ECLI:NL:RBMNE:2017:3954

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 augustus 2017
Publicatiedatum
31 juli 2017
Zaaknummer
16/652093-17, 16/659158-16 (Tul, alg.) en 16/659158-16 (Tul, bijz.) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot mensenhandel en ontucht door een minderjarige met een derde

Op 1 augustus 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 28-jarige man uit Utrecht, die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot mensenhandel en ontucht door een minderjarige. De man heeft gedurende een periode van ongeveer zes maanden een minderjarig meisje en een meerderjarige vrouw onder druk gezet om zich beschikbaar te stellen voor seksuele diensten. Hij heeft het slachtoffer bedreigd met de verspreiding van naaktbeelden en heeft geprobeerd haar te dwingen tot prostitutie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man op geraffineerde wijze te werk ging, door het slachtoffer het idee te geven dat zij een relatie hadden. Hij heeft stiekem beelden van haar gemaakt en deze gebruikt als drukmiddel. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is er een contactverbod opgelegd met de slachtoffers. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de man eerder is veroordeeld voor vergelijkbare feiten en dat hij tijdens zijn proeftijd opnieuw in de fout is gegaan. De rechtbank heeft de dagvaarding voor een deel nietig verklaard, omdat deze niet voldeed aan de wettelijke eisen. De zaak is behandeld op de terechtzittingen van 14 april, 13 juni en 18 juli 2017, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vordering van de officier van justitie en de standpunten van de verdediging.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/652093-17, 16/659158-16 (Tul, alg.) en 16/659158-16 (Tul, bijz.) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 1 augustus 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1989] te [geboorteplaats]
thans gedetineerd in de PI Nieuwegein te Nieuwegein.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 14 april 2017, 13 juni 2017 en 18 juli 2017. De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 18 juli 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.H. van Dijk, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de terechtzitting van 13 juni 2017 gewijzigd. De tenlastelegging en de wijziging van de tenlastelegging zijn als bijlagen aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt, kort en feitelijk weergegeven, neer op het volgende:
1. Primair:
Plegen van mensenhandel in de periode van 4 juli 2016 tot en met 19 januari 2017 te Utrecht/Zeist/Velsenbroek/Zandvoort/ Tienhoven ten aanzien van [slachtoffer] ;
Subsidiair:
Poging tot plegen van mensenhandel in de periode van 4 juli 2016 tot en met 19 januari 2017 te Utrecht/Zeist/Velsenbroek/Zandvoort/ Tienhoven ten aanzien van [slachtoffer] ;
2. Plegen van dwang in de periode van 4 juli 2016 tot en met 19 januari 2017 te Utrecht/Zeist/Velsenbroek/Zandvoort/ Tienhoven ten aanzien van [slachtoffer] ;
3. Primair:
Plegen van ontucht door een minderjarige met een derde opzettelijk bevorderen in de periode van 1 juli 2016 tot en met 10 augustus 2016 te Utrecht/Zeist/ Oostvoorne ten aanzien van [aangeefster 4] ;
Subsidiair:
Poging tot het plegen van ontucht door een minderjarige met een derde opzettelijk bevorderen in de periode van 1 juli 2016 tot en met 10 augustus 2016 te Utrecht/Zeist/ Oostvoorne ten aanzien van [aangeefster 4] ;
4. Diefstal van een Iphone 6 van [aangeefster 3] op 18 januari 2017 te Utrecht;
5. Diefstal van een Iphone 6 van [aangeefster 1] op 19 juni 2016 te Utrecht;
6. Diefstal van een Iphone 5 en/of een telefoonhoesje, en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart en/of een betaalkaart van [aangeefster 2] in de periode van 16 januari 2017 tot en met 17 januari 2017 te Utrecht.

3.VOORVRAGEN

Geldigheid van de dagvaarding ten aanzien van feit 2
De officier van justitie heeft onder 2 het plegen van dwang, in de zin van artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) ten opzichte van [slachtoffer] , ten laste gelegd. De rechtbank overweegt dat uit de tenlastelegging echter niet blijkt waartoe [slachtoffer] gedwongen werd. Indien het doel van de dwang voor alle betrokkenen duidelijk was, dan zou dit geen probleem opleveren. In dit geval is uit het verhandelde ter terechtzitting gebleken, dat de officier van justitie uitgaat van een ander handelen, dan door de raadsman en verdachte is begrepen. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat de dagvaarding, voor zover het betreft het onder feit 2 tenlastegelegde, niet aan de door artikel 261, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) gestelde eisen voldoet. Immers ontbreekt een duidelijke en begrijpelijke opgave van het feit dat ten laste wordt gelegd.
De rechtbank zal om die reden de dagvaarding partieel, voor wat betreft feit 2, nietig verklaren.
Voor het overige is de dagvaarding geldig, de rechtbank bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder feit 1 subsidiair, feit 2, feit 3 subsidiair, en de feiten zoals onder 4, 5 en 6 ten laste gelegd wettig en overtuigend bewezen k worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder de feiten 4, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard, omdat verdachte deze feiten heeft bekend. De raadsman heeft daarnaast vrijspraak bepleit ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3. Hiertoe heeft de raadsman – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat onvoldoende bewijs in het dossier voorhanden is om tot een bewezenverklaring van deze feiten te kunnen komen. Verder heeft de raadsman in aanvulling daarop voor deze feiten – samengevat – het volgende aangevoerd:
-ten aanzien van feit 1: dat de verklaring van het slachtoffer met voorzichtigheid moet worden beoordeeld en dat onvoldoende is gebleken dat sprake is geweest van geweld, dwang, dreiging met een andere feitelijkheid dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht of kwetsbare positie;
ten aanzien van feit 2: dat van belang is voor de kwalificatie van het feit en de strafmaat, dat dit feit dusdanig samenhangt met feit 1 dat sprake is van eendaadse samenloop, dan wel voortgezette handeling als gevolg waarvan de rechtbank een keuze zou moeten maken daartussen;
- ten aanzien van feit 3 primair: dat in ieder geval enkele bestanddelen uit de tenlastelegging niet bewezen kunnen worden verklaard; en
- ten aanzien van feit 3 subsidiair: dat de berichten onvoldoende concreet en specifiek zijn om te kunnen spreken van een poging tot het bevorderen van ontucht door een minderjarige.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Ten aanzien van feit 1
Primair: vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een voltooid delict in de zin van artikel 273f, eerste lid, aanhef en sub 1 dan wel sub 4 Sr, zoals primair ten laste gelegd. Niet vast is komen te staan dat er sprake is geweest van het werven, vervoeren, overbrengen, gehuisvest hebben of opgenomen hebben van [slachtoffer] door verdachte. Weliswaar kan vastgesteld worden dat verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen, dan wel heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, zoals onder sub 4 opgenomen. Immers, [slachtoffer] heeft op een gegeven moment tegenover verdachte ingestemd om met een ander seks te gaan hebben en zij heeft daarvoor ook een afspraak geregeld met een jongen die zij als een klant aan verdachte presenteerde ( [A] ). Aangezien [slachtoffer] echter zelf heeft verklaard dat zij nimmer van plan is geweest daadwerkelijk uitvoering te geven aan deze afspraak en zij, zodra zij bij [A] binnen was, de politie heeft gebeld, is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een voltooid delict. Nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zal de rechtbank hem daarvan vrijspreken.
Subsidiair
Bewijsmiddelen [1]
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer]
Sinds 4 juli 2016 kreeg ik een relatie met [verdachte] . Ik heb hem leren kennen via Facebook. De relatie tussen ons begon leuk en het was gezellig.
Na een rechtszaak op 12 juli 2016 is [verdachte] gelijk de gevangenis in gegaan. In de tijd dat [verdachte] in de gevangenis zat, had ik gewoon contact met hem. We belden regelmatig. [2]
Op 23 of 24 september 2016 kreeg ik te horen dat [verdachte] met verlof ging. Samen met [verdachte] ben ik toen naar het [hotel] in [vestigingsplaats] gegaan voor twee nachten.
Na de eerste nacht had [verdachte] in mijn telefoon gekeken en gezien dat ik met andere jongens berichten aan het sturen was. Gezien de reactie van [verdachte] liet ik weten dat ik weg wilde. [verdachte] zei toen tegen mij dat ik niet weg mocht gaan. [verdachte] liet mij vervolgens een filmpje van mijzelf zien dat ik naakt onder de douche stond. Daarbij liet hij zien dat hij telefoonnummers, onder andere van mijn moeder, uit mijn mobiele telefoon had gehaald. Als ik weg zou gaan, zou hij dit filmpje naar iedereen opsturen. Ik werd toen erg boos op [verdachte] en wilde toch weg gaan. Dit mocht niet van hem en hij hield de deur ook voor mij dicht. [verdachte] dreigde weer het filmpje op te sturen, dus besloot ik naar [verdachte] te luisteren. [verdachte] vertelde ook andere soort filmpjes van mij te hebben. Ook zou hij een filmpje hebben waarin ik seks met hem heb. Ik kan mij hier alleen niets van herinneren. Ik ben vervolgens wel wat gaan eten met [verdachte] en tijdens het eten bood hij meerdere keren zijn excuses aan. Ik heb [verdachte] toen min of meer vergeven. Ik was gewoon erg verliefd op hem. In de middag deed [verdachte] ineens erg boos naar mij. Ik hoorde dat [verdachte] ineens tegen mij zei dat hij alsnog alles naar mijn moeder ging sturen en mijn leven hiermee ging verpesten. [verdachte] zei dat ik dit nog op één manier kon oplossen. Ik moest geld verdienen door mijzelf te prostitueren.
Ik heb hierna nog ongeveer vijf dagen met [verdachte] doorgebracht. Na de twee dagen in [vestigingsplaats] zijn wij naar het [hotel] in [vestigingsplaats] gegaan. Hierna hebben wij een nacht in de auto geslapen. In Zandvoort heb ik tegen [verdachte] gezegd dat ik mee zal doen aan zijn plan om mijzelf te prostitueren. Ik wist dat ik dit niet ging doen, dus had voor mijzelf al het plan gemaakt om een vriend te contacten welke dan mijn eerste klant zou ‘spelen’. Toen ik had ingestemd, deed [verdachte] weer erg lief tegen mij. Toen wij eenmaal in de auto verbleven, ben ik gaan huilen. Ik hoopte dat [verdachte] zou zien dat ik eigenlijk niet mee wilde werken aan zijn plan. [verdachte] liet mij alleen maar weten niet minder van mij te gaan houden. Inmiddels had ik via Facebook contact met die vriend, [A] . Ik liet [verdachte] weten dat ik een betaalde klant had en dat we hier naartoe konden gaan. Wij zijn dus naar [A] toe gegaan in [woonplaats] . Daar stond [A] op mij te wachten. Ik ben toen de woning van [A] in gegaan. In het huis van [A] heb ik de politie gebeld en vervolgens is [verdachte] aangehouden. [3]
Na ongeveer drie weken heeft [verdachte] het telefoonnummer van een goede vriendin van mij weten te ontfutselen bij familie van mij. Hij heeft contact met haar gehad en zij heeft [verdachte] verteld dat ik de politie had gebeld. Hierop heeft [verdachte] mij wederom gebeld en hij dreigde weer alle filmpjes openbaar te maken. [verdachte] belde mij meerdere keren en heeft ook mijn voicemail ingesproken. Hierin zegt hij dat ik bij hem op bezoek moest komen om het uit te praten. Als ik dit niet deed, zouden de filmpjes en inmiddels ook foto’s verspreid worden op de school van mijn dochter. Ook zei hij dit te verspreiden in de straat waar mijn ouders wonen. Ik ben toen bij hem op bezoek gegaan.
Op 9 december 2016 werd [verdachte] vrijgelaten uit de gevangenis. Ik ben [verdachte] toen op gaan halen. Ik vroeg om zijn telefoon om de filmpjes te verwijderen. [verdachte] liet toen ineens weten de telefoon niet meer te hebben. Ik bleef zeggen dat ik wilde dat die filmpjes alsnog verwijderd zouden worden. [verdachte] beloofde dit te doen, zodra hij de telefoon had.
Ik nam [verdachte] toen mee naar mijn kamer in [woonplaats] . Daar heeft [verdachte] met mijn telefoon gerommeld en ik moest continue naar hem luisteren om hem tevreden te houden. Ik was zo klaar met het gedrag van [verdachte] dat ik op een gegeven moment tegen hem in ging. Waarschijnlijk was dit niet de reactie waar hij op zat te wachten. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij uit het niets een vuistslag gaf tegen de rechterkant van mijn gezicht. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij ineens een duw gaf in mijn buik waardoor ik met mijn rug tegen de muur knalde. Ik had pijn en kreeg hierdoor weinig lucht.
Omdat ik geen geld meer had, liet [verdachte] weten dat ik maar contact met een jongen moest zoeken via [website] . Dit was ter vervanging van de prostitutie. [verdachte] heeft vervolgens een account op [website] aangemaakt onder mijn naam en met mijn foto. Hij kreeg vervolgens contact met een jongen, [B] . [verdachte] heeft toen bij [B] aangegeven dat ik geen geld voor boodschappen had en niet eens een bed om in te slapen. Dezelfde middag sprak [verdachte] met hem af. Ik moest vervolgens met [B] naar de supermarkt. Ik heb toen onder andere wat boodschappen van [B] gehad. [4] De volgende dag kwam [B] ineens een bed voor mij brengen. Kennelijk duurde dit [verdachte] te lang, dus maakte hij ruzie. [verdachte] trok mij aan mijn haar de auto in. Hierna ben ik met [verdachte] naar mijn kamer in [woonplaats] gegaan. Omdat ik op dit moment erg bang voor hem was, heb ik contact gezocht met een vriend, [C] . Ik liet [verdachte] weten wat te drinken te gaan halen en toen ben ik naar [C] gegaan. [verdachte] heeft ruzie gemaakt met mijn huisbaas en heeft toen waardevolle spullen van mij weggenomen. Later kreeg ik van mijn huisbaas te horen dat ik weg moest uit mijn woning. De dag hierna heb ik contact gehad met [verdachte] , omdat ik mijn spullen terug wilde. [verdachte] zei dat hij de spullen terug zou geven, maar dat ik dan met hem moest komen praten. Omdat ik geen verblijf meer had, verbleef ik in [hotel] in [vestigingsplaats] . [verdachte] is naar mij toe gekomen en gebleven. Na ongeveer twee dagen begon de ellende weer. [verdachte] pakte toen mijn mobiele telefoon af. Nadat [verdachte] even bij zijn moeder geweest was, heeft hij mijn mobiele telefoon aan mij terug gegeven. [verdachte] zei bij mij te blijven en uit angst ging ik hier in mee. [5]
Rond dezelfde tijd kwam ik er achter dat ik zwanger was van [verdachte] .
Op 17 januari ben ik naar [verdachte] toe gegaan in Utrecht. We hadden een gesprek. Op een gegeven moment vroeg [verdachte] of ik bij hem terug wilde komen, ook gezien ik zwanger was van hem. Ik liet hem weten dat ik dit nog niet wilde. Het gedrag van [verdachte] draaide ineens om. Ik wilde weg lopen, maar ik voelde ineens een harde klap op de rechterkant van mijn hoofd. Ik zag dat [verdachte] mij met zijn vuist sloeg. Ook trok hij mij ineens aan mijn haar. Ik liep naar buiten en zag dat [verdachte] met mij mee liep. Eenmaal buiten begon ik te rennen. Ik zag dat [verdachte] achter mij aan rende en ik voelde dat ik een duw van hem in mijn rug kreeg. Hierdoor verloor ik mijn evenwicht en viel ik op de grond. Eenmaal op de grond zag en voelde ik dat [verdachte] mijn mobiele telefoon uit de binnenzak van mijn jas wilde pakken. Ik wilde dit niet dus begon heel hard te schreeuwen. Ik zag dat [verdachte] toen van mij wegging.
Op 18 januari kreeg ik via Facebook een bericht van een vriend, [D] . Hij liet mij weten zojuist een foto van mij te hebben gehad van [verdachte] . Dit zou een naaktfoto van mij zijn. Daarbij heeft [verdachte] mijn moeder meerdere keren lastig gevallen. Ik ben nooit eerder bij de politie geweest, omdat [verdachte] mij altijd verteld heeft dat ik gesignaleerd zou staan bij de politie. Ik weet dat dit inhoudt dat ik dan de gevangenis in zou moeten. Later hoorde ik dat dit helemaal niet het geval was. Ik was hier wel bang voor. [6]
[verdachte] heeft er ook voor gezorgd dat ik mijn baan kwijt ben. Hij is er achter gekomen dat ik werkzaam was bij het [hotel] te [vestigingsplaats] . [verdachte] heeft een review op de Facebook van mijn werk achter gelaten. Hij liet daarin weten dat ik daar werkte en de kamers gebruikte om de hoer te spelen.
Opmerking verbalisant: tijdens het afleggen van deze verklaring wordt aangeefster elke minuut door [verdachte] gebeld. [7]
Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2017
De verbalisant die met [slachtoffer] in gesprek was, zag dat zij tijdens het opnemen van de aangifte meerdere keren, eenmaal per twee minuten, werd gebeld. Dit begon anoniem en aangeefster vertelde dat dit vermoedelijk [verdachte] was. Later belde hij meerdere keren met de mobiele telefoon van zijn moeder. De verbalisant hoorde een man praten. De verbalisant hoorde dat hij aangeefster erg denigrerend toesprak. De verbalisant hoorde hem zeggen dat hij de naaktfoto’s en het filmpje van aangeefster binnen dertig minuten online ging zetten. Tijdens het gesprek met [verdachte] hoorde de verbalisant hem zeggen dat hij al een filmpje van een gesprek met aangeefster op YouTube had gezet. [8] De verbalisant hoorde hem ook zeggen dat als aangeefster niet doet wat hij zegt, hij er ook een foto van de dochter van aangeefster bij gaat zetten. De verbalisant zag dat het filmpje de titel [titel] ’ had, ‘met bijschrift ‘ [bijschrift] ’, geplaatst op 19 januari 2017. [9]
Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer]
Je gaf aan dat je [verdachte] leerde kennen via Facebook en dat je sinds 4 juli 2016 een relatie met hem hebt.
Hij vroeg of ik moderator wilde worden van zijn Facebookgroep ‘ [naam] ’. Ik heb gezegd dat dat goed was.
Toen kreeg je een relatie met hem?
Ik denk 2 à 3 weken later, maar hij zei tegen mij dat ik 4 juli aan moest houden. [10]
Ik had contact met hem via de WhatsApp, zijn telefoonnummer was [telefoonnummer] , maar hij heeft ook nog andere nummers gehad.
Het contact tussen ons ging normaal, lief. Alsof we elkaar al jaren kenden. [11]
Jullie zien elkaar dan 23/24 september op verlof en brengen twee nachten met elkaar door in een hotel in [vestigingsplaats] .
Hij liet dat filmpje zien en toen ik weg wilde gaan, zei hij dat hij dat filmpje naar mijn moeder zou sturen. Hij had het nummer van mijn moeder en [E] (
de rechtbank begrijpt: de ex-vriend van aangeefster tevens de vader van haar 8-jarige dochter [F]). [12]
Hij had gelezen dat ik via WhatsApp contact had gehad met een jongen. Hij was gekwetst, hij zei dat als ik dat soort dingen deed ik beter als hoer kon werken. Hij zei dat we geld nodig hadden en hij zei dat hij niet minder van mij ging houden en mij altijd zou helpen en steunen. Dat als ik als hoer zou werken hij mij zou helpen en begeleiden en hij er altijd voor mij zou zijn. We lagen op bed, ik lag in zijn armen. Hij zei dat we een goed leven zouden krijgen en dan genoeg geld zouden hebben.
Hoe en waar zou jij moeten gaan werken?
Bij klanten thuis of in een hotel. Hij was bezig met een advertentie op [website] , hij wilde dat ik foto’s in mijn hand zou houden met een datum erop voor op de site, maar dat wilde ik niet. Volgens mij was dit in het [hotel] in [vestigingsplaats] . Daar wilde hij klanten heen laten komen en was hij met die advertentie bezig. Hij liet aan mij zien dat hij op zijn telefoon een account had aangemaakt met zijn naam en mailadres, hij had alles al ingevuld met de titel en beschrijving. Ik had ingestemd om van hem af te komen, als ik dan bij de eerste klant was, wilde ik de politie bellen.
Wat is [website] ?
Als het goed is, bieden vrouwen zich er aan als prostituee zeg maar. Toen hij ging douchen, keek ik. Ik zag mijn foto dat ik een kort jurkje aan heb. Deze foto heeft hij met mijn gezicht erbij, op [website] geplaatst. In de nacht dat ik een black-out had, heeft hij foto’s van mijn telefoon afgehaald. Hij was niet online, want er moest een foto komen van mijn hoofd met de datum, dat is niet doorgegaan. Ik weet ook dat hij via mijn telefoon een aantal keer op die site is geweest. De titel van de advertentie was ‘ [titel] ’. [13]
En je kreeg een eerste klant, hoe ging dat?
We hadden geen geld meer en hij bleef doorgaan dat ik een klant moest zoeken. Dat heb ik toen gedaan, ik heb een vriend van mij uitgelegd wat er was en de berichtjes snel verwijderd. Want [verdachte] controleerde alles. Het maakte hem niet uit hoe ik een klant regelde. Ik zei toen tegen hem dat ik wilde dat mijn eerste klant een bekende van me was. Toen heb ik [A] gevonden en hij heeft me geholpen.
Je had met [verdachte] afgesproken dat je naar een klant zou gaan, over het geld?
Ieder de helft.
Wat had je met [verdachte] verder afgesproken?
Ik mocht niet zoenen en ik moest het veilig doen. En ik moest na 1 uur gewoon terug zijn bij hem. Hij heeft mij afgezet in mijn auto. [14]
Hij kwam erachter dat ik op 1 oktober de politie had gebeld, door [A] en door een vriendin van mij.
Hij zei dat ik hem niet had moeten verraden bij de politie. Ik zei dat ik geen andere manier zag om eruit te komen. Ik zei vaak: laat me gewoon gaan, we zijn niet goed met elkaar. Ik had toen niet eens aangifte gedaan ondanks alle heftige dingen. Maar hij ging gewoon door.
Op 17 of 18 januari stuurde hij mij via de WhatsApp allemaal foto’s en zei: als je niet terugkomt, gaan ze online. Je ziet mijn onderlichaam bij een stapelbed op een trapje. [15]
Ik was helemaal naakt. Ik denk dat die foto in de nacht van 11 op 12 januari is gemaakt.
Wat vindt [verdachte] ervan dat hij vader wordt?
In het begin niet leuk, hij zei dat hij het kind uit mijn buik ging trappen.
Wat vond je ervan dat hij zegt ik trap het kind uit je buik?
Heel heftig. Hij zegt dan dat hij gewoon boos was en moest wennen aan het idee. Hij zei ook op het laatst: ga werken voor ons drieën.
Wat bedoel je daarmee?
Dat ik als hoer moet gaan werken voor hem en mijn kind en mezelf. Ik heb ook een appje waarin staat: ga werken voor ons drieën. [16]
Hoe weet je dan dat hij dat bedoelt?
Omdat we het daar vaker over gehad hebben, dan weet ik dat hij dat bedoelt. Het staat ook in kaarten en brieven die hij mij stuurde. En in die dagboeken die ik jullie heb gegeven.
Je geeft aan dat [verdachte] met jouw telefoon heeft gerommeld in [woonplaats] , hoe zat dat?
Hij controleerde mijn telefoon iedere dag. Hij zei dat dat hij even in mijn telefoon wilde kijken om te kijken of alles waar was wat ik zei. Hij zag een negroïde vriend van mij, daar werd hij jaloers op en ik moest het verwijderden. Dat wilde ik niet. Hij sloeg mij toen ook en duwde mij tegen de muur heel hard. [verdachte] had mij opgesloten en was weggegaan. Hij had mij eerst gerustgesteld, maar hij had mijn telefoon nog die wilde ik terug, toen ging hij de kamer uit en deed de deur op slot achter zich. Ik draaide echt door maar hij ging zo veel te ver. Hij had mijn telefoon, autosleutels en hij sloot mij op. Dus ik heb alles bij elkaar geschreeuwd. Dat was 9 december 2016. Of iets later.
Sloeg hij je vaker? [17]
Ja, 3 à 4 weken geleden in Hilversum in de auto, mensen hadden de politie gebeld. Hij had mij geslagen tegen mijn linkerslaap, ik was daar misselijk van, duizelig, hoofdpijn, spugen. Ik heb toen tegen de politie gezegd dat ik misselijk was van de zwangerschap. Ik moest steeds spugen naast de auto, dus mensen hadden gebeld. Ik mocht niks zeggen tegen de politie van [verdachte] .
Waarom sloeg hij je?
Iedere keer als ik weg wilde gaan of als het over die negroïde vriend van mij ging, sloeg hij mij.
Je had geen geld en [verdachte] zei dat je een jongen moest zoeken via [website] , hoe ging dat?
[verdachte] had uit mijn naam op [website] een account aangemaakt. Ik lag naast hem toen hij dat deed. Hij zocht oudere mannen. Hij schreef dat ik geen inkomen had en op de grond sliep. Toen kwam [B] via [website] chat en stelde voor dat we samen boodschappen zouden doen. [verdachte] reageerde erop, hij had mijn telefoon. [verdachte] had de afspraak gemaakt met [B] . Ik ging erheen. [verdachte] zette mij af uit de auto. [18]
Waarom wilde [verdachte] jouw auto niet teruggeven?
Omdat hij wist dat het klaar was, het was zijn enige machtsmiddel nog. Hij houdt spullen van je en dan moet je terug komen bij hem.
Hij heeft mijn moeder benaderd via WhatsApp. Mijn moeder moest mij bellen en zeggen dat ik terug moest komen naar hem toe. Anders zou hij mijn kind afpakken. Hij bedreigde mij ook via [F] . [19]
Aangeefster laat verbalisant Facebook chatberichten en WhatsApp berichten zien tussen [verdachte] en aangeefster en [verdachte] en van [verdachte] naar de moeder van aangeefster.
[verdachte] maakt gebruik van het Facebookaccount ‘ [accountnaam] ’. [20]
Proces-verbaal van bevindingen
Op 23 januari 2017 ontving verbalisant [verbalisant 1] tijdens het opnemen van een aangifte een aantal documenten van [slachtoffer] . De verbalisant hoorde [slachtoffer] vertellen dat dit papieren waren van [verdachte] , geboren op [1989] . [slachtoffer] vertelde dat zij dit handschrift herkent als het handschrift van [verdachte] , omdat zij ook brieven van [verdachte] ontvangen had.
De volgende passages vielen de verbalisant op:
  • ‘Dit bedoelde ik dus al die tijd, je weet hoe je manen weet aan te pakken. Ben je goed in?! Dus werk gwn voor ons 2e dan is al die stress en wantrouwen weg bij mij snap je dat??’
  • ‘Gaat toch alleen om het geld?? Dit was ons afspraak niet wollah dit heet playdate, je date voor geld,
Proces-verbaal van verhoor getuige [A]
Ik heb [slachtoffer] zo’n 2 à 3 jaar geleden leren kennen via Facebook. Onze relatie was vriendschappelijk. In augustus/september 2016 heeft ze een dag of twee bij mij geslapen. Ik hoor u zeggen dat uit het dossier volgt dat ik op 1 oktober 2016 een afspraak heb gemaakt met [slachtoffer] . Als u mij dat zo zegt dan zal dat wel zo zijn. Die afspraak kwam via Facebook tot stand. Het kwam er volgens mij wel op neer dat ze mij vroeg of ik onderdak voor haar had. Zij kwam naar mij thuis toe. Ze zei tegen mij dat die [verdachte] in de auto zat, maar ik heb hem verder niet gezien. Volgens mij begon ze op Facebook of WhatsApp al te vertellen dat ze ruzie had met die [verdachte] en bang voor hem was en dat ze daarom onderdak bij mij wilde. Het was geen seksafspraak, maar volgens mij heeft ze het wel zo aan hem uitgelegd. Toen ze bij mij binnen kwam, zei ze dat [verdachte] op de parkeerplaats stond en vroeg ze of ze mijn telefoon kon hebben om daarmee de politie te bellen. Dat heeft ze vervolgens gedaan. [23]
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige]
Ik heb [slachtoffer] leren kennen via de website [website] . We hebben op 12 december in Maarssen afgesproken in het winkelcentrum. Via de App vertelde [slachtoffer] dat ze weinig spullen had thuis. Ik heb toen tegen [slachtoffer] gezegd dat ik nog wel een bed voor haar had staan. Dit bed heb ik voor [slachtoffer] meegenomen. Ik heb toen met [slachtoffer] bij haar thuis, in [woonplaats] , afgesproken. [24] [slachtoffer] was op dat moment heel relaxt en ontspannen. Tijdens ons gesprek ging de telefoon van [slachtoffer] . Ik zag een foto van een voor mij onbekende man in het beeldscherm op de telefoon. Ik zag dat [slachtoffer] heel bang keek. Ik zag dat de tranen in haar ogen sprongen. Ze begon gelijk te trillen en te bibberen. Ik vroeg wat er aan de hand was. Ik hoorde haar zeggen: ‘dit is de beste vriend van mijn ex-vriend.’ Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat ze niet op ging nemen. Nog geen twee tellen later werd [slachtoffer] geroepen. Ik hoorde iemand van buiten de naam [slachtoffer] roepen. Ik zag toen dat [slachtoffer] bang werd. Ze kroop echt letterlijk in de hoek van de kamer. Ik zag dat ze helemaal zat te trillen. Ik hoorde haar zeggen: ‘hij is er, hij komt me halen’. Ik heb toen gezegd dat ze gewoon binnen moest blijven. Ik hoorde vervolgens dat er geklopt werd op het raam. Ik bleef herhalen dat [slachtoffer] binnen moest blijven. Ik hoorde haar zeggen dat ik niets moest zeggen. Dat ze wel naar buiten ging. Ze wilde niet dat de eigenaar van de boerderij erbij zou komen. [slachtoffer] is toen alleen naar buiten gegaan. Ik ben ook naar buiten gelopen. [25] Ik zag een onbekende man staan die vervolgens met [slachtoffer] de hoek van de boerderij om ging. Toen [slachtoffer] terugkwam, zag ik dat ze overstuur was. Ik zag dat ze moest huilen. Ze vertelde dat ze door haar ex-vriend geslagen was. Ik hoorde haar zeggen: ‘ik moet met hem mee en dat kan ik maar beter gaan doen.’ [slachtoffer] is toen naar binnen gelopen om haar autosleutel te pakken, haar tas en telefoon. Ik zag dat [slachtoffer] aan de bijrijderszijde in de auto stapte. [slachtoffer] en de man zijn in de auto gelijk vol gas gegaan. Ik ben er zelf achteraan gereden. Ik zag [slachtoffer] in de auto zitten. Ik zag dat ze overstuur was. Ze was helemaal door het lint. [26]
Proces-verbaal van aangifte van [G]
Op 20 december 2016 ben ik naar [hotel] te [vestigingsplaats] gegaan om [slachtoffer] op te halen. Ik stond te wachten op de parkeerplaats voor het hotel en zag [slachtoffer] en [verdachte] naar beneden komen. Ik zag daarna dat [slachtoffer] en [verdachte] weer naar boven gingen. Ik vertrouwde de situatie niet, omdat ik zag dat [slachtoffer] aan het huilen was. Ik zag ook dat [verdachte] erg opgefokt was. [27] Ik ben toen naar de hotelkamer gegaan. Toen ik de kamer binnen kwam, zag ik dat [slachtoffer] helemaal overstuur op het bed zat. Ik zag dat ze aan het huilen was en ik hoorde haar zeggen dat [verdachte] haar telefoon niet terug wilde geven. Ik zag dat de kamer een rommel was. Het leek alsof er met dingen gegooid was in de hotelkamer. Ik zei toen tegen [verdachte] : “Waar ben je mee bezig, geef haar haar telefoon terug.” Uiteindelijk kwamen we tot de overeenkomst dat ik [slachtoffer] en [verdachte] mee zou nemen naar het huis van [verdachte] en dat [slachtoffer] daar haar telefoon terug zou krijgen. Toen we bij het huis van [verdachte] aankwamen, begon de discussie weer op te laaien. Dit liep uit de hand en ik zag dat [verdachte] [slachtoffer] uiteindelijk zelfs een trap gaf. [28]
WhatsApp-berichten/telefooncontact
12-01-2017, 16:36 - [telefoonnummer] : Werk dan voor ons 2 zijn we er vanaf; [29]
  • 12-01-2017, 19:39 – [slachtoffer] : Succes met je hoeren
  • 12-01-2017, 19:39 - [telefoonnummer] : Wat dan
  • 12-01-2017, 19:39 - [slachtoffer] : [website] , Jij, Toch
  • 12-01-2017, 19:39 - [telefoonnummer] : [website] weer? Haal toch zo weg
  • 12-01-2017, 19:40 - [telefoonnummer] : En ik haal weg hoor is niks zij ik al dus
  • 12-01-2017, 20:11 – [slachtoffer] : Nou jij wilt me weer laten werken zag ik [website]
  • 13-01-2017, 23:14 – [slachtoffer] : Zie net een gore pooier bericht op [website] he, Wejow, Je nummer alles erbij
  • 13-01-2017, 23:14 - [telefoonnummer] : Och och, Dat is grap niemand heeft me nr, Geloof me schat
  • 13-01-2017, 23:15 – [slachtoffer] : Staat erop
  • 13-01-2017, 23:15 - [telefoonnummer] : En [website] ook nep, Alles nep Facebook ook
  • 14-01-2017, 10:14 - [telefoonnummer] : Dat deet ik toen expres [slachtoffer] zo deet ik het toen indd
Proces-verbaal van verhoor verdachte
Mijn account op Facebook is [accountnaam] . [31]
Jij hebt haar gevraagd om moderator te worden van jouw Facebookgroep ‘ [naam] ’?
Ik heb haar dat gevraagd omdat zij 5000 vrienden had op haar facebookpagina. [32]
Wie heeft dat filmpje gemaakt toen zij naakt onder de douche stond?
Ik, om haar te confronteren met hoe ze tegen mij deed. [33]
Wat waren de telefoonnummers waar jij gebruik van maakte?
Ik kan wel toegeven dat [telefoonnummer] mijn telefoonnummer is. [34]
Toen je was aangehouden hoorden collega’s dat jij tegen [slachtoffer] zei dat je een filmpje op internet zou zetten?
Zou kunnen, zij was boos, ik was boos. [35]
Proces-verbaal van bevindingen van 28 februari 2017 [36]
De verbalisant beschrijft in dit proces-verbaal welke telefonische contacten zichtbaar waren tussen het telefoonnummer van verdachte ( [telefoonnummer] ) en verscheidene aangevers/getuigen in het onderzoek.
Verbalisant ziet een naakt vrouwspersoon bij een bed, verzonden in een vermoedelijk Facebookchat. De verbalisant ziet in de linkerbovenhoek van de afbeelding ‘ [accountnaam] ’ staan. In een verhoor met [verdachte] op 24 januari 2017 verklaart [verdachte] dat hij een naaktfoto van [slachtoffer] gemaakt heeft, bij een stapelbed. [slachtoffer] verklaart op 23 januari 2017 dat [verdachte] naaktfoto’s naar haar gestuurd had in januari 2017 met de boodschap dat als zij niet bij hem terugkwam, deze foto’s online gingen. [37]
Verbalisant ziet een foto. Verbalisant herkent [slachtoffer] op deze afbeelding. Verbalisant ziet dat deze foto geplaatst is op Facebook vanaf het account ‘ [accountnaam] ’.
Verbalisant ziet een Facebook-chat met ‘ [H] ’ waarin [H] vertelt “Hij had 1 foto gestuurd zei.ti.moet je meer.ik.zei.kk op houd dat bij je of verwijder het zei ti.oke.is.goed broeder” vervolgens laat [H] de foto zien die hij heeft ontvangen. Te zien is een blonde vrouw van de achterkant/zijkant met alleen een zwarte string aan. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij zichzelf hierop herkent. [38]
Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017
Aan telefoonnummer [telefoonnummer] en [e-mailadres] hangt een seksadvertentie genaamde ‘ [titel] ’ van juni tot december 2016. [39]
Uit de gevorderde gegevens van de sekssite [website] blijkt dat met het e-mailadres [e-mailadres] activiteiten hebben plaatsgevonden tijdens de in vrijheidstelling van verdachte. [40]
Proces-verbaal van bevindingen Verstrekking [website]
Uit navraag bij Teasemedia blijkt dat een seksadvertentie op [website] gekoppeld is aan het telefoonnummer [telefoonnummer] en e-mailadres [e-mailadres] . [41]
Bij een seksadvertentie op [website] , gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer] en e-mailadres [e-mailadres] , aangemaakt op 27 september 2016, laatste wijziging 22 december 2016, staat onder [Id nummer] onder meer een foto van een vrouw waarop de verbalisant aangeefster [slachtoffer] herkent. [42]
Bij de seksadvertentie op [website] .nl werden de volgende gegevens gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer] : e-mail [e-mailadres] . De advertenties zijn aangemaakt op 22 december 2016 vanaf het IP-adres van [hotel] te [vestigingsplaats] . [43]
Uit de informatie van [website] bleek dat op 28 september 2016 een advertentie van [website] gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer] gewijzigd werd van ‘ [titel] ’ in ‘ [titel] ’. [44]
Door de verbalisant werd eerder een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt over de gebruiker van het e-mailadres [e-mailadres] waaruit geconcludeerd kan worden dat [verdachte] de gebruiker is van dat emailadres. [45]
Proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2017 [46]
Op 21 juni 2017 kregen verbalisanten een mobiele telefoon van aangeefster [slachtoffer] . Deze telefoon is eigendom van aangeefster en door haar ter beschikking gesteld voor onderzoek. De WhatsApp gesprekken en Callrecorder gesprekken op deze telefoon zijn uitgewerkt. De verbalisant herkent de stem van de manspersoon als de stem van verdachte. [47]
Voicemailbericht, oktober om elf uur één.
Verdachte: [slachtoffer] luister, ik zweer het je [slachtoffer] , op mijn vader moeders dood hé. Wola, ik geef jou één kans. Als je maandag niet bij mij op bezoek komt en dat we dit gaan uitpraten dan beloof ik jou [slachtoffer] , dat ik 9 december die kanker advertentie uitprint en door jou in die kanker brievenbus gooit en die hele kankerstraat tot aan de school van jouw dochter. [48]
Verklaring van verdachte ter terechtzitting
Het klopt dat ik die review op de Facebooksite van het [hotel] [vestigingsplaats] heb geplaatst met de mededeling dat [slachtoffer] daar werkte en de kamers gebruikte om de hoer te spelen. [49]
Bewijsoverweging
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen in onderling verband en in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Volgens vaste jurisprudentie is van een strafbare poging tot mensenhandel sprake indien de bewezenverklaarde feitelijke handelingen kunnen worden beschouwd als gedragingen, die naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het ten laste gelegde misdrijf mensenhandel. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank in het onderhavige geval sprake.
Naast de gebezigde bewijsmiddelen is de rechtbank in haar overtuiging gesterkt door bewijs in het dossier dat ziet de andere feiten, te weten de verklaringen van de aangeefsters ten aanzien van de tenlastegelegde diefstalen zoals weergeven onder de feiten 4, 5 en 6 op de tenlastelegging. Zo heeft aangeefster [aangeefster 1] verklaard dat nadat verdachte haar mobiele telefoon had weggenomen, door hem naaktfoto’s van haar geplaatst waren op YouTube, Facebook en [website] Voorts heeft aangeefster [aangeefster 2] verklaard dat verdachte haar telefoon uit haar hand pakte met daarin haar rijbewijs, ID-kaart en andere pasjes en dat verdachte toen tegen haar zei: “Jij gaat voor mij in de prostitutie werken, eerder krijg je je documenten niet terug.”. Aangeefster [aangeefster 3] heeft verklaard dat ‘verdachte haar klantenbestand wilde hebben’ en dat hij ‘de pooier/loverboy wil uithangen’. Hieruit valt naar het oordeel van de rechtbank de handelwijze van verdachte af te leiden, namelijk het afpakken van spullen (mobiele telefoon, persoonlijke documenten) van het slachtoffer en vervolgens, onder bedreiging van het openbaar maken van (naakt)foto’s en/of filmpjes van het slachtoffer, haar proberen te dwingen om voor hem te gaan werken als prostituee. Ook de pooier/wervingsadvertentie van verdachte op Facebook is weinig verhullend. Verdachte had het opzet om zijn slachtoffers ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling. Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan een poging tot mensenhandel.
De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van de raadsman dat de verklaring van aangeefster [slachtoffer] niet betrouwbaar zou zijn. Nog daargelaten dat de raadsman zijn stelling op geen enkele wijze heeft geconcretiseerd, ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaringen van [slachtoffer] , nu haar verklaringen op meerdere punten en op verschillende wijzen worden ondersteund door ander bewijsmateriaal in het dossier.
De stelling van de raadsman van verdachte ter terechtzitting, dat slechts sprake was van een problematische relatie tussen verdachte en [slachtoffer] , acht de rechtbank, gelet op voormelde bewijsmiddelen, niet geloofwaardig.
Voor zover verdachte verder heeft bedoeld te stellen dat niet hij, maar aangeefster [slachtoffer] met zijn account de wervingsadvertentie op Facebook heeft geplaatst, acht de rechtbank deze verklaring niet aannemelijk, gelet op de verklaringen van aangeefster, haar reactie op die wervingsadvertentie en hetgeen verdachte daarover zelf zegt in het dossier (‘maar meende niet ik lulde zelf ook’).
4.3.2.
Ten aanzien van feit 3
Primair: vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een voltooid delict in de zin van artikel 250 Sr, zoals door de officier van justitie primair ten laste is gelegd. Hoewel voor het ‘bevorderen’ niet vereist is dat de ontucht ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, is ook geen afspraak gemaakt om dit te gaan doen. De handelingen van verdachte zijn blijven steken in de voorfase. Nu het primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden, zal de rechtbank verdachte daarvan vrijspreken.
Subsidiair
Bewijsmiddelen
Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2017
Nadat [aangeefster 4] , geboren op [1999] , op 21 juli 2017 omstreeks 05:45 uur zo goed als naakt, in verwarde toestand, thuis was aangekomen, had haar moeder, die zich ernstig zorgen maakte naar aanleiding van dit incident, de Facebook pagina van [aangeefster 4] bekeken. Hierbij kwam zij een messenger-gesprek tegen van 10 juli 2016 tussen [aangeefster 4] en een persoon die zichzelf op Facebook ‘ [accountnaam] ’ noemde. In het messenger-gesprek werd [aangeefster 4] gevraagd of zij wilde proefdraaien en er werd gemeld dat zij daar snel 500 euro mee kon verdienen. Ook zou ‘ [accountnaam] ’ [aangeefster 4] lid hebben gemaakt van de besloten Facebookpagina ‘ [naam] ’. [50]
Tijdens een informatief gesprek met verbalisanten verklaarde [aangeefster 4] onder andere dat:
  • zij via Facebook door een persoon die zich ‘ [accountnaam] ’ noemde, was benaderd;
  • ‘ [accountnaam] ’ haar via Facebook had benaderd met de vraag of zij voor hem wilde werken;
  • ‘ [accountnaam] ’ haar had gezegd dat zij veel geld kon verdienen door met mannen naar bed te gaan.
Enkele dagen later werd de politie benaderd door de moeder van [aangeefster 4] . Zij verklaarde dat zij haar tablet kwijt was geweest en dat bleek dat deze door [aangeefster 4] was verstopt. Zij verklaarde dat op deze tablet via Instagram diverse berichten waren te lezen tussen [aangeefster 4] en ene [accountnaam] . Ondanks dat [aangeefster 4] haar leeftijd, net 17 jaar, kenbaar had gemaakt, deed [accountnaam] haar tijdens deze berichten voorstellen om geld te verdienen in de prostitutie, er werd onder andere gesproken over cardates en escort. [accountnaam] had het in de in de berichten over verdiensten van 150 euro oplopend tot 200 euro voor ontvangst in een hotel. Tevens stuurde [accountnaam] naar [aangeefster 4] diverse afbeeldingen waarop veel geld te zien was en werd er om pikante foto’s van [aangeefster 4] gevraagd voor gebruik in advertenties. Vervolgens gaf [accountnaam] via Instagram zijn telefoonnummer, [telefoonnummer] , om met [aangeefster 4] op Facetime verder te chatten. [51]
Proces-verbaal van bevindingen van 14 maart 2017
Naar aanleiding van de vondst van berichten op haar tablet die waren gestuurd door middel van de App ‘Instagram’ tussen haar dochter [aangeefster 4] en gebruiker ‘ [accountnaam] ’ heeft de moeder van [aangeefster 4] deze berichten naar de politie gestuurd.
De verbalisant ziet dat deze berichten over het volgende gingen:
  • [accountnaam] vraagt aan [aangeefster 4] ‘hoi hoi op zoek naar een job?’
  • [accountnaam] zegt dat dit gaat om ‘ontvangst in hotel 150 uur kan tot 200 uur oplopen’
  • [accountnaam] zegt ‘heb een eigen site heeft waar 50.000 mannen per dag op komen voor een uur of meer plezier’
  • [accountnaam] zegt ‘dit zijn serieuze klanten die ik nooit teleur stel je kan ze ontvangen bij jou ergens in een hotel’
  • [aangeefster 4] zegt ‘als jij vervoer regelt voor mij ben ik in’
  • [accountnaam] zegt ‘tuurlijk alles word geregeld’
  • [aangeefster 4] zegt dat ze 17 jaar oud is en uit [woonplaats] komt
  • [accountnaam] zegt ‘oke is goed als j echt wil zeg maar dan kan ik je meer info geven binnen maand heb je dit bedrag’, vervolgens stuurt hij een foto waarop grote hoeveelheden geld in biljetten van 100 en 50 euro te zien zijn
  • [accountnaam] zegt ‘heb wel paar foto’s nodig voor advertentie’
  • [aangeefster 4] stuurt een foto van haar gezicht met tuitende lippen
  • [accountnaam] zegt ‘je kan echt supper verdienen na de foto’s laat ik je zien oke’
  • [accountnaam] zegt dat [aangeefster 4] ook ‘caredate’ kan doen als ze dat wil
  • [accountnaam] zegt dat dit betekent: ‘dat is dat ze met auto je komen ophallen dan en ergens naartoe rijden uurtje of half uurtje’
  • [accountnaam] zegt ‘als je echt wilt verdienen dan kan je proefje draaien je verdiend boven modaal’
  • [aangeefster 4] zegt ‘isgoed, k kom proefje draaien’
  • [accountnaam] zegt ‘Gen ligaam foto’s hor mooier hoe Btr’
  • [aangeefster 4] stuurt een foto van haarzelf geknield en wijdbeens zittend op een bed, gekleed in een string en hemd van achter gezien terwijl zij met haar beide handen haar haren omhoog houdt
  • [accountnaam] vraagt of [aangeefster 4] al ontmaagd is, [aangeefster 4] antwoordt bevestigend
  • [accountnaam] zegt ‘meer?’ en ‘maar hoe zit het met de foto’s’
  • [aangeefster 4] zegt ‘ja komen er ook aan’
  • [accountnaam] zegt ‘heb je Skype wil weten of je real bent’ en ‘geef dan’
  • [accountnaam] geeft zijn telefoonnummer ‘ [telefoonnummer] ’
  • [accountnaam] zegt ‘en hb je al die foto’s?’
  • [accountnaam] zegt ‘hahah oke ik ga je toevoegen w8 ff’ nadat [aangeefster 4] een skype account had aangemaakt
  • [accountnaam] zegt ‘ik heb je nu toegevoegd’ en ‘klik op video bellen’ en ‘accep me [verdachte] ’
  • [accountnaam] zegt ‘Hee wil je likes of volgers op insta?’
  • [accountnaam] zegt ‘ik heb eigen group op Facebook toch’
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is in gebruik bij [verdachte] .
Het Skype account ‘ [accountnaam] ’ welke door [accountnaam] opgegeven wordt, komt overeen met de ‘nickname’ welke door verdachte [verdachte] in gebruik is op verscheidene social media. De combinatie [accountnaam] , [accountnaam] , [accountnaam] komt terug in het emailadres [e-mailadres] , welk adres is gekoppeld aan de Facebook van ‘ [accountnaam] ’. De gebruikersnaam van de Facebook ‘ [accountnaam] ’ betreft ‘ [gebruikersnaam] ’. [54]
Proces-verbaal van bevindingen van 17 augustus 2016
De verbalisant heeft op Instagram onderzoek gedaan naar het telefoonnummer [telefoonnummer] en gezocht naar [accountnaam] . De verbalisant zag de volgende tekst:
‘Like & Volgers wil je likes? Neem contact op met me whats app [telefoonnummer] ps geen grap’. De verbalisant zag diverse erotisch getinte foto’s van vrouwen, een tweetal foto’s met stapels geld en een foto met Iphone.
Het telefoonnummer bleek te zijn gekoppeld aan het Facebook-account van [accountnaam] . [55]
De verbalisant zag op de Instagram account van [accountnaam] op een van de erotisch getinte foto’s een link welke werd geleid naar een gesloten groep op Facebook genaamd ‘ [naam] ’. De verbalisant zag dat [accountnaam] als beheerder stond vermeld. Tevens zag hij dat de fotografische afbeelding gelijk was aan de fotografische afbeelding op het Facebook-account van [accountnaam] . [56]
Proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Facebook profiel [accountnaam] ) van 12 augustus 2016
De verbalisant heeft onderzoek gedaan naar de naam ‘ [accountnaam] ’. Uit dit onderzoek volgt dat [accountnaam] is: [verdachte] , geboren op [1989] te [geboorteplaats] . [57]
Proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2017
Instagram heeft de volgende gegevens verstrekt:
Over de periode 1 maart 2016 tot en met 19 januari 2017 zijn de gebruikersgegevens van het Instagramaccount ‘ [accountnaam] ’:
Name First: [naam]
Vanity name: [bijnaam]
Registration IP: [IP-adres]
Phone Numers: [telefoonnummer]
Uit de CIOT bevraging blijkt dat de gebruiker van het IP adres in de periode 1 maart 2016 tot en met 19 jan 2017 niet meer te achterhalen is, maar dat de huidige gebruiker van het IP adres [IP-adres] is: [I] , [adres] in [woonplaats] . Uit de Basisregistratie Personen blijkt dat [I] , geboren op [1959] in Marokko, de moeder is van [verdachte] . [58]
Conclusie
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. Juist in samenhang bezien met de andere bewezenverklaarde feiten en het gehele dossier ziet de rechtbank geen enkele aanleiding te twijfelen aan de bedoeling van verdachte. Anders dan de raadsman en de verdachte doen voorkomen, namelijk dat het zomaar wat berichtjes zou betreffen, ‘om te kijken hoe ver je kan gaan’, is de rechtbank van oordeel dat het oogmerk van verdachte gelet op de inhoud van het berichtenverkeer wel degelijk gericht was op de uitvoering van het voorgenomen misdrijf zoals onder3 subsidiair ten laste gelegd.
4.3.3.
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan. Verdachte heeft het feit bekend en er is door de verdediging geen vrijspraak bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- Proces-verbaal van aangifte van [aangeefster 3] [59] ;
- Verklaring van verdachte [60] .
4.3.4.
Ten aanzien van feit 5
De rechtbank acht voorts wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan. Verdachte heeft het feit bekend en er is door de verdediging geen vrijspraak bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- Proces-verbaal van aangifte van [aangeefster 1] [61] ;
- Proces-verbaal van verhoor getuige [aangeefster 1] [62] ;
- Verklaring van verdachte. [63]
4.3.5.
Ten aanzien van feit 6
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 6 ten laste gelegde heeft begaan. Verdachte heeft het feit bekend en er is door de verdediging geen vrijspraak bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- Proces-verbaal van aangifte van [aangeefster 2] [64] ;
- Proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2017 [65]
- Verklaring van verdachte. [66]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1. subsidiair)
in de periode van 04 juli 2016 tot en met 19 januari 2017 te Utrecht en Velsenbroek en Zandvoort en [woonplaats] , ter uitvoering van zijn, verdachte’s, voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer] , door geweld
enandere feitelijkheden
endoor dreiging met andere feitelijkheden
endoor misbruik van een kwetsbare positie
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandigheden enige handelingen heeft ondernomen waarvan verdachte wist dat die zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°)
immers is/heeft hij, verdachte,
- een liefdesrelatie met die [slachtoffer] aangegaan en
- een filmpje gemaakt op welk filmpje die [slachtoffer] naakt douchend was te zien en die [slachtoffer] dat filmpje getoond en
- die [slachtoffer] gezegd dat hij verdachte dat filmpje naar dier moeder zou
sturen en het leven van [slachtoffer] ging verpesten en vervolgens die
[slachtoffer] gezegd dat zij dit nog maar op één manier kon voorkomen, door
zichzelf te prostitueren en
- nadat een derde hem, verdachte had geïnformeerd over het contact met de
politie op initiatief van die [slachtoffer] die [slachtoffer] gebeld en gezegd dat
hij alle filmpjes van die [slachtoffer] openbaar dreigde te maken en
- die [slachtoffer] gebeld en gezegd dat die [slachtoffer] bij hem, verdachte, moest
komen om het uit te praten en als die [slachtoffer] hieraan niet voldeed de
filmpjes en de foto's van die [slachtoffer] op de school van de dochter van die
[slachtoffer] verspreid zouden worden en
- een account met een foto van die [slachtoffer] op [website] ten name van die
[slachtoffer] aangemaakt en
- een account/advertentie op de site [website] aangemaakt met titel ' [titel] ' en
- aanwijzingen/instructies aan die [slachtoffer] gegeven: niet zoenen en
veilige seks en na één uur weer terug bij hem, verdachte en
- een naaktfoto van die [slachtoffer] naar een derde verstuurd en
- een review op Facebooksite van het [hotel] [vestigingsplaats] waar
die [slachtoffer] werkte, geplaatst met de mededeling dat die [slachtoffer] daar
werkte en de kamers gebruikte om de hoer te spelen en
- die [slachtoffer] geschopt en geslagen;
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
3. ( subsidiair)
in de periode van 01 juli 2016 tot en met 10 augustus 2016 te Utrecht en/of Zeist en/of Oostvoorne, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf
om ontucht door een minderjarige
- wiens minderjarigheid hij, verdachte, kende, te weten [aangeefster 4] ,
(geboren op [1999] ), te plegen met een derde opzettelijk heeft bevorderd, immers is/heeft hij, verdachte
via sociale media onder andere de volgende berichten en/of chats
en een foto aan die [aangeefster 4] verstuurd
- " Hoi hoi op zoek naar een job?' en
- " Ontvangst in een hotel 150 uur kan tot 200 uur oplopen" en
- " Heb een eigen site waar 50:000 mannen per dag op komen voor een uur of voor
meer plezier" en
- " Dit zijn serieuse klanten die ik nooit teleur stel je kan ze ontvangen bij jou ergens in een hotel" en
- " Tuurlijk alles word geregeld" en
- " Oke is goed als je echt wil zeg maar dan kan ik je meer info geven binnen
maand heb je dit bedrag" waarna hij, verdachte, een foto verstuurde op welke
foto meer
derestapels bankbiljetten met nominale waarde van 50,00 Euro
en 100,00 Euro zijn te zien en
- " En heb wel paar foto's nodig voor advertentie" en
- " Of ook cardate als je dat ook wilt" en
- " Dat is dat ze met auto je komen ophalen dan en ergens naartoe rijden uurtje of half uurtje" en
- " Als je echt wilt verdienen en je bent serieus en real dan kan je proefje draaien je verdiend boven modaal" en
- " Gen ligaam foto's hor mooier hoe btr" waarna die [aangeefster 4] een foto van
haar gezicht met tuitende lippen stuurde en een foto van haarzelf geknield
en wijdbeens zittend op een bed in een string en met haar beide handen haar
(half)lange haar omhoog houdend en
- " Maar hoe zit het met de foto's" en
- " Heb je Skype wil weten of je real bent" en
- " En hb je al die foto's?" en
- " Oke en die foto's?" en
- " Hahah oke ik ga je toevoegen w8 ff” nadat die [aangeefster 4] een skype
account had aangemaakt en
- " ik heb je nu toegevoegd" en
- " Klik op video bellen" en
- " Accep me [accountnaam] " en
- " Hee wil je likes of volgers op Insta?",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
op 18 januari 2017 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon merk Apple, Iphone 6, toebehorende aan [aangeefster 3] ;
5.
op 19 juni 2016 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon merk Apple, Iphone 6, toebehorende aan [aangeefster 1] ;
6.
in de periode van 16 januari 2017 tot en met 17 januari 2017 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rijbewijs (ten name van [aangeefster 2] ) en een ID-kaart (ten name van [aangeefster 2] ) en een betaalkaart (ten name van [aangeefster 2] ), toebehorende aan [aangeefster 2] .
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 3, 4, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 (subsidiair):
Poging tot mensenhandel,
Feit 3 (subsidiair):
Poging tot het plegen van ontucht door een minderjarige met een derde opzettelijk bevorderen,
Feit 4, 5 en 6:
Telkens: diefstal

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN/OF MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot:
een gevangenisstraf van 40 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en een contactverbod met [slachtoffer] , [aangeefster 4] , [aangeefster 3] , [aangeefster 2] en [aangeefster 1] .
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf zou moeten worden opgelegd, met een fors voorwaardelijk strafdeel. De raadsman voert daartoe aan dat de ernst van de feiten (1, 2 en 3) wat betreft de gevolgen voor de slachtoffers meevallen, omdat de vrouwen in geen van de gevallen daadwerkelijk tot prostitutie zijn gebracht of het tot ontucht is gekomen en dat verdachte niet heeft samengewerkt of heeft gehandeld in een georganiseerd verband. Daarnaast voert de raadsman aan dat strafmatiging zou moeten plaatsvinden vanwege de schadelijke gevolgen die verdachte heeft ervaren door de wijze waarop het Openbaar Ministerie over de zaken van verdachte in de media heeft bericht.
Ten aanzien van het op te leggen voorwaardelijk strafdeel heeft de raadsman verklaard dat verdachte zich kan vinden in het advies dat volgt uit de Pro Justitia rapportage van 31 mei 2016 en het reclasseringsadvies van 12 april 2017 en dat verdachte in staat is en bereid is, om – indien nodig – de daarin opgenomen voorwaarden te aanvaarden en na te komen, ook als dat inhoudt: verplicht reclasseringscontact, behandelverplichting en overige interventies, opname in een instelling voor begeleid wonen, zoals Stichting Exodus.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende ongeveer een half jaar schuldig gemaakt aan een poging tot mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer] . Verdachte is op geraffineerde wijze te werk gegaan door het slachtoffer het idee te geven dat hij een relatie met haar aanging. Vervolgens heeft hij haar telefoon afgepakt, daaruit foto’s en telefoonnummers gehaald en terwijl zij daar niets van wist, foto’s en filmpjes van haar gemaakt op momenten dat zij naakt was. Door te dreigen deze foto’s en filmpjes naar haar moeder te sturen, openbaar te maken, op internet te zetten en door ook daadwerkelijk uitvoering te geven aan deze dreigementen, heeft hij het slachtoffer proberen te dwingen dan wel te bewegen om zich ten behoeve van hem, dan wel ten behoeve van hen samen, te prostitueren. Verdachte heeft zich daarbij zeer dwingend, manipulatief en controlerend opgesteld (bijvoorbeeld door het steeds afpakken en controleren van de telefoon van het slachtoffer, het afpakken van haar auto en het bedreigen met het betrekken van haar 8-jarige dochter in de situatie).
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging tot het bevorderen van het plegen van ontucht door een minderjarige, te weten [aangeefster 4] , met een derde.
Dit zijn ernstige feiten. Verdachte heeft door zijn handelwijze schade toegebracht aan de (lichamelijke en) geestelijke integriteit van de slachtoffers zonder enig respect te tonen voor de slachtoffers en hun privacy. Het is een feit van algemene bekendheid dat bestanden die eenmaal op internet zijn geplaatst nauwelijks (definitief) te verwijderden zijn. Verdachte heeft slechts oog gehad voor zijn eigen belangen en heeft op geen enkele wijze rekening gehouden met de belangen en het welzijn van de (kwetsbare) slachtoffers die hij heeft uitgekozen.
Dat het bij pogingen gebleven is, is niet aan verdachte te danken geweest en doet dan ook naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de ernst van de feiten.
Voorts heeft verdachte zich tweemaal schuldig gemaakt aan diefstal van een telefoon en aan diefstal van een telefoonhoesje met daarin een rijbewijs, ID-kaart en betaalkaart. Ook deze feiten moeten worden bezien in het licht van bovenstaande. Verdachte probeerde met de afgenomen telefoons, dan wel de persoonlijke documenten, de slachtoffers aan hem te binden, kennelijk met het doel om hen voor hem als prostituee te laten werken. Gezien deze achtergrond gaat het niet om zomaar eenvoudige diefstallen.
Gelet op het voorstaande acht de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur op zijn plaats.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 16 mei 2017, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten. Hieruit blijkt voorts dat verdachte zeer recent eerder is veroordeeld voor het plegen van vergelijkbare feiten en dat hij zelfs in de proeftijd liep die hem in het kader van een voorwaardelijk strafdeel bij dat vonnis was opgelegd. Blijkens de datering in het dossier heeft verdachte kort voor de vorige rechtszaak en deels tijdens zijn detentie/verlof met onderhavige feiten 1 en 3 gepleegd. Dit getuigt van brutaliteit en gebrek aan inzicht in het verwerpelijke van zijn handelen. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het psychologisch rapport van 14 april 2017, opgemaakt door GZ-psycholoog R. Bout en het psychiatrisch rapport van 6 juli 2017, opgemaakt door F. Nhass, psychiater. Uit deze rapporten volgt dat verdachte heeft geweigerd mee te werken aan de onderzoeken.
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat verdachte zich kan vinden in het psychologisch rapport van 31 mei 2016. Uit dit rapport volgt dat de recidivekans als matig tot hoog wordt ingeschat. De deskundige acht het van belang dat verdachte begeleiding krijgt bij praktische zaken en een ambulant behandeltraject zal volgen om zicht te krijgen op het delictscenario en om passende doelen te formuleren.
De rechtbank neemt dit advies mee in haar overweging, maar gaat hier niet geheel in mee, aangezien het de vraag is in hoeverre verdachte daadwerkelijk gemotiveerd is daarmee aan de slag te gaan, nu hij heeft geweigerd om mee te werken aan de psychologische en psychiatrische onderzoeken in het kader van onderhavige zaak.
De rechtbank heeft verder nog acht geslagen op het reclasseringsrapport van 12 april 2017. Hieruit volgt dat er aanwijzingen zijn voor problemen ten aanzien van middelengebruik (cannabis) en dat er problemen zijn op diverse leefgebieden. Zo beschikt verdachte niet over eigen woonruimte, is zijn sociale netwerk beperkt en heeft hij geen nuttige dagbesteding. Ook de reclassering ziet dat de ontvankelijkheid voor begeleiding/behandeling bij verdachte laag is. Gelet op de persoonlijkheidsproblematiek zoals die in het psychologisch rapport van 31 mei 2016 is omschreven (gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid en antisociale trekken van de persoonlijkheid) adviseert de reclassering toch aan verdachte een gedeeltelijk voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen, waarbij de bijzondere voorwaarden inhouden: een meldplicht bij de reclassering, behandelverplichting – ambulante behandeling bij het ForFactteam en opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang (Exodus). Ter terechtzitting heeft de heer [J] , reclasseringsmedewerker, daaraan toegevoegd dat tevens van belang is dat verdachte een nuttige dagbesteding krijgt.
De rechtbank ziet geen aanleiding een strafmatiging toe te passen vanwege de mogelijk schadelijke gevolgen die verdachte zou ondervinden als gevolg van de berichtgeving over deze en de vorige zaak door het Openbaar Ministerie. De zaken zijn ter openbare terechtzitting behandeld, het Openbaar Ministerie is als openbaar aanklager vrij om zijn mening over een zaak te geven en er zijn geen voorschriften geschonden.
Nu de rechtbank de dagvaarding partieel, voor zover het feit 2 betreft, nietig zal verklaren en er dientengevolge geen strafoplegging voor dit feit zal komen, ziet de rechtbank aanleiding af te wijken van de eis van de officier van justitie.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, een passende en geboden reactie vormt. De rechtbank zal daarbij aan het voorwaardelijk strafdeel de volgende bijzondere voorwaarden verbinden:
  • Een meldplicht bij de reclassering Nederland, locatie Utrecht.
  • Een contactverbod met [slachtoffer] , [aangeefster 4] , [aangeefster 3] , [aangeefster 1] , en
[aangeefster 2] .
Gelet op het hiervoor, onder de psychologische rapporten, overwogene, als ook de omstandigheid dat een eerder traject bij Exodus niet is gelukt, ziet de rechtbank op dit moment geen aanleiding om een behandelverplichting en/of opname in een instelling op te leggen als bijzondere voorwaarden. Aanvullend acht de rechtbank het, met de officier van justitie, raadzaam om aan verdachte een contactverbod op te leggen met de slachtoffers van onderhavige feiten gedurende de gehele proeftijd.
Voorts acht de rechtbank aangewezen, nu verdachte binnen heel korte tijd opnieuw de fout is ingegaan en hij niet wilde meewerken aan genoemde onderzoeken, een proeftijd voor de duur van 3 jaren op te leggen.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.694,46. Dit bedrag bestaat uit € 194,46 aan materiele schade en € 2.500,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
[aangeefster 3]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 562,24 bestaande uit materiele schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 4 ten laste gelegde feit.
[aangeefster 1]
heeft zich als heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 200,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 5 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van alle benadeelde partijen kunnen worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich primair, gelet op de bepleite vrijspraak ten aanzien van feit 1, op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Subsidiair stelt de raadsman dat de vordering onvoldoende is onderbouwd en dat geen sprake is van rechtstreekse schade. Meer subsidiair heeft de raadsman gesteld dat van belang is dat het slachtoffer nimmer daadwerkelijk voor verdachte is gaan werken als prostituee. Verder meent de raadsman dat de kosten voor het verhoor bij de rechter-commissaris buiten beschouwing moeten worden gelaten, omdat deze kosten volgens de gebruikelijke regeling reeds door het kabinet rechter-commissaris zijn vergoed.
Ten aanzien van de vordering van [aangeefster 1] heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat deze vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat het voegingsformulier niet is ondertekend door haarzelf. Subsidiair meent de raadsman dat de vordering onvoldoende is onderbouwd, dan wel dat het causaal verband ontbreekt.
Ten aanzien van de vordering van [aangeefster 3] heeft de raadsman geen bezwaar gemaakt, aangezien verdachte het feit met betrekking tot deze vordering heeft bekend en hij ook bereid is dit schadebedrag te vergoeden.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer]
Naar het oordeel van de rechtbank staat vast dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. Wat betreft de materiële schade zal de rechtbank de reiskosten in het kader van het bezoek aan de rechter-commissaris buiten beschouwing laten, gelet op de gebruikelijke regeling die daarvoor geldt en de rechtbank niet is gebleken dat benadeelde daarvan geen gebruik heeft kunnen maken. Wat betreft de immateriële schade acht de rechtbank, gelet op vergelijkbare zaken, een bedrag van € 1.500,- billijk.
De rechtbank waardeert de totale schade aldus op € 1.627,40 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 4 juli 2016 tot de dag van volledige betaling.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.627,40, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2016 tot de dag van volledige voldoening. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden vervangen door 20 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft. Voornoemd bedrag wordt vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf
4 juli 2016 tot de dag van volledige betaling.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Voor het overige deel van de gevorderde immateriële schade zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan dat deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
[aangeefster 3]
Nu de vordering door de verdediging niet is betwist, zal de rechtbank deze vordering geheel toewijzen.
Vaststaat dat de benadeelde partij [aangeefster 3] als gevolg van het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 562,24 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 18 januari 2017 tot de dag van volledige betaling.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [aangeefster 3] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 562,24, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2017 tot de dag van volledige voldoening. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden vervangen door 10 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft. Voornoemd bedrag wordt vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 18 januari 2017 tot de dag van volledige betaling.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster 3] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen [slachtoffer] en [aangeefster 3] hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[aangeefster 1]
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij [aangeefster 1] ontvankelijk is in haar vordering. Dat de vordering niet is ondertekend door haarzelf maakt dit niet anders, nu zij zich heeft laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die het formulier heeft ondertekend en hier ook mee kon volstaan.
Desalniettemin is de rechtbank van oordeel dat de vordering van [aangeefster 1] niet-ontvankelijk moet worden verklaard, nu de rechtbank de immateriële schade onvoldoende onderbouwd acht. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Aangezien de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen de kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, d.d. 12 juli 2016 (parketnummer 16/659158-16) is verdachte een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk opgelegd. Aan dit voorwaardelijk strafdeel waren zowel algemene als bijzondere voorwaarden verbonden. De officier van justitie heeft zowel een vordering tenuitvoerlegging ingediend vanwege het feit dat verdachte zich niet aan één van de algemene voorwaarden heeft gehouden, namelijk, hij heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten, als een vordering tenuitvoerlegging ingediend vanwege het feit dat verdachte zich niet aan de bijzondere voorwaarden heeft gehouden.
Er zijn derhalve hoe dan ook termen aanwezig om de vorderingen toe te wijzen. Nu de vorderingen hetzelfde parketnummer betreffen en zien op dezelfde voorwaardelijk opgelegde straf, zal de rechtbank slechts één van de vorderingen toewijzen en de andere vordering afwijzen.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 45, 57, 63, 250, 273f en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Geldigheid dagvaarding
Verklaart de dagvaarding ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde nietig.
Vrijspraak
Verklaart het onder 1 primair en 3 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 3 subsidiair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Oplegging straf
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot
10 (tien) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt daarbij een
proeftijdvan
3 (drie) jarenvast.
Stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr., de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
1. dat de veroordeelde zich binnen vijf dagen volgend op zijn invrijheidstelling meldt bij Reclassering Nederland, Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zolang en zo frequent de reclassering dit noodzakelijk acht. De veroordeelde dient zich te houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft.
2. op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [slachtoffer] , geboren op [1988] ;
- [aangeefster 3] , geboren op [1993] ;
- [aangeefster 1] , geboren op [1981]
- [aangeefster 4] , geboren op [1999] en
- [aangeefster 2] , geboren op [1996] .
Geeft aan de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Benadeelde partij
[slachtoffer]
Veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag te weten € 1.627,40, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2016 tot de dag van volledige betaling.
Verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 1.627,40 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 26dagen hechtenis.
Bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
[aangeefster 3]
Veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangeefster 3] van het toegewezen bedrag, te weten
€ 562,24, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2017 tot de dag van volledige betaling.
Veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangeefster 3] aan de Staat € 562,24 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen hechtenis.
Bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
[aangeefster 1]
Verklaart [aangeefster 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16-659158-16 algemeen
Wijst de vordering toe.
Gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer in de rechtbank Midden-
Nederland, locatie Utrecht, bij vonnis van 12 juli 2016 opgelegde voorwaardelijke
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16-659158-16 bijzonder
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.J. Schotman, voorzitter,
mrs. M.N. Noorman en E. van den Brink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.S. Wijkstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 augustus 2017.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks 04 juli 2016 tot en met 19
januari 2017 te Utrecht en/of Zeist en/of Velzenbroek en/of Zandvoort en/of
Tienhoven , althans in Nederland,
een ander of anderen, te weten [slachtoffer] , (telkens) door dwang,
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of
(een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door
misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die
omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
immers is/heeft hij, verdachte,
- een (exclusieve) liefdesrelatie met die [slachtoffer] aangegaan en/of
- die [slachtoffer] gedrogeerd en/of (vervolgens) een filmpje op welk filmpje die
[slachtoffer] naakt dochend was te zien gemaakt en/of
- die [slachtoffer] een filmpje op welk filmpje die [slachtoffer] zich naakt douchte
getoond en/of
- die [slachtoffer] gezegd dat hij verdachte dat filmpje naar dier moeder zou
sturen en het leven van [slachtoffer] ging verpesten en/of (vervolgens) die
[slachtoffer] gezegd dat zij dit nog maar op één manier kon voorkomen door
zichzelf te prostitueren en/of
- nadat een derde hem, verdachte had geïnformeerd over het contact met de
politie op initiatief van die [slachtoffer] - die [slachtoffer] gebeld en gezegd dat
hij alle filpmjes van/met die [slachtoffer] openbaar dreigde te maken en/of
- die [slachtoffer] gebeld en gezegd dat die [slachtoffer] bij hem, verdachte moest
komen om het uit te praten en als die [slachtoffer] hieraan niet voldeed de
filmpjes en/of de foto's van die [slachtoffer] op de school van de dochter van die
[slachtoffer] verspreid zouden worden en/of
- een account met een foto van die [slachtoffer] op [website] ten name van die
[slachtoffer] aangemaakt en/of
- een account/advertentie op de site [website] aangemaakt met titel ' [titel]
' en/of
- aanwijzingen/instructies aan die [slachtoffer] gegeven: niet zoenen en/of
veilige seks en/of na één uur weer terug bij hem, verdachte en/of
- een naaktfoto van die [slachtoffer] naar een derde verstuurd en/of
- een review op Facebooksite van het [hotel] [vestigingsplaats] waar
die [slachtoffer] werkte, geplaatst met de mededeling dat die [slachtoffer] daar
werkte en de kamers gebruikte om de hoer te spelen en/of
- die [slachtoffer] geschopt en/of geslagen;
art 273f lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 6° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 9° Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 juli 2016
tot en met 19 januari 2017 te Utrecht en/of Zeist en/of Velzenbroek en/of
Zandvoort en/of Tienhoven , althans in Nederland, ter uivoering van zijn,
verdachte's, voorgenomen misdrijf om
een ander, te weten [slachtoffer] , (telkens) door dwang,
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of
(een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door
misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die
omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte
en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
dat die zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
immers is/heeft hij, verdachte,
- een (exclusieve) liefdesrelatie met die [slachtoffer] aangegaan en/of
- die [slachtoffer] gedrogeerd en/of (vervolgens) een filmpje op welk filmpje die
[slachtoffer] naakt dochend was te zien gemaakt en/of
- die [slachtoffer] een filmpje op welk filmpje die [slachtoffer] zich naakt douchte
getoond en/of
- die [slachtoffer] gezegd dat hij verdachte dat filmpje naar dier moeder zou
sturen en het leven van [slachtoffer] ging verpesten en/of (vervolgens) die
[slachtoffer] gezegd dat zij dit nog maar op één manier kon voorkomen door
zichzelf te prostitueren en/of
- nadat een derde hem, verdachte had geïnformeerd over het contact met de
politie op initiatief van die [slachtoffer] - die [slachtoffer] gebeld en gezegd dat
hij alle filpmjes van/met die [slachtoffer] openbaar dreigde te maken en/of
- die [slachtoffer] gebeld en gezegd dat die [slachtoffer] bij hem, verdachte moest
komen om het uit te praten en als die [slachtoffer] hieraan niet voldeed de
filmpjes en/of de foto's van die [slachtoffer] op de school van de dochter van die
[slachtoffer] verspreid zouden worden en/of
- een account met een foto van die [slachtoffer] op [website] ten name van die
[slachtoffer] aangemaakt en/of
- een account/advertentie op de site [website] aangemaakt met titel ' [titel]
' en/of
- aanwijzingen/instructies aan die [slachtoffer] gegeven: niet zoenen en/of
veilige seks en/of na één uur weer terug bij hem, verdachte en/of
- een naaktfoto van die [slachtoffer] naar een derde verstuurd en/of
- een review op Facebooksite van het [hotel] [vestigingsplaats] waar
die [slachtoffer] werkte, geplaatst met de mededeling dat die [slachtoffer] daar
werkte en de kamers gebruikte om de hoer te spelen en/of
- die [slachtoffer] geschopt en/of geslagen;
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 45 Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 6° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 9° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 juli 2016
tot en met 19 januari 2017 te Utrecht en/of Zeist en/of Velzerbroek en/of
Zandvoort en/of Tienhoven , althans in Nederland, [slachtoffer] ,
- door geweld of enige andere feitelijkheid en / of door bedreiging met geweld
of enige andere feitelijkheid gericht tegen voornoemde [slachtoffer]
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden
en/of
- voornoemde [slachtoffer] door bedreiging met smaad of smaadschrift heeft
gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, immers heeft/is verdachte
- een (exclusieve) liefdesrelatie met die [slachtoffer] aangegaan en/of
- die [slachtoffer] gedrogeerd en/of (vervolgens) een filmpje op welk filmpje die
[slachtoffer] naakt douchend was te zien gemaakt en/of
- die [slachtoffer] een filmpje op welk filmpje die [slachtoffer] zich naakt douchte
getoond en/of
- die [slachtoffer] gezegd dat hij verdachte dat filmpje naar dier moeder zou
sturen en het leven van [slachtoffer] ging verpesten en/of (vervolgens) die
[slachtoffer] gezegd dat zij dit nog maar op één manier kon voorkomen door
zichzelf te prostitueren en/of
- nadat een derde hem, verdachte had geïnformeerd over het contact met de
politie op initiatief van die [slachtoffer] - die [slachtoffer] gebeld en gezegd dat
hij alle filmpjes van/met die [slachtoffer] openbaar dreigde te maken en/of
- die [slachtoffer] gebeld en gezegd dat die [slachtoffer] bij hem, verdachte moest
komen om het uit te praten en als die [slachtoffer] hieraan niet voldeed de
filmpjes en/of de foto's van die [slachtoffer] op de school van de dochter van die
[slachtoffer] verspreid zouden worden en/of
- een account met een foto van die [slachtoffer] op [website] ten name van die
[slachtoffer] aangemaakt en/of
- een account/advertentie op de site [website] aangemaakt met titel ' [titel]
' en/of
- aanwijzingen/instructies aan die [slachtoffer] gegeven: niet zoenen en/of
veilige seks en/of na één uur weer terug bij hem, verdachte en/of
- een naaktfoto van die [slachtoffer] naar een derde verstuurd en/of
- een review op Facebooksite van het [hotel] [vestigingsplaats] waar
die [slachtoffer] werkte, geplaatst met de mededeling dat die [slachtoffer] daar
werkte en de kamers gebruikte om de hoer te spelen en/of
- die [slachtoffer] geschopt en/of geslagen;
art 284 lid 1 ahf/sub2 Wetboek van Strafrecht
art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
Primair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2016
tot en met 10 augustus 2016 te Utrecht en/of Zeist en/of Oostvoorne, althans
in Nederland, (telkens) het plegen van ontucht door een minderjarige
- wiens minderjarigheid hij kende, te weten [aangeefster 4] , (geboren op
[1999] ),
- met een derde (telkens) opzettelijk heeft teweeggebracht en/of bevorderd
immers is/heeft hij, verdachte
via social media (onder andere) het/de volgende bericht(en) en/of chat(s)
en/of een foto aan die [aangeefster 4] verstuurd
- " Hoi hoi op zoek naar een job? 'en/of
- " Ontvangst in een hotel 150 uur kan tot 200 uur oplopen" en/of
- " Heb een eigen site waar 50:000 mannen per dag op komen voor een uur of voor
meer plezier. " en/of "Dit zijn serieuse klanten die ik nooit teleur stel je
kan ze ontvangen bij jou ergens in een hotel."en/of
- " Tuurlijk alles wordt geregeld." en/of
- " oke is goed als je echt wil zeg maar dan kan ik je meer info geven binnen
maand heb je dit bedrag" waarna hij, verdachte een foto verstuurde op welke
foto een of meer stapel(s) bankbiljetten met nominale waarde van 50,00 Euro
en/of 100,00 Euro zijn te zien en/of
- " En heb wel paar foto's nodig voor advertentie." en/of
- " Of ook cardate als je dat ook wilt" en/of "Dat is dat ze met auto je komen
ophalen dan ergens naar toe rijden uurtje of half uurtje." en/of
- " als je echt wilt verdienen en je bent serieus en real dan kan je proefje
draaien, je verdiend bovenmodaal." en/of
- " Gen ligaam foto's hor mooier hoe btr" waarna die [aangeefster 4] een foto van
haar gezicht met tuitende lippen stuurde en/of een foto van haarzelf geknield
en wijdbeens zittend op een bed in een string en met haar beide handen haar
(half)lange haar omhoog houdend." en/of
- " Maar hoe zit het met de foto's?" en/of
- " Heb je skype wil weten of je real bent" en/of
- " Geef je nummer ff dan" en/of
- " En hb je al die foto's?" en/of "Oke en die foto's?" en/of
- " hahah oke ik ga je toevoegen w8 ff" (nadat die [aangeefster 4] een skype
account had aangemaakt) en/of
- " ik heb je nu toegevoegd"en/of "Klik op video bellen" en/of "accep me [verdachte]
." en/of
- " Hee wil je likes of volgers op Insta?"
art 250 lid 1 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2016
tot en met 10 augustus 2016 te Utrecht en/of Zeist en/of Oostvoorne, althans
in Nederland, ter uitvoering van het door hem, verdachte voorgenomen misdrijf
om (telkens) ontucht door een minderjarige
- wiens minderjarigheid hij, verdachte, kende, te weten [aangeefster 4] ,
(geboren op [1999] ), te plegen met een derde (telkens) opzettelijk
heeft teweeggebracht en/of bevorderd, immers is/heeft hij, verdachte
via social media (onder andere) het/de volgende bericht(en) en/of chat(s)
en/of een foto aan die [aangeefster 4] verstuurd
- " Hoi hoi op zoek naar een job? 'en/of
- " Ontvangst in een hotel 150 uur kan tot 200 uur oplopen" en/of
- " Heb een eigen site waar 50:000 mannen per dag op komen voor een uur of voor
meer plezier. " en/of "Dit zijn serieuse klanten die ik nooit teleur stel je
kan ze ontvangen bij jou ergens in een hotel."en/of
- " Tuurlijk alles wordt geregeld." en/of
- " oke is goed als je echt wil zeg maar dan kan ik je meer info geven binnen
maand heb je dit bedrag" waarna hij, verdachte een foto verstuurde op welke
foto een of meer stapel(s) bankbiljetten met nominale waarde van 50,00 Euro
en/of 100,00 Euro zijn te zien en/of
- " En heb wel paar foto's nodig voor advertentie." en/of
- " Of ook cardate als je dat ook wilt" en/of "Dat is dat ze met auto je komen
ophalen dan ergens naar toe rijden uurtje of half uurtje." en/of
- " als je echt wilt verdienen en je bent serieus en real dan kan je proefje
draaien, je verdiend bovenmodaal." en/of
- " Gen ligaam foto's hor mooier hoe btr" waarna die [aangeefster 4] een foto van
haar gezicht met tuitende lippen stuurde en/of een foto van haarzelf geknield
en wijdbeens zittend op een bed in een string en met haar beide handen haar
(half)lange haar omhoog houdend." en/of
- " Maar hoe zit het met de foto's?" en/of
- " Heb je skype wil weten of je real bent" en/of
- " Geef je nummer ff dan" en/of
- " En hb je al die foto's?" en/of "Oke en die foto's?" en/of
- " hahah oke ik ga je toevoegen w8 ff" (nadat die [aangeefster 4] een skype
account had aangemaakt) en/of
- " ik heb je nu toegevoegd"en/of "Klik op video bellen" en/of "accep me [verdachte]
." en/of
- " Hee wil je likes of volgers op Insta?",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 45 Wetboek van Strafrecht
art 250 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 18 januari 2017 te Utrecht, althans in Nederland, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (smart)telefoon
(merk Apple, Iphone 6), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [aangeefster 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 19 juni 2016 te Utrecht, althans in Nederland, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (smart)telefoon
(merk Aapple, Iphone 6), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [aangeefster 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de periode van 16 januari 2017 tot en met 17 januari 2017
te Utrecht, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen een (smart)telefoon (merk Apple, Iphone 5s) en/of
een telefoonhoesje en/of een rijbewijs (ten name van [aangeefster 2] ) en/of een
id-kaart (ten name van [aangeefster 2] ) en/of een betaalkaart (ten name van [aangeefster 2]
), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, Onderzoek Amazone, opgemaakt door politie Midden-Nederland, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 19 januari 2017, blz. 7.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 19 januari 2017, blz. 8.
4.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 19 januari 2017, blz. 9.
5.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 19 januari 2017, blz. 10.
6.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 19 januari 2017, blz. 11.
7.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 19 januari 2017, blz. 12.
8.Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2017 (Pv van voorgeleiding, onderin genummerd), blz. 7.
9.Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2017 (Pv van voorgeleiding, onderin genummerd), blz. 8 en proces-verbaal van bevindingen van 28 februari 2017, blz. 572.
10.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 45.
11.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 46.
12.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 47.
13.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 48.
14.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 49.
15.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 51.
16.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 52.
17.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 53.
18.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 54.
19.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 56.
20.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] van 23 januari 2017, blz. 57.
21.Proces-verbaal van bevindingen van 31 januari 2017, blz. 90.
22.Proces-verbaal van bevindingen van 31 januari 2017, blz. 91.
23.Proces-verbaal van verhoor getuige [A] bij de rechter-commissaris op 28 maart 2017.
24.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] op 13 december 2016, blz. 84.
25.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] op 13 december 2016, blz. 85.
26.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] op 13 december 2016, blz. 86.
27.Proces-verbaal van aangifte van [G] van 20 januari 2017, blz. 78.
28.Proces-verbaal van aangifte van [G] van 20 januari 2017, blz. 79.
29.Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2017 (Pv van voorgeleiding, onderin genummerd, blz. 69).
30.Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2017 (Pv van voorgeleiding, onderin genummerd, blz. 70).
31.Proces-verbaal van verhoor verdachte 24 januari 2017, blz. 60-61.
32.Proces-verbaal van verhoor verdachte 24 januari 2017, blz. 61.
33.Proces-verbaal van verhoor verdachte 24 januari 2017, blz. 63.
34.Proces-verbaal van verhoor verdachte 24 januari 2017, blz. 64.
35.Proces-verbaal van verhoor verdachte 24 januari 2017, blz. 67.
36.Proces verbaal van bevindingen
37.Proces-verbaal van bevindingen van 28 februari 2017, blz. 592.
38.Proces-verbaal van bevindingen van 28 februari 2017, blz. 595 en 596.
39.Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017 met bijlagen, blz. 600, 601 en 602.
40.Proces-verbaal van bevindingen van 20 maart 2017 met bijlagen, blz. 600.
41.Proces-verbaal van bevindingen Verstrekking Teasemedia en Midhol
42.Proces-verbaal van bevindingen Verstrekking [website] van 15 maart 2017, blz. 616 en 617.
43.Proces-verbaal van bevindingen Verstrekking [website] van 15 maart 2017, blz. 618.
44.Proces-verbaal van bevindingen Verstrekking [website] van 15 maart 2017, blz. 619.
45.Proces-verbaal van bevindingen Verstrekking [website] van 15 maart 2017, blz. 620.
46.Proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2017, blz. 669- 676.
47.Proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2017, blz. 669.
48.Proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2017, blz. 670.
49.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 juli 2017.
50.Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2017, blz. 492.
51.Proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2017, blz. 493.
52.Proces-verbaal van bevindingen van 14 maart 2017, blz. 507, met bijlagen, blz. 509-538.
53.Proces-verbaal van bevindingen van 14 maart 2017, blz. 508, met bijlagen, blz. 509-538.
54.Proces-verbaal van bevindingen van 14 maart 2017, blz. 508.
55.Proces-verbaal van bevindingen van 17 augustus 2016, blz. 502.
56.Proces-verbaal van bevindingen van 17 augustus 2016, blz. 503.
57.Proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Facebook profiel [accountnaam] ) van 12 augustus 2016, blz. 494.
58.Proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2017, blz. 656, met bijlage, blz. 662.
59.Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster 3] van 23 januari 2017, blz. 345-349.
60.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 18 juli 2017.
61.Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster 1] van 21 juni 2016, blz. 219-222.
62.Een proces-verbaal van verhoor getuige [aangeefster 1] van 3 februari 2017 met bijlage, blz. 241-247.
63.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 18 juli 2017.
64.Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster 2] van 23 februari 2017, blz. 338-340.
65.Een proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2017 met bijlage opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , blz. 334-337.
66.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 18 juli 2017.