Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingslocatie Utrecht
1.De stukken
- voormeld schriftelijk verzoek tot uitlevering d.d. 2 februari 2017;
- een gewaarmerkt afschrift van een door Albanië tegen de opgeëiste persoon afgegeven bevel tot voorlopige inhechtenisneming d.d. 16 december 2016;
- een bevel aanhouding van de rechtbank Tirana van 16 december 2016;
- de aanhouding van de opgeëiste persoon op 24 januari 2017;
- het bevel tot inverzekeringstelling van de opgeëiste persoon van 24 januari 2017;
- het bevel bewaring van de rechter-commissaris voor een periode van 20 dagen van 26 januari 2017;
- een uiteenzetting van de feiten waarvoor de uitlevering wordt verzocht en die de basis vormen voor de verdenking op grond waarvan de opgeëiste persoon wordt vervolgd;
- de teksten van de volgens het recht van de verzoekende Staat toepasselijke wetsbepalingen;
- een vertaling van voormelde stukken in het Nederlands.
2.Het uitleveringsverzoek
3.De procesgang
- mr. C.Y. Kekik, advocaat te Schiedam;
- de officier van justitie.
4.Toepasselijke verdragen en wetten
- de Uitleveringswet, zoals deze luidde tot 1 maart 2017;
- het Europees Uitleveringsverdrag (hierna ook te noemen EUV);
- de Nederlandse strafwet;
- de Albanese wetsbepalingen.
5.De identiteit van de opgeëiste persoon
6.Beoordeling van de toelaatbaarheid van de verzochte uitlevering
7.De gevangenhouding van de opgeëiste persoon
8.Toepasselijke wets- en verdragsbepalingen
9.Beslissing
toelaatbaarde uitlevering van de opgeëiste persoon aan Albanië voor zover deze strekt tot vervolging ter zake van de in genoemd bevel tot voorlopige inhechtenisneming d.d. 16 december 2016 gerelateerde feiten.