
Zaaknummer
16.038774-16
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens smaad, belaging en bedreiging via internet en e-mail

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 augustus 2017 uitspraak gedaan in een meervoudige kamer over de verdachte, die zich gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan smaad, eenvoudige belediging, belaging en bedreiging. De verdachte heeft via publicaties op internet en e-mails herhaaldelijk negatieve en bedreigende uitlatingen gedaan over verschillende personen en instellingen, waaronder [slachtoffer 1] en de [naam stichting]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging op verschillende punten is bewezen, waaronder het opzettelijk aangeranden van de eer en goede naam van de slachtoffers door middel van geschriften die op het internet zijn gepubliceerd. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de officier van justitie beoordeeld en geoordeeld dat er geen belemmeringen zijn voor de vervolging. De verdachte is schuldig bevonden aan smaad, belaging en bedreiging, en de rechtbank heeft een taakstraf van 80 uren opgelegd, alsook een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers, en heeft geoordeeld dat de uitlatingen van de verdachte niet proportioneel waren en geen rechtvaardiging boden voor haar handelen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.038774.16 en 16.146375.16 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 augustus 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1966] te [geboorteplaats]
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats]

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 juli 2017. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en het standpunt van officier van justitie mr. T. van Haaren-Paulus en van hetgeen mr. R.E.F. Bergwerf Bok, advocaat te Arnhem, namens verdachte, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De tenlastelegging en de wijziging van de tenlastelegging zijn als bijlagen aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
In de zaak met parketnummer 16.038774.16:
Feit 1: zich in de periode van 2 oktober 2012 tot en met 7 februari 2014 in Hilversum met de door haar geplaatste berichten op haar blog schuldig heeft gemaakt aan smaad(schrift) ten aanzien van [slachtoffer 1] en/of (andere) medewerkers van de [naam instelling 1] ;
Feit 2:in de periode van 13 juni 2013 tot en met 26 februari 2014 in Hilversum wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en/of andere medewerkers van de [naam instelling 1] , door hen met grote regelmatig e-mailberichten te sturen;
In de zaak met parketnummer 16.146375.16:
Feit 1: zich in de periode van 1 januari 2010 tot en met 10 mei 2016 in Hilversum met de door haar geplaatste berichten op Twitter, Facebook en/of haar blog schuldig heeft gemaakt aan smaad(schrift) ten aanzien van de [naam stichting] en/of meerdere medewerkers van de [naam stichting] en/of [slachtoffer 2] ;
Feit 2: in de periode van 1 januari 2010 tot en met 10 mei 2016 in Hilversum de [naam stichting] en/of medewerkers van de [naam stichting] heeft beledigd met de inhoud van de door haar verstuurde brieven en/of e-mailberichten;
Feit 3: in de periode van 18 december 2015 tot en met 16 mei 2016 in Hilversum de [naam stichting] en/of werknemers van de [naam stichting] heeft bedreigd met de inhoud van de door haar geplaatste berichten op Facebook en/of blog;

3.VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak.
3.1
De ontvankelijkheid van de officier van justitie ten aanzien van feit 1 in de zaak met parketnummer 16.038774.16
3.1.1.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van dit feit, omdat niet is voldaan aan het klachtvereiste. Door de aangever wordt in zijn klacht immers verzocht om over te gaan tot vervolging van ‘ [verdachte] ’, en niet tot vervolging van verdachte.
3.1.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zij ten aanzien van dit feit ontvankelijk is. Uit de aangifte blijkt dat aangever vervolging wenst van verdachte. In de klacht is de naam van verdachte weliswaar onjuist vermeld, echter is aangever na ontvangst van de klacht nogmaals aanvullend gehoord en ook daaruit blijkt dat hij vervolging van verdachte wenst.
3.1.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat uit de aangifte en het aanvullende verhoor van aangever, welk verhoor heeft plaatsgevonden na ontvangst van de klacht, onmiskenbaar blijkt dat verdachte degene is van wie aangever vervolging wenst. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank gelet op de vaste jurisprudentie op dit vlak in voldoende mate voldaan aan het klachtvereiste. Dat in de klacht niet de (volledige) naam van verdachte wordt genoemd, maar de naam ‘ [verdachte] ’, maakt dit niet anders.
3.2
De ontvankelijkheid van de officier van justitie ten aanzien van feit 2 in de zaak met parketnummer 16.038774.16 en ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 3 in de zaak met parketnummer 16.146375.16
3.2.1.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de officier van justitie op grond van het ne bis in idem-beginsel niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging ten aanzien van deze feiten. Immers is het ten laste gelegde al in een privaatrechtelijke procedure door een rechter beoordeeld bij vonnis van 2 oktober 2014, hetgeen zou kunnen resulteren in een situatie waarin verdachte tweemaal voor het als feit 2 in de zaak met parketnummer 16.038774.16 ten laste gelegde wordt veroordeeld. Ook dient er op 8 augustus 2017 een door de [naam stichting] aangespannen kort geding-procedure. Daar zal hetgeen in de onderhavige strafzaak als feit 1, feit 2 en feit 3 in de zaak met parketnummer 16.146375.16 ten laste gelegde aan de orde is wederom aan de orde komen.
3.2.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich over dit verweer niet uitgelaten.
3.2.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat het ne bis in idem-beginsel zich in beginsel beperkt tot beslissingen van strafrechtelijke aard. Nu tevens niet is gebleken dat in de door de raadsman genoemde civiele procedure sprake is van een sanctie die kan worden aangemerkt als een ‘criminal charge’ in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten en de Mens (EVRM), wordt het verweer van de raadsman verworpen. Ook de omstandigheid dat door (één van) de procesdeelnemers een civiele procedure wordt of is aangespannen, staat niet in de weg aan een strafrechtelijke afdoening.
3.3
De ontvankelijkheid van de officier van justitie ten aanzien van feit 2 in de zaak met parketnummer 16.038774.16
3.3.1.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verder betoogd dat de officier van justitie op grond van overschrijding van de redelijke termijn niet-ontvankelijk dient te worden verklaard ten aanzien van dit feit.
3.3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat volgens vaste jurisprudentie overschrijding van de redelijke termijn niet leidt tot niet-ontvankelijkheid, maar dient te worden verdisconteerd in de strafmaat. Bovendien hebben de door verdachte ten laste gelegde feiten een voortdurend karakter.
3.3.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat volgens vaste rechtspraak niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie ter zake van vormverzuimen slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking komt, namelijk alleen in het geval wanneer de met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is te kort gedaan.
In de onderhavige zaak is verdachte op 7 maart 2014 verhoord. Vanaf dat moment heeft zij redelijkerwijs kunnen verwachten dat tegen haar strafvervolging zou worden ingesteld. In beginsel dient binnen twee jaar een vonnis te volgen. Dat is in deze zaak niet het geval, want ruim 41 maanden later wordt uitspraak gedaan. De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die de lange duur van de behandeling in eerste aanleg zouden kunnen verklaren of rechtvaardigen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat dit een overschrijding van de redelijke termijn is en dus een vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering oplevert.
De rechtbank is van oordeel dat de schending van de redelijke termijn niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie, nu niet is gebleken van een situatie dat doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan haar recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is te kort gedaan. De overschrijding van de redelijke termijn zal daarom in de strafmaat worden verdisconteerd.
Hieruit volgt dat de officier van justitie voor wat betreft alle ten laste gelegde feiten ontvankelijk is in haar vervolging.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het de ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Zij heeft zich daarbij gebaseerd op de in het ter zitting overgelegde schriftelijke requisitoir omschreven gronden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Door de raadsman is ten aanzien van het bewijs geen verweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 en feit 2 in de zaak met parketnummer 16.038774.16
Bewijsmiddelen [1]
Door [slachtoffer 1] is mede namens de [naam instelling 1] (hierna: [naam instelling 1] ) op 7 februari 2014 aangifte gedaan tegen verdachte, onder meer vanwege smaad en stalking. [2] [slachtoffer 1] is leidinggevende van een aantal gezinsvoogden bij de [naam instelling 1] . [3] Ongeveer eens per twee weken krijgt [slachtoffer 1] een mail van verdachte en met regelmaat doet verdachte op verschillende websites negatieve uitlatingen over [slachtoffer 1] en de [naam instelling 1] , onder meer via haar blog [verdachte] . […] .com (naar de rechtbank gezien de aan het verhoor gehechte bijlage begrijpt: [verdachte] . […] .com). [4] Het handelen van verdachte heeft invloed op het persoonlijke leven van [slachtoffer 1] . [5]
Als bijlage zijn aan de aangifte diverse berichten van de website [verdachte] . […] .com gehecht, met als inhoud onder meer:
- Op 2 oktober 2012: [6]
ontvoerd door [slachtoffer 1] en [A] van de [naam instelling 1] vogelverschrikker jeugdverkrachting, en ze doen mij pijn hier. Help!!!!!!!!’, ‘
hitlerbende’, ‘
nazibende’, ‘
of hij ligt zeer binnenkort door hun schuld in een kleine kist’.
- Op 7 februari 2014: [7]
ik haat [naam instelling 1] ’s [slachtoffer 1] , …, ik zou ze levend willen kelen, …, ik wens ze ter plekke dood’, ‘
ik wil hun kinderen killen’, ‘
daarna laat ik ze ook aanranden en verkrachten’ en ‘
aan al het [naam instelling 1] gespuis, nu is het ons spel, …, go to hell, ga aan de kant met je domme gebral, …, sterf, lazer op!!, ik duw vergif in je strot’.
- Op 1 februari 2014: [8]
een blog over een [naam instelling 1] leugenaar, …, stuk paardenpis, …, hij is dus een regelrechte kindermishandelaar, …, jammer [slachtoffer 1] want ik ga voor de waarheid” en ‘
[slachtoffer 1] , van de kinderverkrachtende [naam instelling 1] , je kunt op je straf gaan wachten, ik spoel je door de plee.!!’.
Tevens zijn als bijlage aan de aangifte vijftien e-mailberichten gehecht die alle in de periode van 13 juni 2013 tot en met 26 februari 2014 vanaf het emailadres […] @kpnmail.nl zijn verzonden naar het emailadres van [slachtoffer 1] , en zijn gericht aan [slachtoffer 1] .
Verdachte heeft verklaard dat zij [slachtoffer 1] wekelijks heeft gemaild. [9] Haar e-mailadres is […] @kpnmail.nl. [10] Zij heeft een blog op internet onder de naam [verdachte] . […] .com. [11] In principe kan iedereen de berichten op haar blog lezen. [12] Verdachte is woonachtig in [woonplaats] . [13]
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 in de zaak met parketnummer 16.038774.16
De rechtbank stelt vast dat uit de aangifte naar voren komt dat [slachtoffer 1] zich in zijn eer en goede naam aangetast voelt en dat de reputatie van [slachtoffer 1] door de publicaties is aangetast nu de beschrijvingen van zijn persoon als smadelijk zijn aan te merken. Dit geldt eveneens voor andere medewerkers van de [naam instelling 1] , nu de publicaties zich ook tot hen richtten.
De rechtbank stelt tevens vast dat verdachte verantwoordelijk is voor de publicaties en dat zij deze voor de openbaarheid heeft bestemd en ter kennis van het publiek heeft willen brengen nu deze op het internet zijn geplaatst.
Gelet op bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden in die zin dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan smaadschrift.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2 in de zaak met parketnummer 16.038774.16
Uit voorgaande bewijsmiddelen blijkt dat verdachte op indringende en intensieve wijze heeft geprobeerd met [slachtoffer 1] in contact te komen en dat de gedragingen van de verdachte een zeer hinderlijke verstoring van het persoonlijk leven van [slachtoffer 1] teweeg hebben gebracht, mede gelet op de inhoud van haar berichten.
Gelet op de aard, de duur en de frequentie waarmee verdachte e-mailberichten naar [slachtoffer 1] heeft verzonden, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de stelselmatige invloed daarvan op het persoonlijke leven van [slachtoffer 1] , is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging.
Daarmee kan het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend worden bewezen. Dit geldt echter niet voor het belagen van andere medewerkers van de [naam instelling 1] , nu dit uit het onderhavige dossier niet blijkt. Van dit gedeelte van de tenlastelegging zal verdachte dan ook worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 3 in de zaak met parketnummer 16.146375.16
Bewijsmiddelen [14]
Namens de [naam stichting] (naar de rechtbank begrijpt: [naam stichting] ) (in [vestigingsplaats] ) is op 18 december 2015 onder nummer […] anoniem aangifte gedaan van onder meer smaad en belediging door verdachte. [15] Bij hen verblijft [B] , de zoon van verdachte. De [naam stichting] ervaart veel overlast van verdachte, onder meer als gevolg van het sturen van brieven en e-mailberichten, het plaatsen van berichten op social media en het plaatsen van berichten op de website [verdachte] . […] .com.
Door [slachtoffer 2] is op 11 maart 2016 aangifte gedaan van onder meer smaad door verdachte. [16] Hij is de curator van [B] , de zoon van verdachte. [slachtoffer 2] voelt zich in zijn eer/goede naam aangerand omdat er beledigende teksten via internet en Twitter zijn verspreid. Via het Twitter-profiel ‘Justice for ever’, waar onder andere verdachte op de profielfoto is te zien, is op 9 juni 2015 een bericht geplaatst met als inhoud: ‘
[naam] [vestigingsplaats] en hellehond [slachtoffer 2] mishandelen mijn [B] en zijn broertje lichamelijk en psychisch’. [17]
Mede namens de [naam stichting] (in [vestigingsplaats] ) is op 23 mei 2016 door [aangever] aangifte gedaan tegen verdachte. [18] Als bijlage zijn diverse bescheiden aan de aangifte gehecht, waaronder een op 16 mei [19] 2016 op de website [verdachte] . […] .com geplaatst bericht, met als inhoud onder meer: ‘
het houdt
niet op, niet vanzelf!! Totdat je iets doet’,met daarbij een afbeelding van een pistool en in deze afbeelding de tekst:
‘kom je aan mijn kinderen, dan komt deze aan jou’. [20]
Aan het dossier zijn diverse bescheiden gehecht, waaronder:
- Een Facebookbericht op 18 november 2015 geplaatst op het Facebook-account ‘ [verdachte] ’, met als inhoud onder meer: ‘
Vandaag alweer een dag dat de [naam stichting] van de locatie [vestigingsplaats] nog steeds een godvergeten hoerenbende is. Nog steeds mijn kinderen worden mishandeld. En bedankt he: [D] , [E] , [F] , [G] en mevrouw het locatiehoofd [H] . Plus; [naam instelling 1] antimedewerker [I] . Locatie [locatie] . Die blijft liegen en bedriegen. Die mijn [J] blijft verkloten. En: Nederlands grootste fraudeur en oplichter [slachtoffer 2] samen met vies vriendje [K] van oplichters/frauderend bewindvoering/curatelehol [bedrijfsnaam] te [vestigingsplaats] , die mijn 18-jarige [B] gedwongen gevangen houdt in een hoerenkeet en hem financieel uitkleedt en vervolgens psychisch misbruikt’. [21]
- een op 30 september 2015 op de website [verdachte] . […] .com geplaatst bericht, met als inhoud onder meer: ‘
[naam instelling 1] Auschwitz Kindervernietigingskampduivel [slachtoffer 2] meester zorgfraudeur en meesteroplichter’. [22]
- een op de website [verdachte] . […] .com geplaatst bericht, met als inhoud onder meer: ‘
De huizen zien eruit als crematoria. Er zit nog net geen verbrandingsoven met een dikke, vette schoorsteen op het dak a la het echte Auschwitz Vernietigingskamp, maar de kampbeulen zijn wel degelijk aanwezig. Het hele boerenknol gehucht heet [vestigingsplaats] . Als je mensen ernaar vraagt weten ze niet eens waar dat gat ligt. Ik eerst ook niet, totdat onze kinderen daarnaartoe gedeporteerd werden om er volledig weg te kwijnen in een pegida varkens kot’. [23]
- een op 4 mei 2016 op de website [verdachte] . […] .com geplaatst bericht, met als inhoud onder meer ‘
fungeert de [naam stichting] te [vestigingsplaats] als hoerenbordeel?’, ‘de [naam stichting] leiding daar slaapt kennelijk, terwijl er onder hun dak door cliënten hoertjes geronseld worden’ en ‘locatiehoofd als hoerenmadam’. [24]
- Een brief van 5 juni 2011, gericht aan ‘ [H] ’ van de [naam stichting] , met als inhoud onder meer: ‘
dit onder het totale hitlerbeleid van de [naam instelling 1] , waar jullie kennelijk een heidens genoegen in scheppen om een slaafje van dit algehele stinkende wanbeleid te zijn, en jullie je pootjes opheffen om te gaan piesen als de [naam instelling 1] blaft’ [25] , ‘nou, wij trappen dus keihard tegen deze Hilterbeweging aan die alleen maar pedofielen, kinderaanranders en kinderverkrachters in dienst hebben die ook jonge kinderen in instellingen maar naar believen seksueel misbruiken en alleen maar om 90.000 euro per jaar per kind per slachtoffer van een walgelijk systeem’ [26] en
‘asociale instelling in een nog asocialer, achtergesteld stompzinnig boerengehucht’. [27]
- Een e-mailbericht van 14 augustus 2015, door […] @kpnmail.nl verzonden naar ‘info locatie [vestigingsplaats] ’, met als inhoud onder meer: ‘
Jullie blijven je als een stel
onopgevoede kleuters verschuilen achter een corrupte illegale kinderhandel en
een pedogehaktbalcuratorpik. Hoe vals kun je zijn’. [28]
- een e-mailbericht van 30 november 2015, door […] @kpnmail.nl verzonden naar ‘info locatie [vestigingsplaats] ’, met als inhoud onder meer: ‘
jullie nazihondepedokontenlikkende, corrupte huftervriendjes’ [29] , ‘ook hebben we een melding gedaan bij het amk voor jullie kinderen [30] , ‘
Ik vind dat je de ogen
uit je kop moet schamen om als kindermisbruiker door het leven te moeten gaan’ [31] , ‘jullie zijn net een of ander vies gezwel dat open gesneden moet worden
om alle vergif en pus uit te laten lopen. Net zolang tot er een leeg velletje
overblijft, wat ik dan keihard en zo pijnlijk mogelijk opentrek. De pijn zal
verschrikkelijk zijn’. [32]
Verdachte heeft verklaard dat zij een blog op internet heeft onder de naam [verdachte] . […] .com. [33] In principe kan iedereen de berichten op haar blog lezen. [34] Ook heeft zij een Facebook-account, waarvan de naam vermoedelijk [verdachte] is. [35]
Eén van haar zoons is genaamd [B] . Verdachte woont in [woonplaats] . [36]
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 in de zaak met parketnummer 16.146375.16
De rechtbank stelt vast dat uit de aangiften naar voren komt dat [slachtoffer 2] en medewerkers van de [naam stichting] zich in hun eer en goede naam aangetast voelen en dat hun reputatie door de publicaties is aangetast nu hun beschrijvingen als smadelijk zijn aan te merken. Dit geldt eveneens voor [naam stichting] als rechtspersoon, nu de publicaties zich ook tot haar richtten. De rechtbank stelt tevens vast dat verdachte verantwoordelijk is voor de publicaties en dat zij deze voor de openbaarheid heeft bestemd en ter kennis van het publiek heeft willen brengen nu deze op het internet zijn geplaatst.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte degene is die het hiervoor genoemde bericht via het Twitter-profiel ‘Justice for ever’ heeft geplaatst, omdat onder andere verdachte op de profielfoto is te zien, zij een zoon heeft die is [B] is genaamd van wie [slachtoffer 2] de curator is en die verblijft bij de [naam stichting] in [vestigingsplaats] .
Hoewel van het hiervoor onder het tweede gedachtestreepje vermelde bericht op de blog van verdachte niet exact uit het dossier blijkt op welke datum dit bericht is geplaatst, is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier voldoende blijkt dat dit binnen de ten laste gelegde periode is geweest. Uit het proces-verbaal van bevindingen van 17 maart 2016 blijkt immers dat een screenshot van dit bericht als bijlage is aangeleverd bij de aangifte op 18 december 2015, welke aangifte is gedaan vanwege onder meer smaad gepleegd tussen 1 januari 2010 en 20 november 2015.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden in die zin dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan smaadschrift.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2 in de zaak met parketnummer 16.146375.16
Gelet op voorgaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden in die zin dat verdachte de [naam stichting] en werknemers van de [naam stichting] opzettelijk in hun eer en goede naam heeft aangerand door het toezenden of aanbieden van geschriften, waardoor verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belediging.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 3 in de zaak met parketnummer 16.146375.16
De rechtbank overweegt dat de onder het derde gedachtestreepje ten laste gelegde bedreiging van dien aard is en onder dusdanige omstandigheden is gedaan dat deze bij (werknemers van) de [naam stichting] een redelijke vrees kon opwekken dat de bedreiging ten uitvoer zou worden gelegd.
De rechtbank overweegt dat op basis van het onderhavige dossier van het onder het eerste en het tweede gedachtestreepje ten laste gelegde niet kan worden vastgesteld op welke datum deze berichten zijn geplaatst en derhalve ook niet of dit binnen de ten laste gelegde periode is gebeurd. Van dit gedeelte van de tenlastelegging zal verdachte dan ook worden vrijgesproken.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
In de zaak met parketnummer 16.038774.16:
1.
zij op meerdere tijdstippen in de periode 2 oktober 2012 tot en met 7 februari 2014 te [vestigingsplaats] , (telkens) opzettelijk, de eer en de goede naam van [slachtoffer 1] en (andere) medewerkers van de [naam instelling 1] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften verspreid, openlijk tentoongesteld , door:
- op verdachtes blog één of meerdere berichten te plaatsen met daarin (telkens)
teksten en/of woorden als “ontvoerd door [slachtoffer 1] en [A] van de [naam instelling 1]
vogelverschrikker jeugdverkrachting, en ze doen mij pijn hier. Help!!!!!!!!” en
“hitlerbende” en “nazibende” en “of hij ligt zeer binnenkort door hun schuld in een
kleine kist” en “ik haat [naam instelling 1] ’s [slachtoffer 1] , …, ik zou ze levend willen kelen, …, ik
wens ze ter plekke dood” en “ik wil hun kinderen killen” en “daarna laat ik ze ook
aanranden en verkrachten” en “aan al het [naam instelling 1] gespuis, nu is het ons spel, …, go to
hell, ga aan de kant met je domme gebral, …, sterf, lazer op!!, ik duw vergif in je strot”
en/of “een blog over een [naam instelling 1] leugenaar, …, stuk paardenpis, …, hij is dus een regelrechte
kindermishandelaar, …, jammer [slachtoffer 1] want ik ga voor de waarheid” en
“ [slachtoffer 1] , van de kinderverkrachtende [naam instelling 1] , je kunt op je straf gaan wachten, ik
spoel je door de plee.!!”.
2.
zij in de periode 13 juni 2013 tot en met 26 februari 2014 te [vestigingsplaats] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , met het oogmerk die [slachtoffer 1] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte opzettelijk met grote regelmaat aan die [slachtoffer 1] e-mailberichten gestuurd.
In de zaak met parketnummer 16.146375.16:
1.
zij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 10 mei 2016 te [vestigingsplaats] , (telkens) opzettelijk, de eer en de goede naam van de [naam stichting] en medewerkers van de [naam stichting] en [slachtoffer 2] heeft aangerand, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften verspreid, openlijk tentoongesteld, door
- op Twitter een bericht te plaatsen met daarin " [naam] [vestigingsplaats] en hellehond [slachtoffer 2] mishandelen mijn [B] en zijn broertje lichamelijk en psychisch”, en
- op Facebook een bericht te plaatsen met daarin “Vandaag alweer een dag dat de [naam stichting] van de locatie [vestigingsplaats] nog steeds een godvergeten hoerenbende is. Nog steeds mijn kinderen worden mishandeld. En bedankt he: [D] , [E] , [F] , [G] en mevrouw het locatiehoofd [H] . Plus; [naam instelling 1] antimedewerker [I] . Locatie

[locatie] . Die blijft liegen en bedriegen. Die mijn [J] blijft verkloten. En: Nederlands grootste fraudeur en oplichter [slachtoffer 2] samen met vies vriendje [K] van oplichters/frauderend bewindvoering/curatelehol [bedrijfsnaam] te [vestigingsplaats] , die mijn 18-jarige [B] gedwongen gevangen houdt in een hoerenkeet en hem financieel uitkleedt en vervolgens psychisch misbruikt”, en

- op verdachtes blog berichten te plaatsen met daarin " [naam instelling 1] Auschwitz Kindervernietigingskampduivel [slachtoffer 2] meester zorgfraudeur en meesteroplichter" en "De huizen zien eruit als crematoria. Er zit nog net geen verbrandingsoven met een dikke, vette schoorsteen op het dak a la het echte Auschwitz Vernietigingskamp, maar de kampbeulen zijn wel degelijk aanwezig. Het hele boerenknol gehucht heet [vestigingsplaats] . Als je mensen ernaar vraagt weten ze niet eens waar dat gat ligt. Ik eerst ook niet, totdat onze kinderen daarnaartoe gedeporteerd werden om er volledig weg te kwijnen in een pegida varkens kot" en "fungeert de [naam stichting] te [vestigingsplaats] als hoerenbordeel? (...) de [naam stichting] leiding daar slaapt kennelijk, terwijl er onder hun dak door cliënten hoertjes geronseld worden. (...) locatiehoofd als hoerenmadam".
2.
zij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 10 mei 2016 te [vestigingsplaats] ,(telkens) opzettelijk de [naam stichting] en werknemers van de [naam stichting]
door toegezonden geschrift(en) heeft beledigd, door
- een brief te sturen aan (medewerkers van) deze [naam stichting] met daarin “Dit onder het totale hitlerbeleid van de [naam instelling 1] , waar jullie kennelijk een heidens genoegen in scheppen om een slaafje van dit algehele stinkende wanbeleid te zijn, en jullie je pootjes opheffen om te gaan piesen als de [naam instelling 1] blaft, nou, wij trappen dus keihard tegen deze

Hilterbeweging aan die alleen maar pedofielen, kinderaanranders en kinderverkrachters in dienst hebben die ook jonge kinderen in instellingen maar naar believen seksueel misbruiken en alleen maar om 90.000 euro per jaar per kind per slachtoffer van een walgelijk systeem (…) asociale instelling in een nog asocialer, achtergesteld stompzinnig boerengehucht”, en

- emails te sturen aan (medewerkers van) deze [naam stichting] met daarin "Jullie blijven je als een stel onopgevoede kleuters verschuilen achter een corrupte illegale kinderhandel en een pedogehaktbalcuratorpik. Hoe vals kun je zijn" en "jullie
nazihondepedokontenlikkende corrupte huftervriendjes (...) ook hebben we een
melding gedaan bij het AMK voor jullie kinderen (...) Ik vind dat je de ogen
uit je kop moet schamen om als kindermisbruiker door het leven te moeten gaan
(...) jullie zijn net een of ander vies gezwel dat open gesneden moet worden
om alle vergif en pus uit te laten lopen. Net zolang tot er een leeg velletje
overblijft, wat ik dan keihard en zo pijnlijk mogelijk opentrek. De pijn zal
verschrikkelijk zijn”.
3.
zij op 16 mei 2016 te [vestigingsplaats] , (telkens) de [naam stichting] en werknemers van de [naam stichting] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- op verdachtes blog een tekst geplaatst met daarin de woorden: "het houdt
niet op, niet vanzelf!! Totdat je iets doet” , met daarbij een afbeelding van een pistool met
daarbij de tekst kom je aan mijn kinderen, dan komt deze aan jou".
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

6.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte een beroep toekomt op artikel 261 lid 3 van het Wetboek van Strafrecht en daarom dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 16.038774.16 als feit 1 en in de zaak met parketnummer 16.146375.16 als feit 1 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte van mening is dat er sprake is van misstanden bij de [naam stichting] en de [naam instelling 1] en dat zij zich genoodzaakt voelt om deze aan de orde te stellen.
6.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het handelen van verdachte niet proportioneel is.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat artikel 10 lid 2 van het EVRM voor nationale overheden de mogelijkheid schept om bij wet het in lid 1 gestelde recht op de vrijheid van meningsuiting aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties te onderwerpen, indien dit in het belang van een democratische samenleving noodzakelijk is onder meer teneinde de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen te waarborgen. Hierin is door de wetgever voorzien in onder meer artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht. De vrijheid van meningsuiting is daarom niet absoluut en vindt onder meer haar begrenzing in de smaadbepaling. Uitlatingen zoals hier zijn ten laste gelegd betreffen uitlatingen die op zichzelf geschikt zijn om iemand in diens eer en goede naam aan te tasten. Of in een concreet geval toch een dergelijke uitlatingen is toegestaan en daarom niet strafbaar is, dient te worden beoordeeld aan de hand van de in artikel 261 lid 3 van het Wetboek van Strafrecht opgenomen strafuitsluitingsgrond. Vereist is dat dergelijke uitlatingen proportioneel zijn.
Aan dit vereiste van proportionaliteit is naar het oordeel van de rechtbank niet voldaan, nu deze uitlatingen als grievend zijn aan te merken en niet blijkt hoe verdachte met dergelijke uitlatingen misstanden – voor zover daarvan sprake zou zijn – aan de orde zou hebben willen stellen of een bijdrage zou hebben willen leveren aan het publieke debat. De rechtbank is dan ook van oordeel dat artikel 261 lid 3 van het Wetboek van Strafrecht geen rechtvaardiging biedt voor de uitlatingen van verdachte.
Nu ook anderszins geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, wordt zij strafbaar geacht voor de bewezen verklaarde feiten.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
In de zaak met parketnummer 16.038774.16:
Onder 1: Smaadschrift, meermalen gepleegd
Onder 2: Belaging
In de zaak met parketnummer 16.146375.16:
Onder 1: Smaadschrift, meermalen gepleegd
Onder 2: Eenvoudige belediging, meermalen gepleegd
Onder 3: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 100 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren. Als bijzondere voorwaarden dient verdachte alle uitlatingen over (medewerkers van) de [naam instelling 1] , de [naam stichting] , [slachtoffer 2] en [bedrijfsnaam] , politie, justitie en [naam instelling 2] te verwijderen en zich op ieder medium te onthouden van het doen van directe of indirecte uitlatingen en mededeling over hen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat bij een bewezenverklaring kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke taakstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich via publicaties op internet en via e-mails gedurende een zeer lange periode talloze malen schuldig gemaakt aan smaadschrift, eenvoudige belediging aan belaging en bedreiging van hulpverlenende personen of instanties die op enige wijze betrokken waren of zijn bij haar of haar kinderen. Het gaat hierbij om veel meer uitingen dan diegenen die zijn tenlastegelegd. Publicaties op internet zijn tegenwoordig voor veel mensen makkelijk te vinden en de gevolgen van deze aantijgingen kunnen dan ook verstrekkende gevolgen hebben. Ook het herhaaldelijk lastig van iemand (in dit geval de heer [slachtoffer 1] van [naam instelling 1] ) via e-mail kan iemand veel leed berokkenen. Verdachte heeft met haar handelen ergernis, overlast, angst en hinder veroorzaakt en een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers.
Aan een persoonlijkheidsonderzoek heeft verdachte niet mee willen werken, zo blijkt uit het rapport van 9 maart 2016 van psycholoog [C] .
Ten nadele van verdachte weegt de rechtbank mee dat verdachte blijkens het uittreksel van haar justitiële documentatie van 16 juni 2017 eerder is veroordeeld, onder meer op
13 augustus 2015 tot een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren voor eenvoudige belediging. Deze veroordeling heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden om door te gaan met haar activiteiten, ook gedurende de proeftijd van deze voorwaardelijke straf. Bovendien blijkt uit het dossier dat verdachte na de in de onderhavige zaken tegen haar gedane aangiftes structureel is doorgegaan met deze activiteiten.
Verdachte heeft op geen enkele wijze verantwoordelijkheid genomen voor de door haar gepleegde delicten. Onder meer uit het op schrift gestelde laatste woord van verdachte leidt de rechtbank af dat zij geen enkel inzicht heeft in het laakbare van haar activiteiten.
Het tijdsverloop in de zaken met parketnummer 16.038774.16 wordt enigszins in het voordeel van verdachte meegewogen.
Alles afwegende en gezien de straffen die voor dergelijke feiten worden opgelegd zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf van 80 uren opleggen. Daarnaast zal de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden opleggen om te voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten zal plegen. In de omstandigheid dat verdachte blijkens het dossier ondanks aangiftes in de onderhavige zaken structureel is doorgegaan met het plaatsen van soortgelijke berichten op het internet, ziet de rechtbank aanleiding om aan deze voorwaardelijke gevangenisstraf een proeftijd van 3 jaren te verbinden.
De rechtbank merkt op dat zij onder de algemene voorwaarde dat verdachte geen strafbaar feit zal plegen mede verstaat dat verdachte geen strafbaar feit zal plegen door berichten te plaatsen op internet (inclusief social media) met grievende, smadelijke, lasterlijke en/of bedreigende uitlatingen ten aanzien van natuurlijke personen of rechtspersonen, onder meer de uitlatingen waarbij zij in verband worden gebracht met nazisme, pedofilie, verkrachting en seksueel misbruik. Hieronder valt tevens het geplaatst houden van eerdere soortgelijke uitlatingen op het internet (inclusief social media). Daarom ziet de rechtbank geen aanleiding om de door de officier van justitie gevorderde bijzondere voorwaarden op te leggen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 57, 261, 266, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Ontvankelijkheid officier van justitie
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte;
Bewezenverklaring
- verklaart het in de zaak met 16.038774.16 onder 1 en onder 2 en in de zaak met parketnummer 16.146375.16 onder 1, onder 2 en onder 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
-
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 (vier) maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
-
veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 80 (tachtig) uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 40 dagen hechtenis, althans een aantal dagen hechtenis dat evenredig is aan het niet verrichte aantal uren taakstraf, berekend naar de maatstaf van 1 dag hechtenis per 2 uren taakstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G. van de Streek, voorzitter, mrs. R.C.J. Hamming en M. Ferschtman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen als griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 augustus 2017.
Mrs. K.G. van de Streek en M. Ferschtman zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
In de zaak met parketnummer 16.038774-16:
1.
zij in of omstreeks de periode 2 oktober 2012 tot en met 7 februari 2014 te
Hilversum, althans in Nederland, opzettelijk, door middel van verspreiding
van (een) geschrift(en) door middel van blogs op internet, de eer en/of de
goede naam van [slachtoffer 1] en/of (andere) medewerkers van de [naam instelling 1]
, heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde
feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers
heeft verdachte met voormeld doel (een) geschrift(en), zoals aan deze
tenlastelegging gehecht en daarvan deel uitmakende, (door middel van blogs op
internet) verspreid;
Na een vordering wijziging tenlastelegging van het hiervoor genoemde feit, toegestaan ter terechtzitting van 25 juli 2017, wordt aan verdachte ten laste gelegd dat:
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 2 oktober 2012 tot en met 7
februari 2014 te Hilversum, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk, de eer en/of de goede
naam van [slachtoffer 1] en/of (andere) medewerkers van de [naam instelling 1] , heeft
aangerand door tenlastelegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om
daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften of afbeeldingen verspreid, openlijk
tentoongesteld of aangeslagen en/of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore
werd gebracht, door:
- op een/verdachtes blog één of meerdere berichten te plaatsen met daarin (telkens)
teksten en/of woorden als “ontvoerd door [slachtoffer 1] en [A] van de [naam instelling 1]
vogelverschrikker jeugdverkrachting, en ze doen mij pijn hier. Help!!!!!!!!” en/of
“hitlerbende” en/of “nazibende” en/of “of hij ligt zeer binnenkort door hun schuld in een
kleine kist” en/of “ik haat [naam instelling 1] ’s [slachtoffer 1] , …, ik zou ze levend willen kelen, …, ik
wens ze ter plekke dood” en/of “ik wil hun kinderen killen” en/of “daarna laat ik ze ook
aanranden en verkrachten” en/of “aan al het [naam instelling 1] gespuis, nu is het ons spel, …, go to
hell, ga aan de kant met je domme gebral, …, sterf, lazer op!!, ik duw vergif in je strot”
en/of “een blog over een [naam instelling 1] leugenaar, …, stuk paardenpis, …, hij is dus een regelrechte
kindermishandelaar, …, jammer [slachtoffer 1] want ik ga voor de waarheid” en/of
“ [slachtoffer 1] , van de kinderverkrachtende [naam instelling 1] , je kunt op je straf gaan wachten, ik
spoel je door de plee.!!”,
2.
zij in of omstreeks de periode 13 juni 2013 tot en met 26 februari 2014 te
Hilversum, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en/of
(andere) medewerkers van de [naam instelling 1] , in elk geval van een
ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of medewerkers, in elk geval die ander
te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen,
immers heeft verdachte opzettelijk met grote regelmaat aan die [slachtoffer 1] en/of
medewerkers e-mailberichten gestuurd met bedreigende en/of vreesaanjagende
en/of beledigende teksten;
In de zaak met parketnummer 16.146375-16:
1.
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari
2010 tot en met 10 mei 2016 te Hilversum, althans in Nederland,
(telkens)
opzettelijk,
de eer en/of de goede naam van de [naam stichting] en/of een of
meerdere medewerkers van de [naam stichting] en/of [slachtoffer 2] heeft
aangerand,
door tenlastelegging van een bepaald feit,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door middel van geschriften of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld
of aangeslagen en/of
door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht,
door
- op Twitter een of meerdere berichten te plaatsen met daarin teksten als
" [naam] [vestigingsplaats] en hellehond [slachtoffer 2] mishandelen mijn [B] en
zijn broertje lichamelijk en psychisch, althans woorden van gelijke
beledigende aard en/of strekking en/of
- op Facebook een of meerdere berichten te plaatsen met daarin teksten als
Vandaag alweer een dag dat de [naam stichting] van de locatie [vestigingsplaats] nog steeds een
godvergeten hoerenbende is. Nog steeds mijn kinderen worden mishandeld. En
bedankt he: [D] , [E] , [F] , [G] en mevrouw het
locatiehoofd [H] . Plus; [naam instelling 1] antimedewerker [I] . Locatie
[locatie] . Die blijft liegen en bedriegen. Die mijn [J] blijft verkloten.
En: Nederlands grootste fraudeur en oplichter [slachtoffer 2] samen met vies
vriendje [K] van oplichters/frauderend bewindvoering/curatelehol
[bedrijfsnaam] te [vestigingsplaats] , die mijn 18-jarige [B] gedwongen gevangen houdt in
een hoerenkeet en hem financieel uitkleedt en vervolgens psychisch misbruikt,
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of
- op een/verdachtes blog een of meerdere berichten te plaatsen met daarin
teksten als " [naam instelling 1] Auschwitz Kindervernietigingskampduivel [slachtoffer 2] meester
zorgfraudeur en meesteroplichter" en/of "De huizen zien eruit als crematoria.
Er zit nog net geen verbrandingsoven met een dikke, vette schoorsteen op het
dak a la het echte Auschwitz Vernietigingskamp, maar de kampbeulen zijn wel
degelijk aanwezig. Het hele boerenknol gehucht heet [vestigingsplaats] . Als je mensen
ernaar vraagt weten ze niet eens waar dat gat ligt. Ik eerst ook niet, totdat
onze kinderen daarnaartoe gedeporteerd werden om er volledig weg te kwijnen in
een pegida varkens kot" en/of "fungeert de [naam stichting] te [vestigingsplaats] als
hoerenbordeel? [...] de [naam stichting] leiding daar slaapt kennelijk, terwijl
er onder hun dak door cliënten hoertjes geronseld worden. [...] locatiehoofd
als hoerenmadam," althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking,
althans door feitelijkheden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari
2010 tot en met 10 mei 2016 te Hilversum, althans in Nederland,
(telkens)
opzettelijk
de [naam stichting] en/of een of meerdere werknemers van de [naam stichting]
door een of meerdere toegezonden of aangeboden geschrift(en)
heeft beledigd,
door
- een of meerdere brieven te sturen aan (medewerkers van) deze [naam stichting]
[naam stichting] met daarin teksten als Dit onder het totale hitlerbeleid van de
[naam instelling 1] , waar jullie kennelijk een heidens genoegen in scheppen om een slaafje van
dit algehele stinkende wanbeleid te zijn, en jullie je pootjes opheffen om te
gaan piesen als de [naam instelling 1] blaft, nou, wij trappen dus keihard tegen deze
Hilterbeweging aan die alleen maar pedofielen, kinderaanranders en
kinderverkrachters in dienst hebben die ook jonge kinderen in instellingen
maar naar believen seksueel misbruiken en alleen maar om 90.000 euro per jaar
per kind per slachtoffer van een walgelijk systeem" en asociale instelling in
een nog asocialer, achtergesteld stompzinnig boerengehucht, althans woorden
van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of
- een of meerdere emails te sturen aan (medewerkers van) deze [naam stichting]
[naam stichting] met daarin teksten als "Jullie blijven je als een stel
onopgevoede kleuters verschuilen achter een corrupte illegale kinderhandel en
een pedogehaktbalcuratorpik. Hoe vals kun je zijn" en/of "jullie
nazihondepedokontenlikkende corrupte huftervriendjes [...] ook hebben we een
melding gedaan bij het AMK voor jullie kinderen [...] Ik vind dat je de ogen
uit je kop moet schamen om als kindermisbruiker door het leven te moeten gaan
[...] jullie zijn net een of ander vies gezwel dat open gesneden moet worden
om alle vergif en pus uit te laten lopen. Net zolang tot er een leeg velletje
overblijft, wat ik dan keihard en zo pijnlijk mogelijk opentrek. De pijn zal
verschrikkelijk zijn, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of
strekking,
althans door feitelijkheden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
3.
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 december
2015 tot en met 16 mei 2016 te Hilversum, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
(telkens)
de [naam stichting] en/of een of meerdere werknemers van de [naam stichting]
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- op facebook een bericht geplaatst met daarin de woorden: "Ik bega vandaag of
morgen nog eens een moord!!Een moord op diegene, die ooit deze shit begonnen
is. Het scherpe mes heb ik hier al. Nu alleen diegene nog een dodelijke,
slagaderlijke bloeding toebrengen. Opgeruimd staat netjes!! Weer een crimineel
minder!! althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- op een/verdachtes blog een tekst geplaatst met daarin de woorden: "Wie aan
mijn kinderen komt, die komt aan mij, dan ben je mijn prooidier. Als je in de
natuur een moederdier haar welp afpikt, wat gebeurt er dan? Dan wordt je met
huid en haar opgegeten. Zo ben ik dus ook. Ik ben klaar voor je en ik ben
MESSCHERP. Letterlijk!! althans woorden van gelijke dreigende aard en/of
strekking en/of
- op een/verdachtes blog een tekst geplaatst met daarin de woorden: "het houdt
niet op, niet vanzelf!! Totdat je iets doet althans woorden van gelijke
dreigende aard en/of strekking, met daarbij een afbeelding van een pistool met
daarbij de tekst kom je aan mijn kinderen, dan komt deze aan jou"
althans door feitelijkheden van gelijke dreigende aard en/of strekking;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL14Z5-2014005268, opgemaakt door politie Midden-Nederland. Dit proces-verbaal bevat geen paginanummering.
2.Proces-verbaalnummer PL14N3-2014005268-1, blad 1.
3.Proces-verbaalnummer PL14ZD-2014005268-5, blad 1.
4.Proces-verbaalnummer PL14N3-2014005268-1, blad 1 en 2.
5.Proces-verbaalnummer PL14N3-2014005268-1, blad 3.
6.Als 11e aan de aangifte gehechte bijlage (als eerste bijlage te rekenen de beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 8 november 2011), met als titel: ‘
7.Als 7e aan de aangifte gehechte bijlage (als eerste bijlage te rekenen de beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 8 november 2011), met als titel: ‘
8.Als 8e aan de aangifte gehechte bijlage (als eerste bijlage te rekenen de beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 8 november 2011), met als titel: ‘
9.Proces-verbaalnummer PL14ZD-2014005268-6, blad 3.
10.Proces-verbaalnummer PL0900-2016004026-5, pagina 238.
11.Proces-verbaalnummer PL0900-2016004026-5, pagina 241.
12.Proces-verbaalnummer PL14ZD-2014005268-6, blad 3.
13.Proces-verbaalnummer PL14ZD-2014005268-6, blad 1.
14.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0900-2016004026, opgemaakt door politie Midden-Nederland, genummerd tot en met pagina 253.
15.Pagina 5 en 6.
16.Pagina 152 en 153.
17.Pagina 157
18.Pagina 162 en 163.
19.Pagina 230.
20.Pagina 231.
21.Pagina 68 tot en met 70.
22.Pagina 159.
23.Pagina 211.
24.Pagina 167 en 168.
25.Pagina 84.
26.Pagina 86, eerste alinea.
27.Pagina 86, laatste alinea.
28.Pagina 48.
29.Pagina 74, tweede alinea in het tweede e-mailbericht op deze pagina.
30.Pagina 74, vierde alinea in het tweede e-mailbericht op deze pagina.
31.Pagina 75, eerste alinea.
32.Pagina 75, twaalfde alinea.
33.Pagina 241.
34.Proces-verbaalnummer PL14ZD-2014005268-6, blad 3.
35.Pagina 242.
36.Pagina 238.