ECLI:NL:RBMNE:2017:429
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek in strafzaak met parketnummer 16/652922-16
Op 31 januari 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, die in voorlopige hechtenis zat. Het verzoek was ingediend naar aanleiding van een zitting op 24 januari 2017, waar de verzoeker de rechters mr. Van den Boogaard, Glerum en Schapendonk had gewraakt. De verzoeker gaf aan dat zijn raadsman niet aanwezig kon zijn vanwege autopech en dat hij zo snel mogelijk weer op zitting wilde komen. Tijdens de zitting heeft de verzoeker de rechtbank gewraakt, omdat hij deze als partijdig, onbetrouwbaar, onverantwoordelijk, achter de ellebogen en corrupt beschouwde.
De wrakingskamer heeft de procedure beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering en de relevante Europese regelgeving. De kamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De wrakingskamer oordeelde dat de motivering van het wrakingsverzoek onvoldoende was, omdat de verzoeker zijn beschuldigingen niet nader had onderbouwd. Daarom werd het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er werd bepaald dat de procedure van de verzoeker met parketnummer 16/652922-16 voortgezet moest worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.