ECLI:NL:RBMNE:2017:3922
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W. Veenendaal
- K. de Meulder
- P.M.J.H. Muijlaert
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaken en excessieve onderhoudskosten in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om de WOZ-waarde van een schoolgebouw voor beroepsonderwijs en de bijbehorende grond en opstallen. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 14 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een stichting en de heffingsambtenaar van de gemeente over de vastgestelde waarden van onroerende zaken. De waarden waren vastgesteld op respectievelijk € 2.833.000,- en € 289.000,- voor de belastingjaren 2015. Eiseres, de stichting, was van mening dat deze waarden te hoog waren en had beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar die de bezwaren ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 23 februari 2017 werd de stichting vertegenwoordigd door haar gemachtigde, terwijl de heffingsambtenaar werd bijgestaan door een taxateur.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarden heeft berekend op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde, een methode die door beide partijen als geschikt werd erkend. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres over de restwaarde en de hoogte van de excessieve onderhoudskosten beoordeeld. Eiseres stelde dat de restwaarde negatief was en dat de onderhoudskosten te hoog waren. De rechtbank oordeelde echter dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarden niet te hoog waren en dat de excessieve onderhoudskosten adequaat waren ingeschat. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.