ECLI:NL:RBMNE:2017:4179
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- S.C. Hagedoorn
- C.A. de Beaufort
- G.L.M. Urbanus
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure betreffende minderjarige
Op 11 augustus 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland te Utrecht uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoekster, die zich als moeder van een minderjarige belanghebbende had gesteld. De wrakingskamer ontving het verzoek op 7 augustus 2017, gericht tegen mr. E.J. van Rijssen, die op 3 augustus 2017 een eindbeslissing had genomen in een andere zaak met betrekking tot de minderjarige. De wrakingskamer overwoog dat, volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. Echter, de wet staat niet toe dat een wrakingsverzoek wordt ingediend nadat de rechter al een eindbeslissing heeft gegeven. Aangezien de eindbeslissing in de zaak al was genomen, verklaarde de wrakingskamer het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.