In deze zaak heeft de voetbalclub Achilles '29 een kort geding aangespannen tegen de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) omdat zij van mening was dat de KNVB zich niet aan de reglementaire oproeptermijn van vier werkdagen hield voor de mondelinge behandeling van een beroepschrift. De voorzieningenrechter heeft op 3 mei 2017 uitspraak gedaan na een mondelinge behandeling. Achilles '29 stelde dat de KNVB in strijd handelde met het Licentiereglement Betaald Voetbal door de termijn niet in acht te nemen, wat hen zou belemmeren in hun voorbereiding op de zitting. De KNVB voerde aan dat de termijn niet van toepassing was omdat er geen specifieke personen waren opgeroepen en dat de gezamenlijke behandeling van de beroepschriften niet in strijd was met de goede procesorde.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de termijn van vier werkdagen niet van toepassing was, omdat er geen specifieke oproep was gedaan voor de aanwezigheid van bepaalde personen. Ook werd geoordeeld dat Achilles '29 voldoende tijd had gehad om zich voor te bereiden, aangezien het merendeel van de stukken al bekend was. De vordering van Achilles '29 om de mondelinge behandeling te verbieden werd afgewezen, en de club werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 mei 2017.