Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 juni 2016,
- het proces-verbaal van de zitting van 20 oktober 2016,
- de conclusie van repliek met producties (18 t/m 20),
- de conclusie van dupliek met producties (8 en 9),
- de akte van [eiseres] met een productie (21), tevens verzoek om pleidooi,
- de akte uitlating producties van [gedaagde] , tevens bezwaar tegen het pleidooiverzoek.
2.De feiten
‘Studiebegeleiding, vorming en onderwijs
3. de Vereniging van Centra voor de Kunsten, gevestigd te Utrecht;’
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘de rechtspersoon die uitsluitend of in overwegende mate zonder winstoogmerk lessen, cursussen en/of projecten verzorgt op het terrein van de muzikale vorming en/of op één of meer terreinen van de audiovisuele, beeldende, dansante of dramatische vorming, al dan niet gecombineerd met literaire vorming, dan wel zich daarmee uitsluitend of in overwegende mate bezighoudt’.
4.6. Tussen partijen is niet in discussie dat [eiseres] een rechtspersoon is die uitsluitend of in overwegende mate zonder winstoogmerk, lessen, cursussen en/of projecten verzorgd. Zij zijn verdeeld over de uitleg van het begrip ‘beeldende vorming’.
‘bijvoeglijk naamwoord, beeldender, beeldendst,
1 Beeldende kunsten, kunsten die in hoofdzaak met visuele middelen werken (de teken-, graveer-, schilder-, beeldhouwkunst e.d.).
a • beeldend kunstenaar
beoefenaar van een van de beeldende kunsten
2 in treffende beelden brengend
= aanschouwelijk, plastisch, schilderachtig (2), tekenachtig
• het beeldend vermogen van een schrijver
het vermogen om treffende, levendige beschrijvingen te geven
• beeldende taal’.
‘zelfstandig naamwoord (…)
1 het vormen
ook als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid datgene noemt wat (bewust) gevormd wordt: archiefvorming, beleidsvorming, bewijsvorming, bibliotheekvorming, bordeelvorming, brigadevorming, canonvorming (…)
2 het gevormd worden of het zich vormen
= ontstaan
ook als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid datgene noemt wat zich (in een proces) vormt: abcesvorming, alcoholvorming, algenvorming, aromavorming, artrosevorming, asvorming, baardvorming, bacterievorming, beenvorming, begripsvorming, beleidsvorming → (…)
3 het geestelijk vormen resp. gevormd worden
= opvoeding
• de vorming van het karakter, van de persoonlijkheid
• vorming buiten schoolverband
a onderwijs opleiding
• waar heeft hij zijn vorming ontvangen?
• culturele en kunstzinnige vorming
schoolvak op de middelbare school dat leerlingen in contact brengt met allerlei vormen van kunst en cultuur, afkorting ckv’.
Het [eiseres] wil bijdragen aan een evenwichtige opbouw van onze samenleving met effecten op de langere termijn. Het [eiseres] moedigt deelnemers aan creatief mee te denken over hun stad en ontwikkelingen in hun directe omgeving en daarbuiten.
Het [eiseres] ziet kennisoverdracht, gekoppeld aan actieve participatie en betrokkenheid, als de sleutel tot succesvolle kunst- en cultuureducatie. Het aanleren van technische vaardigheden is niet het belangrijkste doel, dat is: inzicht, inleving en onderbouwde waardering. Het [eiseres] geeft dus geen cursussen in technieken als schilderen of beeldhouwen.
Het [eiseres] ontwikkelt educatieve projecten op het gebied van kunst en cultuur, en zet die, na een test- en evaluatiefase, om in een duurzaam aanbod.’
Uit deze beschrijving en hetgeen [eiseres] heeft aangevoerd, volgt dat praktische vaardigheden niet het belangrijkste doel is van [eiseres] maar inzicht inleving en waardering. De kantonrechter wil wel aannemen dat [eiseres] zich op dit punt onderscheidt van andere organisaties. Dat maakt echter nog niet dat zij niet als werkgever in de zin van het verplichtstellingsbesluit is aan te merken.
‘Beeldend Onderwijs omvat zowel het maken als het beschouwen van beelden. Reflecteren speelt bij het maken en bij het beschouwen van beelden een centrale rol. Reflectievragen als Wat vind ik ervan? Wat doet het me? Hoe komt dat? helpen kinderen meet bewust naar beelden te kijken. Overwegen, keuzes maken, beoordelen, mening geven en beargumenteren zijn aspecten van reflecteren en maken onderdeel uit van elk vormgevingsproces.
‘Beeldende vorming is vorming van mensen aan de hand van beelden’ ( [C] , 1974, p. 15).
Het begrip beeldende vorming is lang gebruikt als verzamelnaam voor de vakken tekenen, handenarbeid en textiele werkvormen. De verzamelterm ontstond waarschijnlijk in 1968 ( [D] , 1980) bij de invoering van de Mammoetwet. Daarvoor werd afzonderlijk over tekenonderwijs en handenarbeid gesproken ( [E] , 1989), maar ook daarna bleven de afzonderlijke benamingen voor de vakken tekenen, handenarbeid en textiele werkvormen gehandhaafd.
De term beeldende vorming wordt nog steeds gebruikt, maar de term vorming heeft een bepaalde connotatie en daarom geeft men de voorkeur aan een zakelijker term als ‘beeldende vakken’. Docenten werden vroeger afzonderlijk opgeleid voor een lesbevoegdheid tekenen of handvaardigheid, maar inmiddels is dat geïntegreerd en geworden tot een bevoegdheid ‘beeldende kunst en vormgeving’. Tot voor kort heette de docentenopleiding beeldende kunst’en vormgeving van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten ‘Academie voor Beeldende Vorming’. Men vond dat te weinig aansprekend en achterhaald en is de opleiding omgedoopt tot Breitner Academie.
‘Erfgoededucatie is een onderdeel van cultuureducatie, samen met kunsteducatie, media educatie en literatuureducatie. De term cultuureducatie is in de tweede helft van de jaren negentig ontstaan toen de kunsten weer onderdeel gingen uitmaken van het Ministerie van Onderwijs. Het is een beleidsterm en men zou kunnen zeggen dat alle toenmalige beleidsafdelingen Cultuur (Kunsten, Erfgoed en Media) hun eigen aandeel in onderwijs/educatie hebben geclaimd. De kunstvakken (literatuur, beeldende vakken, muziek, dans en drama) hadden formeel al een plaats in onderwijsvakken, erfgoed en mediaeducatie niet.
De term erfgoed is niet gereserveerd voor vindplaatsen, bouwwerken, voorwerpen en historische landschappen, maar ook immaterieel en oraal erfgoed wordt ertoe gerekend, zoals bepaalde gebruiken, maar ook sprookjes, mythen en legenden. Erfgoed is geen vaststaand gegeven, maar een constructie. “Erfgoed is alleen erfgoed als het ook door anderen als zodanig wordt herkend, erkend of- niet te vergeten - bediscussieerd. Het is het voorlopige resultaat van een ingewikkeld proces van onderhandeling, waardering en selectie, waarbij machtsrelaties en tal van andere, ook heel praktische factoren in het spel zijn.” ( [G] , 2005, p.3).
Beeldende vorming en erfgoedonderwijs hebben een bepaalde overlap, maar zijn qua doelen, inhouden en didactieken verschillend. Er is een afzonderlijke kerndoel geformuleerd voor cultureel erfgoed (‘De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed, kerndoel 56), naast het kerndoel dat het gebruik van beelden, muziek, taal, spel en beweging voor expressie en communicatie beoogt en het kerndoel dat reflectie op eigen werk en werk van anderen beoogt (kerndoel 55).