ECLI:NL:RBMNE:2017:4010

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 augustus 2017
Publicatiedatum
1 augustus 2017
Zaaknummer
16/659407-16 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misbruik van positie als conciërge voor het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografie en verduistering van leerlingenfoto's

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 2 augustus 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 29-jarige man uit Weesp, die als conciërge op een school in Hilversum werkte. De man werd beschuldigd van het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en het wederrechtelijk zich toe-eigenen van klassen- en pasfoto's van leerlingen. De rechtbank oordeelde dat de man grote aantallen klassen- en pasfoto's van leerlingen had gekopieerd en mee naar huis had genomen. Daarnaast ontving hij via internet tussen de 20 en 30 afbeeldingen van kinderporno. De rechtbank veroordeelde de man tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 80 uur. De rechtbank hield rekening met het feit dat de man in een sociaal isolement verkeert en worstelt met zijn seksuele geaardheid. De reclassering schatte de kans op herhaling laag in, maar de rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een verbod om op scholen te werken. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het misbruik van de positie van de conciërge, wat het vertrouwen van de school in hem ernstig had geschaad.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/659407-16 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 2 augustus 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1987] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 juli 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B.E.M. van de Ven en van hetgeen verdachte en diens raadsman mr. R.A. Dayala, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. primair: in de periode van 29 mei 2014 tot en met 10 november 2015 te Weesp meermalen kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven, in zijn bezit heeft gehad of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, waarbij de seksuele gedraging bestond uit het oraal en/of vaginaal penetreren en/of het naakt laten poseren in een erotisch getinte houding en/of door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden.
1. subsidiair: in de periode van 29 mei 2014 tot en met 14 juni 2014 te Weesp meermalen heeft gepoogd om kinderpornografische afbeeldingen te verwerven, in bezit te krijgen of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang te verschaffen, door te chatten met een chatcontact genaamd ‘ [chatnaam 1] ’ over schoolmeisjes en hem te vragen of hij ‘KP’ heeft, een site kent waar ‘KP’ getoond wordt of een filmpje van een tiener heeft.
2. in de periode van 10 november 2013 tot en met 10 november 2015 te Weesp en/of Hilversum opzettelijk meerdere (digitale) klassenfoto’s en/of pasfoto’s van leerlingen van het [naam school] , die toebehoorden aan het [naam school] , en die verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als conciërge onder zich had, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Ten aanzien van feit 1 primair heeft de officier van justitie verwezen naar chatgesprekken tussen verdachte en het chatcontact genaamd [chatnaam 1] over kinderporno en de verklaring van verdachte dat hij naar aanleiding van deze chatgesprekken kinderpornografische afbeeldingen heeft verkregen. Hoewel op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers geen kinderpornografie is aangetroffen, blijkt uit de bewijsmiddelen onmiskenbaar dat het om kinderpornografische afbeeldingen gaat, zodat feit 1 primair kan worden bewezen. De officier van justitie acht bewezen dat het daarbij ging om afbeeldingen met daarop orale dan wel vaginale penetratie; dat verdachte afbeeldingen heeft verworven/in bezit heeft gehad waarop wordt geposeerd in een erotisch getinte houding, vindt de officier van justitie niet bewezen. Met betrekking tot feit 2 heeft de officier van justitie opgemerkt dat de foto’s individualiseerbaar zijn, een bepaalde waarde vertegenwoordigen in het maatschappelijk verkeer en kunnen worden overgedragen, zodat sprake is van een goed in de zin van artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 1 (primair en subsidiair) en 2 ten laste gelegde feiten. Voor feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat niet vast staat dat het om kinderpornografische afbeeldingen gaat nu het materiaal niet bij verdachte is teruggevonden. De enkele verklaring van verdachte dat het om kinderporno zou gaan, is onvoldoende om het onder 1 ten laste gelegde te kunnen bewijzen. Bovendien had verdachte met zijn vraag naar kinderporno de bedoeling om er achter te komen wat voor vlees hij met [chatnaam 1] in de kuip had en niet om daadwerkelijk kinderpornografische afbeeldingen te ontvangen.
Voor feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat op de website van de school veel foto’s zijn geplaatst die niet beveiligd zijn en die bovendien voorzien zijn van een downloadknop. De foto’s zijn daarmee toegankelijk gemaakt voor het publiek. Nu niet duidelijk is welke foto’s verdachte heeft gekopieerd, kan niet worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1
Uit onderzoek van de politie is gebleken dat de gebruiker van de chatnaam ‘ [chatnaam 1] ’ op verschillende data heeft gechat met ‘ [chatnaam 2] ’. Het IP-adres van [chatnaam 2] leidde naar het adres van verdachte te [woonplaats] . In een chatgesprek op 29 mei 2014 vraagt [chatnaam 2] aan [chatnaam 1] : ‘ken jij een site waar KP wordt getoont’. Op 31 mei 2014 zegt [chatnaam 2] : ‘heb zin in een jonge meid te neuken’. Op 14 juni 2014 vraagt [chatnaam 2] : ‘heb je ook kp’. [chatnaam 1] vraagt daarop: ‘kp?’, waarop [chatnaam 2] antwoordt: ‘kinderporno’. Als [chatnaam 1] die vraag ontkennend beantwoordt, vraagt [chatnaam 2] : ‘of een filmpje van een tiener?’. [2]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij vanaf januari 2015 ongeveer anderhalf jaar met [chatnaam 1] heeft gechat. [chatnaam 2] is een nickname van hem. Ze hebben foto’s naar elkaar gestuurd en daar op gemasturbeerd. Hij heeft [chatnaam 1] gevraagd of hij kinderporno had en hij heeft toen zo’n dertig blootfoto’s van meisjes gekregen. Dit waren foto’s van meisjes, geheel naakt, poserend, waarbij ze seks hadden met een volwassen man. Hij zag dat de meisjes de man aan het pijpen waren en dat de man de meisjes vaginaal penetreerde. De meisjes hadden de leeftijd van tien tot zestien jaar oud. Hij heeft de kinderporno zo’n anderhalf jaar geleden ontvangen en deze foto’s twee maanden in zijn bezit gehad. [3]
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij meteen een naaktfoto kreeg toegestuurd nadat hij [chatnaam 1] vroeg of hij kinderporno had. Hij heeft tijdens verschillende chatgesprekken een stuk of twintig foto’s gekregen. Het waren foto’s van naakte meisjes die handelingen verrichtten. Hij zag een meisje van een jaar of veertien dat gepenetreerd werd door een man. Dat is volgens verdachte kinderporno. Hij heeft de foto’s geopend en opgeslagen op zijn computer en ze daar twee maanden bewaard. Daarna heeft hij ze vernietigd. [4]
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
De rechtbank is van oordeel dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Weliswaar zijn op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers geen kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen, maar uit de verklaring van verdachte bij zowel de politie als ter zitting blijkt dat hij, naar aanleiding van zijn vraag of [chatnaam 1] kinderporno heeft, van deze [chatnaam 1] afbeeldingen heeft ontvangen die onmiskenbaar als kinderpornografie kunnen worden gekwalificeerd. Verdachte heeft immers verklaard dat op de afbeeldingen seksuele gedragingen – namelijk het oraal en vaginaal penetreren – te zien waren van meisjes tussen de tien en zestien jaar oud. Voor verdachte was, toen hij de afbeeldingen ontving, duidelijk dat dit kinderporno betrof. Dat heeft verdachte ter zitting bevestigd. De rechtbank neemt daarbij ook in aanmerking dat verdachte gedurende zeven jaren als conciërge op een school in het voortgezet onderwijs heeft gewerkt, en dat mag worden aangenomen dat hij een juiste inschatting van de leeftijd van de betreffende meisjes kon maken. Verdachte heeft de ontvangen afbeeldingen niet direct verwijderd, maar ze geopend, bekeken, opgeslagen en zo’n twee maanden op zijn computer bewaard. Dat verdachte [chatnaam 1] om kinderporno heeft gevraagd zonder de bedoeling om die ook van hem te krijgen, acht de rechtbank niet aannemelijk gelet op de seksueel getoonzette setting van de chatgesprekken en op het doorvragen van verdachte als [chatnaam 1] zijn vraag ontkennend beantwoordt.
De rechtbank is van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte afbeeldingen heeft verworven/in bezit heeft gehad waarop wordt geposeerd in een erotisch getinte houding. Van dit gedeelte van het onder 1 primair ten laste gelegde zal verdachte dan ook worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2
Op de onder verdachte inbeslaggenomen gegevensdragers stonden foto’s van meisjes in de leeftijd tussen de twaalf en zestien jaar oud in een schoolomgeving, namelijk in klassen, op podia en gemeenschappelijke ruimtes en pasfoto’s van meisjes in dezelfde leeftijdscategorie. Op de laptop van verdachte stonden drie vermoedelijke schoolfoto’s, op de USB-stick Verbatim stonden 1.378 pasfoto’s en 642 vermoedelijke schoolfoto’s en op de USB-stick Directplay 359 vermoedelijke schoolfoto’s. [5]
[A] , directeur-bestuurder van de [stichting] in het Gooi waarin ook het [naam school] te [vestigingsplaats] is opgenomen, heeft verklaard dat de pasfoto’s en klassenfoto’s van de leerlingen op een server van de school stonden. Sommige delen van de server zijn besloten, zodat een werknemer daar alleen met een bepaalde autorisatie bij kan komen. Op de M-schijf staan onder andere de pasfoto’s van de leerlingen. Alle medewerkers, dus ook verdachte, kunnen deze schijf benaderen. Verdachte heeft zonder toestemming van de school digitale fotobestanden gekopieerd van het schoolaccount en op zijn privélaptop geplaatst. [6]
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij als conciërge op het [naam school] te [vestigingsplaats] werkte. Twee jaar geleden heeft hij een USB-stick meegenomen naar school en daar alle pasfoto’s van leerlingen gekopieerd. Hij heeft thuis een schifting gemaakt. De pasfoto’s van jongens heeft hij verwijderd en de bestanden van de meisjes die interessant waren, heeft hij bewaard. Hij heeft zeker drie keer een USB-stick mee naar school genomen. [7]
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij in 2014 zowel pasfoto’s als klassenfoto’s van het beschermde net van de school heeft gehaald. De foto’s stonden op een schijf die alleen toegankelijk was voor medewerkers. Hij heeft ze daarvan gekopieerd, op een USB-stick gezet en mee naar huis genomen. [8]
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 2
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de foto’s als een goed kunnen worden aangemerkt in de zin van artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank overweegt dat de op de website van de school geplaatste foto’s weliswaar vrij toegankelijk zijn, maar dat op de website geen klassenfoto’s of pasfoto’s staan. Uit de aangifte en de verklaring van verdachte blijkt dat de klassenfoto’s en pasfoto’s op een beschermde omgeving stonden die slechts voor medewerkers van de school toegankelijk was. Anders dan de raadsman oordeelt de rechtbank dat de foto’s ook individualiseerbaar zijn, nu de officier van justitie ter zitting een aantal pasfoto’s van meisjes en een klassenfoto heeft getoond die door verdachte in chatgesprekken zijn gedeeld.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1. primair
in de periode van 29 mei 2014 tot en met 10 november 2015 te Weesp, meermalen, telkens afbeeldingen, te weten foto's bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het met de penis oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt.
2.
op tijdstippen in de periode van 10 november 2013 tot en met 10 november 2015 te Hilversum, opzettelijk meerdere (digitale) klassenfoto's en pasfoto's van leerlingen van de [naam school] , toebehoorde aan het [naam school] , welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als conciërge onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder feit 1 primair en feit 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 primair:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Feit 2:
verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, met als bijzondere voorwaarden 1) reclasseringscontact en 2) het verbod voor verdachte om op een school te werken, met een proeftijd van drie jaren, en daarnaast een taakstraf van tachtig uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door veertig dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte zijn baan kwijt is, het ten laste gelegde dateert van meer dan drie jaar geleden en verdachte geen strafblad heeft. De raadsman heeft de rechtbank verzocht verdachte een geheel voorwaardelijke taakstraf op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De strekking van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is het tegengaan van seksueel misbruik van jeugdigen en de exploitatie van dergelijk misbruik. Centraal hierin staat de bescherming van de (afgebeelde) jeugdige. De vraag naar en het bezit van kinderpornografie draagt bij aan de productie ervan en daarmee aan het misbruik van kinderen, zodat niet alleen de productie en handel, maar ook het bezit ervan moet worden bestreden. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die slachtoffer zijn van kinderpornografie nog jaren lang, zo niet hun verdere leven, de niet alleen psychische, maar ook de vaak lichamelijke gevolgen ondervinden van het (seksueel) misbruik dat zij hebben moeten doorstaan en de daarmee gepaard gaande vernederingen.
Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking door grote aantallen klassen- en pasfoto’s van leerlingen van de school waar hij als conciërge werkzaam was te kopiëren op USB-sticks en deze mee naar huis te nemen. De rechtbank acht het zeer kwalijk dat verdachte zijn positie als conciërge op deze manier heeft misbruikt en daarmee het door de school in hem gestelde vertrouwen heeft beschaamd. De rechtbank acht het des te ernstiger dat verdachte, blijkens zijn verklaring, de foto’s ook heeft verspreid door deze te delen op de site [website] – een homosite – en door twee mannen met wie hij via [website] contact had bij hem thuis te ontvangen en hen de gelegenheid heeft gegeven om zo’n driehonderd pasfoto’s te kopiëren en mee te nemen. Wat verdachte heeft gedaan is onomkeerbaar. De foto’s van de leerlingen zullen tot in lengte van dagen op het internet circuleren op bovendien discutabele websites. De rechtbank rekent dit verdachte ernstig aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 15 mei 2017 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van een tweetal reclasseringsrapporten van 7 oktober 2016 en 17 november 2016. De reclassering ziet een kwetsbare man die in een sociaal isolement verkeert en worstelt met zijn seksuele geaardheid. Op internet kreeg hij contact met een man door wie hij zich gehoord en begrepen voelde. Om aardig gevonden te worden, deelde hij op internet afbeeldingen van leerlingen van de school waar hij werkte. Vanuit zorgoogpunt acht de reclassering behandeling wel geïndiceerd, maar niet in een justitieel kader nu het recidiverisico als laag wordt ingeschat.
De straf
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigt de ernst van het onder 1 primair bewezen verklaarde – het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografie – in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Omdat het gaat om een beperkt aantal foto’s die verdachte gedurende een korte periode van twee maanden in zijn bezit heeft gehad, het bewezenverklaarde in 2014 plaatsvond en de rechtbank zonder verdachtes bekennende verklaring niet tot een bewezenverklaring had kunnen komen, zal de rechtbank aan verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
De rechtbank overweegt dat verdachte er ter zitting blijk van heeft gegeven ook nu nog op zoek te zijn naar de grenzen van wat wel en geen kinderporno is, en dat verdachte ter zitting weliswaar spijt heeft betuigd, maar daarbij vooral oog had voor zijn eigen belangen en weinig empathie met de slachtoffers heeft getoond. De rechtbank is van oordeel dat hieruit blijkt dat het gevaar voor recidive niet is geweken en zij ziet het belang van toezicht door de reclassering gedurende een langere periode. Met de officier van justitie is de rechtbank daarom van oordeel dat aan voornoemde voorwaardelijke straf bijzondere voorwaarden dienen te worden verbonden, namelijk een meldplicht bij de reclassering en het verbod voor verdachte om op scholen met minderjarigen werkzaam te zijn. De rechtbank zal de proeftijd bepalen op drie jaren.
Daarnaast zal de rechtbank verdachte wat betreft de onder 2 bewezen verklaarde verduistering een taakstraf van na te melden duur opleggen.

9.BESLAG

Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten een laptop Asus, verbeurd verklaren. Met betrekking tot dit voorwerp is het onder 2 bewezen verklaarde feit begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22b, 22c, 22d, 33, 33a, 57, 240b, 321 en 322 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 primair en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
1 maand;
- bepaalt dat de gevangenisstraf
niet zal worden ten uitvoergelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
3 jarenvast;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte gedurende de proeftijd:
* zich zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich zal houden aan de (het gedrag van de veroordeelde betreffende) voorwaarde dat hij niet op scholen met minderjarigen werkzaam zal zijn;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van
80 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 40 dagen hechtenis;

Beslag

- verklaart het volgende voorwerp verbeurd: 1.00 STK Computer Asus F751M notebook (omschrijving 15-2932-001).
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Bos, voorzitter, mrs. R.B. Eigeman en
N.E.M. Kranenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.M. van Zwet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 augustus 2017.
Mrs. H.J. Bos en N.E.M. Kranenbroek zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 mei 2014 tot en met 10 november 2015 te Weesp, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeelding, te weten foto's en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 mei 2014 tot en met 14 juni 2014 te Weesp, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen te weten foto's en/of films
gegevensdragers bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, te verwerven, in bezit te krijgen en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang te verschaffen,
door (telkens) opzettelijk te chatten met een chatcontact genaamd " [chatnaam 1] " en te chatten over schoolmeisjes en/of over het feit dat ze schoolmeisjes lekker vinden en/of door tegen die " [chatnaam 1] " te zeggen "heb zin in een jonge meid te neuken" en/of door (pas)foto's van minderjarig meisjes te sturen en/of (vervolgens) opzettelijk aan een chatcontact genaamd
" [chatnaam 1] R" te vragen "Ken jij een site waar KP word getoont" en/of "heb je ook kp" en/of "of een filmpje van een tiener?"
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 november 2013 tot en met 10 november 2015 te Weesp en/of Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk meerdere (digitale) klassenfoto's en/of pasfoto's van leerlingen van de [naam school] , in elk geval enig goed, dat / die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de [naam school] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van / als conciërge, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 16 maart 2016, genummerd 2015137202, opgemaakt door politie Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme Midden-Nederland, doorgenummerd 1 t/m 89. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 28 t/m 29 en de daarbij gevoegde bijlage, p. 31.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 20 t/m 21.
4.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 juli 2017.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 67 t/m 68.
6.Proces-verbaal van verhoor aangever [A] , p. 75 en 77.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 19.
8.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 juli 2017.