In deze zaak heeft de kantonrechter op 19 juli 2017 uitspraak gedaan over het verzoek van een besloten vennootschap tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, die sinds 1 augustus 2010 in dienst was als Managing Consultant. De werkgever voerde aan dat de werknemer ongeschikt was voor de bedongen arbeid, anders dan door ziekte of gebreken, en dat er sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie. De werknemer had in de afgelopen jaren onvoldoende gepresteerd, met name op het gebied van sales en communicatie, en had niet voldaan aan de verwachtingen die aan haar functie werden gesteld. Ondanks meerdere gesprekken en een verbeterplan, was er geen significante verbetering in haar functioneren. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever voldoende had aangetoond dat de werknemer niet in staat was om haar functioneren te verbeteren en dat herplaatsing in een andere functie niet mogelijk was. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 september 2017, met toekenning van de transitievergoeding aan de werknemer, maar zonder toekenning van een billijke vergoeding. De proceskosten werden gecompenseerd.