Op 4 augustus 2017 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad een wrakingsverzoek behandeld. Het verzoek was ingediend door een vertegenwoordiger van [bedrijfsnaam 1] B.V., bijgestaan door advocaat mr. J.J. Degenaar, tegen mr. H. Manuel, de behandelend rechter in een andere civiele zaak. De verzoeker stelde dat de rechter ten onrechte geen kennis had genomen van ingebrachte stukken en het beroep op onbevoegdheid van de rechtbank had afgewezen. Tijdens de zitting op 15 juni 2017 had de rechter al een oordeel gegeven over het bevoegdheidsverweer van de verzoeker. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter niet onpartijdig was en dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.