ECLI:NL:RBMNE:2017:4091
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Vegter
- K.G. van de Streek
- G. van de Beek
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging doodslag en zware mishandeling wegens onvoldoende bewijs van medeweten van mesbezit
Op 8 augustus 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De zaak vond plaats in Lelystad en was het resultaat van een zitting op 25 juli 2017. De officier van justitie, mr. M.H. Hoogendam, vorderde vrijspraak voor de verdachte, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist dat zijn medeverdachte een mes bij zich had. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.H. Tiemens, pleitte ook voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet betrokken was bij het geweld en dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte opzet had op het medeplegen van de poging tot doodslag of het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, inclusief openlijk geweld, omdat niet was aangetoond dat de verdachte op het moment van de steekpartij betrokken was bij het geweld. Daarnaast werd een in beslag genomen vuurwapen onttrokken aan het verkeer, en werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte van alle beschuldigingen was vrijgesproken.