ECLI:NL:RBMNE:2017:4150
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Diefstal van goederen bij Albert Heijn en Aldi in Lelystad
Op 30 juni 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal. De tenlastelegging omvatte twee feiten: de diefstal van zes flessen wasmiddel bij de Albert Heijn op 6 januari 2017 en de diefstal van scheermesjes en een pak vloeitjes bij de Aldi op 6 maart 2017. Tijdens de zitting op 16 juni 2017 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de standpunten van de verdediging gehoord. De officier van justitie, mr. F. Rethmeijer, achtte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen, terwijl de raadvrouw van de verdachte, mr. N.C. Milani, zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen. De verklaringen van de aangevers en de camerabeelden gaven voldoende steun aan de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op beide data de goederen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening had weggenomen. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.
De rechtbank concludeerde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de feiten uitsloten. De verdachte werd als strafbaar beschouwd en de rechtbank legde een maatregel op tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar, gezien het hoge recidiverisico en de ernst van de gepleegde feiten. De vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere straffen werden afgewezen, omdat de ISD-maatregel als meer passend werd gezien.