Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 maart 2017;
- de brief met productie van 24 mei 2017 van [eisers c.s.] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 30 mei 2017;
- de akte van [gedaagde] van 27 juni 2017.
2.De feiten
2.Kunt u met betrekking tot de begeleiding van de partus op [2007]
3.Kunt u aangeven of de gynaecoloog tijdens de begeleiding van de partus op
5.Indien naar uw oordeel sprake is geweest van een afwijking van de medisch
professionele standaard kunt u dan aangeven hoe de gezondheidssituatie van [kind 2] (inclusief een prognose voor de toekomst) zou zijn geweest als de begeleiding van de partus geheel volgens de geldende medisch professionele standaard zou zijn geweest?
6.Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen, binnen uw vakgebied en in het
3.Het geschil
I. voor recht te verklaren dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de gevolgen van het
4.De beoordeling
CTG-registratie heeft plaatsgevonden. Cardiotocografie (CTG) is het gelijktijdig uitwendig registreren van de hartfrequentie van de foetus (cardio) en de weeënactiviteit van de baarmoeder (toco). Volgens [eisers c.s.] schrijft de NVOG-richtlijn foetale bewaking voor dat bij een meerlingzwangerschap ook vóórdat een vrouw in partu is continu
CTG-registratie dient plaats te vinden. Dat is niet gebeurd. Toen [eiser sub 1] rond 14.30 uur persdrang had werd zij niet op de CTG aangesloten en werd zij ook niet inwendig onderzocht. In plaats daarvan werd zij onder de douche gezet.
CTG-registratie dient plaats te vinden vanaf het moment dat een vrouw in partu is verklaard. Op het moment dat [eiser sub 1] ging douchen was zij nog niet in partu verklaard. Vanaf het moment dat zij in partu is verklaard, is er continu CTG-registratie geweest, met uitzondering van de periode tussen 15.22 uur en 15.34 uur, omdat zij op dat moment naar de verloskamer werd gebracht.
continuCTG-registratie dient plaats te vinden. Op het moment dat men besloot om [eiser sub 1] te laten douchen (kort na 14.30 uur) was zij nog niet in partu verklaard en was er ook geen aanleiding om te denken dat [eiser sub 1] al (bijna) volledige ontsluiting had. Kort daarvoor, om 13.49 uur, had [A] immers pas een vingertop ontsluiting geconstateerd. De verwachting was op dat moment dat de ontsluiting tot de volgende dag zou duren. Om 14.52 uur is [eiser sub 1] weer aangesloten op de CTG. Om 15.15 uur braken de vliezen van [kind 1] en toen bleek [eiser sub 1] volledige ontsluiting te hebben. Op dat moment is zij in partu verklaard. Van 15.22 uur tot 15.34 uur was er geen CTG-registratie. Dit kan [gedaagde] niet worden tegengeworpen, omdat [eiser sub 1] op dat moment naar de verloskamer werd gebracht. Vanaf 15.34 uur heeft er continu CTG-registratie plaatsgevonden. Gelet hierop is er op dit punt niet gehandeld in strijd met de medisch professionele standaard.
CTG-registratie zelf (productie 11 bij de conclusie van antwoord) wel handgeschreven aantekeningen gemaakt. Van een schending van de zorgplicht op dit punt is dus niet gebleken.
904,00(2 punten x tarief € 452,00)