ECLI:NL:RBMNE:2017:4196

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 april 2017
Publicatiedatum
17 augustus 2017
Zaaknummer
C/16/434872 / HL ZA 17-84
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van beslagkosten en schadevergoeding in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 april 2017 een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als eiseres en een andere besloten vennootschap als gedaagde. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.M. Sturms, vorderde gedaagde te veroordelen tot betaling van beslagkosten en schadevergoeding. Gedaagde is niet verschenen in de procedure.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering tot betaling van de beslagkosten, die in totaal € 2.273,23 bedraagt, toewijsbaar is op basis van artikel 706 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarnaast heeft de rechtbank de hoofdsom van € 112.783,89, vermeerderd met wettelijke rente, toegewezen aan eiseres, evenals een bedrag van € 86.008,36, eveneens vermeerderd met wettelijke rente, dat verschuldigd is vanaf 22 februari 2017.

Verder heeft de rechtbank gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 5.974,42, en heeft zij bepaald dat gedaagde ook de schade moet vergoeden die eiseres heeft geleden als gevolg van het niet-nakomen van een overeenkomst uit 2014. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: C/16/434872 / HL ZA 17-84
Vonnis van 12 april 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
m.h.o.d.n.
[eiseres] ,
voorheen m.h.o.d.n.
[eiseres],
gevestigd te [kantoorplaats 2] , gemeente [gemeente 1] ,
eiseres,
advocaat mr. W.M. Sturms te Leeuwarden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [kantoorplaats 1] , gemeente [gemeente 2]
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met vijf producties
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 273,23 voor verschotten en € 2.000,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 2.000,00). Het opgevoerde griffierecht is verrekend met het voor deze procedure verschuldigde griffierecht.
2.2.
Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.3.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 80,42
- griffierecht 3.894,00
- salaris advocaat
2.000,00(1,0 punt × tarief € 2.000,00)
Totaal € 5.974,42

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van in hoofdsom € 112.783,89 (honderdtwaalfduizend zevenhonderddrieëntachtig euro en negenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over aan de hoofdsom ten grondslag liggende factuurbedragen, telkens vanaf 8 dagen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de schuldenaar de onderscheidenlijke facturen heeft ontvangen,
3.2.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 86.008,36, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 februari 2017, tot aan de dag van algehele voldoening,
3.3.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te vergoeden de schade die eiseres heeft geleden als gevolg van het niet-nakomen door gedaagde van de in 2014 tussen partijen gesloten overeenkomst voor zover deze schade niet als is begrepen in de hierboven gegeven veroordelingen, nader op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet,
3.4.
veroordeelt gedaagde in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 2.273,23, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.5.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 5.974,42, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.6.
veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat,
3.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Manuel en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2017.