ECLI:NL:RBMNE:2017:4091

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 augustus 2017
Publicatiedatum
10 augustus 2017
Zaaknummer
659383-17
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging doodslag en zware mishandeling wegens onvoldoende bewijs van medeweten van mesbezit

Op 8 augustus 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De zaak vond plaats in Lelystad en was het resultaat van een zitting op 25 juli 2017. De officier van justitie, mr. M.H. Hoogendam, vorderde vrijspraak voor de verdachte, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist dat zijn medeverdachte een mes bij zich had. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.H. Tiemens, pleitte ook voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet betrokken was bij het geweld en dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte opzet had op het medeplegen van de poging tot doodslag of het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, inclusief openlijk geweld, omdat niet was aangetoond dat de verdachte op het moment van de steekpartij betrokken was bij het geweld. Daarnaast werd een in beslag genomen vuurwapen onttrokken aan het verkeer, en werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte van alle beschuldigingen was vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/659383-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 augustus 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1994] te [geboorteplaats]
wonende te [postcode] [woonplaats] [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 juli 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.H. Hoogendam en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw mr. A.H. Tiemens, advocate te Amsterdam, alsmede de raadsman van de benadeelde partij, mr. J.D. van der Heijden, advocaat te Hilversum, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De tenlastelegging en de wijziging van de tenlastelegging zijn als bijlagen aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair
op 10 april 2017 te Hilversum geprobeerd heeft om in vereniging opzettelijk [benadeelde partij] van het leven te beroven door met een mes in de buikstreek te steken;
subsidiair
op 10 april 2017 te Hilversum in vereniging aan [benadeelde partij] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door met een mes in de buikstreek te steken;
meer subsidiair
op 10 april 2017 te Hilversum geprobeerd heeft om in vereniging aan [benadeelde partij] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door met een mes in de buikstreek te steken;
meest subsidiair
op 10 april 2017 te Hilversum openlijk geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde partij] door te slaan in het gezicht en/of vast te pakken en/of tegen te houden en een mes in de buikstreek te steken, waardoor [benadeelde partij] (zwaar) lichamelijk letsel heeft bekomen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte van het primair, subsidiair en meer subsidiair moet worden vrijgesproken, omdat onvoldoende bewijs aanwezig is dat verdachte wist dat medeverdachte [medeverdachte] een mes bij zich had. Ook is er onvoldoende bewijs dat verdachte ermee instemde dat aangever gestoken werd.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het meest subsidiair ten laste gelegde veroordeeld zal worden, omdat verdachte aangever vast had op het moment dat medeverdachte [medeverdachte] aangever stak. Verdachte was de agressor en heeft [medeverdachte] erbij geroepen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat verdachte van al hetgeen ten laste is gelegd moet worden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Zij heeft daartoe aangevoerd dat uit het dossier niets anders blijkt dan dat medeverdachte [medeverdachte] aangever heeft gestoken met een mes en dat dit incident voor verdachte en andere aanwezigen uit het niets kwam. Door de anderen is geen geweld gepleegd en zij wisten niet dat [medeverdachte] een mes bij zich had. Er is geen nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte heeft geen substantiële bijdrage geleverd aan het geweld. Ten aanzien van de verdenking van openlijk geweld heeft de raadsvrouw verder opgemerkt dat het slaan en/of stompen tegen het gezicht, althans het lichaam, alleen blijkt uit de derde verklaring van aangever. In deze verklaring heeft aangever het incident ernstiger gemaakt waar hij later op teruggekomen is, zodat niet klakkeloos uitgegaan kan worden van de juistheid van deze verklaring. Er zijn geen foto’s van letsel of een medische verklaring waaruit het slaan en/of stompen blijkt. Evenmin blijkt uit het dossier dat verdachte aangever heeft vastgehouden op het moment dat [medeverdachte] aangever stak met een mes.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, net als de officier van justitie en de raadsvrouw, van oordeel dat het onder primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte opzet heeft gehad op het medeplegen van poging doodslag of het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel of poging daartoe. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het meest subsidiair ten laste gelegde openlijk geweld is van belang dat vaststaat dat de medeverdachte aangever heeft gestoken in de buikstreek en dat verdachte aangever op enig moment heeft vastgepakt. Niet is gebleken dat dit vastpakken heeft plaatsgevonden op het moment dat de medeverdachte heeft gestoken. Ook is uit het dossier onvoldoende gebleken dat verdachte aangever heeft geslagen. Verder is niet komen vast te staan dat de verdachte opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, op het door de medeverdachte uitgeoefende geweld heeft gehad. Hierdoor kan het in vereniging plegen van geweld niet worden vastgesteld. De rechtbank acht derhalve ook het meest subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte ook hiervan zal worden vrijgesproken.

5.BESLAG

Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp van verdachte, te weten een nabootsing vuurwapen (veerdrukpistool) Marksman Repeater met wapennummer [wapennummer] , onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Het voorwerp is bij gelegenheid van het onderzoek naar het feit waarvan hij wordt verdacht aangetroffen. Dit voorwerp kan bovendien dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven, dan wel tot belemmering van de opsporing daarvan.

6.BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde partij] heeft zich, vertegenwoordigd door mr. J.D. van der Heijden, advocaat te Hilversum, als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.213,67. Dit bedrag bestaat uit € 613,67 materiële schade en € 1.600,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde feit.
6.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de vordering geheel kan worden toegewezen waarbij de betalingsverplichting voor verdachte op een derde van het bedrag moet worden gesteld en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair gesteld dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard gelet op de door haar bepleite vrijspraak en subsidiair vanwege een onevenredig belasting van het strafgeding.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu de verdachte geheel van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van de verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

7.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

8.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:
 een nabootsing vuurwapen (veerdrukpistool) Marksman Repeater met wapennummer [wapennummer] .
Benadeelde partij
- verklaart [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. H. Vegter, voorzitter, mrs. K.G. van de Streek en G. van de Beek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 augustus 2017.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Primair
hij, op of omstreeks 10 april 2017, te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde partij] van het leven te beroven, met dat opzet als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s) meermalen, althans
eenmaal, met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp in de buik(streek), althans het lichaam, van die [benadeelde partij] gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair
hij, op of omstreeks 10 april 2017, te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [benadeelde partij] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een of meer steekwonden in de buik(streek), heeft toegebracht, door voornoemde [benadeelde partij] meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp in
de buik(streek) te steken;
Meer subsidiair
hij, op of omstreeks 10 april 2017, te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde partij] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk met een mes, althans met een
scherp en/of puntig voorwerp meermalen, althans eenmaal heeft gestoken in de buik(streek), althans het lichaam van die [benadeelde partij] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meest subsidiair
hij, op of omstreeks 10 april 2017, te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op of aan de openbare weg, te weten de 1e Oosterstraat, in elk geval op of aan een
openbare weg, openlijk met verenigde krachten geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde partij] , welk geweld bestond uit opzettelijk meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen tegen het gezicht, althans het lichaam, van die [benadeelde partij] en/of het vastpakken en/of tegenhouden van die [benadeelde partij] en/of het opzettelijk met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, (meermalen) steken in de buik(streek), althans het lichaam, van die [benadeelde partij] ten gevolge van dat geweld voornoemde [benadeelde partij] lichamelijk letsel en/of zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen.