8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ook ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag zoals hierboven is omschreven. Aangever heeft aan de noodzakelijke operatie een litteken van ongeveer 30 centimeter over zijn buik overgehouden. Het toegebrachte letsel had een fatale afloop kunnen hebben indien niet (tijdig) medisch was ingegrepen. De verdachte heeft door zijn handelen ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van aangever en het is evident dat een dergelijk feit een grote en langdurige impact heeft op aangever. Een strafbaar feit als dit schokt bovendien de rechtsorde en vergroot gevoelens van angst en onveiligheid te meer nu het incident op de openbare weg heeft plaatsgevonden.
Dergelijke feiten rechtvaardigen een gevangenisstraf van geruime duur.
Bij haar beslissing is ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 29 mei 2017, waaruit blijkt dat verdachte eenmaal eerder (in 2013) is veroordeeld voor een geweldsdelict;
- een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 24 juli 2017, uitgebracht door [reclasseringswerker] , reclasseringswerker;
- het bovengenoemde Pro Justitia rapport van drs. D.W.M. Kragt.
De reclassering heeft gerapporteerd dat verdachte door PTSS-klachten verhoogd sensitief is voor een mogelijke bedreiging, waarbij agressie en angst in elkaar over kunnen lopen. Behandeling voor de klachten van verdachte is zeer wenselijk en hier staat hij ook voor open. Ook dient hij begeleiding te krijgen in het stabiliseren van zijn leven. Hij beschikt niet over een eigen woonplek, dagbesteding of legaal inkomen. Er is sprake van een vicieuze cirkel in het negatieve effect dat de instabiliteit op deze factoren en de klachten en het gedrag van verdachte op elkaar hebben. Ook het middelengebruik vormt een aandachtspunt. De reclassering heeft geadviseerd aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Als bijzondere voorwaarden kunnen een meldplicht bij verslavingsreclassering Inforsa en een verplichting tot meewerken aan diagnostiek en behandeling door het FACT-team van Inforsa worden opgelegd.
De psycholoog heeft, naast het hiervoor onder 7 reeds genoemde, gerapporteerd dat de kans op herhaling door de ziekelijke stoornis matig aanwezig is. Verdachte heeft een hoge lijdensdruk en wil graag een positieve verandering. Hij wil meewerken aan behandeling. De leefomstandigheden van verdachte zijn niet optimaal, omdat hij geen eigen woning heeft en de kansen op een baan minder groot zijn doordat hij geen opleiding heeft afgerond. Hierdoor blijft hij in de overlevingsstand hangen en komt niet toe aan een positieve verandering.
De deskundige heeft geadviseerd om het volwassenenstrafrecht toe te passen en aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarde een ambulante behandeling.
Verder is van belang dat verdachte nog jong is en bereid is om een positieve verandering tot stand te brengen. Ook houdt de rechtbank, meer dan de officier van justitie, rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Tenslotte is relevant dat verdachte na het plegen van het bewezenverklaarde, op 9 mei 2017 is veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 225,-. De rechtbank heeft de voorschriften toegepast die gelden voor de situatie waarin verdachte toen een straf zou zijn opgelegd voor dat en het huidige feit tegelijk.
Alles overwegende is een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden. Aan verdachte worden als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een ambulante behandelverplichting opgelegd.