ECLI:NL:RBMNE:2017:387

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 januari 2017
Publicatiedatum
30 januari 2017
Zaaknummer
C16/415191/FA RK 16-3087
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een buitenlandse adoptiebeslissing en vaststelling van geboortegegevens van een geadopteerd kind

Op 30 januari 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een adoptiezaak. Verzoekers, een stel dat sinds maart 2003 een affectieve relatie heeft, hebben op 9 mei 2016 een verzoekschrift ingediend tot erkenning van een buitenlandse adoptiebeslissing. De minderjarige, geboren in de Verenigde Staten, is door verzoekers geadopteerd volgens de wetgeving van New Jersey. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptiebeslissing voldoet aan de voorwaarden van het Haags Adoptieverdrag 1993, waardoor deze van rechtswege in Nederland wordt erkend. Echter, de erkenning van de adoptie door de tweede verzoeker, [verzoeker 1], werd afgewezen omdat hij niet over de vereiste beginseltoestemming beschikte, wat in strijd is met de Nederlandse openbare orde.

De rechtbank heeft ook de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld, ondanks de bezwaren van de verzoekers over de geheimhouding van de gegevens van de biologische moeder. De rechtbank oordeelde dat het belang van de minderjarige bij een correcte registratie van zijn identiteitsgegevens zwaarder weegt dan de privacy van de biologische moeder. De rechtbank heeft de adoptie naar Nederlands recht uitgesproken en de inschrijving van de geboortegegevens gelast, waarbij de naam van de biologische moeder is vastgesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer / rekestnummer: C16/415191/FA RK 16-3087
adoptie
Beschikking van 30 januari 2017
in de zaak van
[verzoeker 1],
en
[verzoeker 2],
beiden wonende te [woonplaats],
hierna te noemen [verzoeker 1] respectievelijk [verzoeker 2] , dan wel gezamenlijk verzoekers,
advocaat mr. A.F. Braun.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Verzoekers hebben op 9 mei 2016 ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift ingediend tot - onder meer - afgifte door de rechtbank van een verklaring voor recht, waarbij wordt vastgesteld dat aan de voorwaarden voor erkenning van een in het buitenland gegeven beslissing tot adoptie is voldaan.
1.2.
De rechtbank heeft vervolgens kennis genomen van de navolgende stukken:
  • de brief d.d. 26 mei 2016 van de Raad voor de Kinderbescherming Regio Noord-Holland, locatie Haarlem met bijgevoegd het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming Regio Gelderland, locatie Arnhem d.d. 29 september 2015;
  • de brief d.d. 9 augustus 2016, bij de rechtbank binnengekomen op 19 september 2016, van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag;
  • het F9-formulier d.d. 23 september 2016 met bijlage van de advocaat van verzoekers;
  • het F9-formulier d.d. 6 oktober 2016 met bijlage van de advocaat van verzoekers;
  • de brief d.d. 2 november 2016, bij de rechtbank binnengekomen op 9 november 2016, van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.

2.Vaststaande feiten

2.1.
Verzoekers hebben sinds maart 2003 een affectieve relatie met elkaar.
2.2.
Het Ministerie van Justitie heeft bij besluit van 11 januari 2011 aan [verzoeker 2] toestemming verleend voor het opnemen van een eerste buitenlands kind ter adoptie. Bij besluit van 31 december 2014 is de toestemming verlengd tot 31 december 2018.
2.3.
De minderjarige
[minderjarige]is geboren op [2015] te [geboorteplaats] United States of America, als zoon van [A] .
2.4.
De minderjarige wordt sinds [2015] door verzoekers verzorgd en opgevoed.
2.5.
Bij uitspraak van het Superior Court of New Jersey, Chancery Division/ Family Part, Verenigde Staten van Amerika, d.d. 3 februari 2015 is bepaald dat de minderjarige voor adoptie in aanmerking komt en is de voogdij over de minderjarige aan verzoekers toegekend.
2.6.
Bij Judgement of adoption d.d. 6 oktober 2015 van het Superior Court of New Jersey, Chancery Division/ Family Part, Camden County, Verenigde Staten van Amerika, is de minderjarige naar het recht van de staat New Jersey, Verenigde Staten van Amerika, door verzoekers geadopteerd en de naam van de minderjarige gewijzigd in ‘ [minderjarige] ’.
2.7.
De minderjarige heeft met het doel van adoptie zijn geboorteland mogen verlaten.
2.8.
Verzoekers hebben de Nederlandse nationaliteit en wonen zowel ten tijde van de aanvang van de adoptieprocedure als nadien in Nederland. De minderjarige verbleef ten tijde van voornoemde adoptiebeslissing in Nederland.

3.Beoordeling van het verzochte

Erkenning buitenlandse adoptiebeslissing

3.1.
De rechtbank dient (ambtshalve) de vraag te beantwoorden of in de onderhavige zaak sprake is van een buitenlandse adoptiebeslissing ingevolge het Haags Adoptie Verdrag 1993 (hierna: het Verdrag) – welke adoptiebeslissingen ingevolge artikel 23 van het Verdrag van rechtswege worden erkend– dan wel, indien gelet op artikel 10:107 BW dit verdrag niet van toepassing is, of sprake is van een voor erkenning vatbare buitenlandse adoptiebeslissing zoals bedoeld in de artikelen 10:108 en 10:109 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
3.2.
Voor de vraag of het Verdrag van toepassing is dient te worden beoordeeld of de adoptiebeslissing onder het materiele, het formele en het temporele toepassingsgebied van het Verdrag valt. Nu aan de vereisten neergelegd in artikel 2 van het Verdrag is voldaan valt de adoptiebeslissing onder het materiele en formele toepassingsgebied. De rechtbank is gebleken dat het verzoek tot het verkrijgen van een beginseltoestemming voor [verzoeker 2] is ingediend op 9 juni 2009. Op dat moment was het Verdrag voor zowel Nederland als de Verenigde Staten van Amerika in werking getreden, zodat het Verdrag ook temporeel gezien van toepassing is.
3.3.
Verzoekers hebben een verklaring in de zin van artikel 23 van het Verdrag overgelegd. Hieruit blijkt dat de adoptie door [verzoeker 2] in overeenstemming met het Verdrag tot stand is gekomen. De adoptie door [verzoeker 2] wordt daarom van rechtswege erkend in Nederland bij de inschrijving van de adoptie door de ambtenaar van de burgerlijke stand. De rechtbank hoeft hierover derhalve geen beslissing meer te nemen.
3.4.
De verklaring in de zin van artikel 23 van het Verdrag alsmede de adoptiebeslissing hebben tevens betrekking op [verzoeker 1] . [verzoeker 1] staat voorts in de Basisregistratie Personen als juridisch vader van de minderjarige geregistreerd. [verzoeker 1] beschikt echter niet over de ingevolge artikel 14 en 15 van het Verdrag vereiste beginseltoestemming, hetgeen betekent dat de Nederlandse autoriteiten de geschiktheid van [verzoeker 1] om te adopteren niet uitdrukkelijk hebben getoetst. De verklaring ex artikel 23 van het Verdrag kan daarom voor wat betreft [verzoeker 1] niet worden erkend wegens schending van de Nederlandse openbare orde (artikel 24 van het Verdrag). Ten aanzien van [verzoeker 1] komt de buitenlandse adoptiebeslissing dan ook niet voor erkenning in aanmerking.
De rechtbank ziet in hetgeen verzoekers hebben gesteld en in de door hen aangehaalde jurisprudentie geen aanleiding om desalniettemin voor recht te verklaren dat de adoptie ten aanzien van [verzoeker 1] wordt erkend, zoals door verzoekers is verzocht. Het verzoek zal derhalve worden afgewezen.
Adoptie naar Nederlands recht
3.5.
De rechtbank komt toe aan het verzoek om de adoptie van de minderjarige door [verzoeker 1] naar Nederlands recht uit te spreken.
3.6.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat de biologische moeder heeft ingestemd met de adoptie van de minderjarige. De rechtbank is van oordeel, gelet op de overgelegde stukken en het rapport van de Raad van 29 september 2015, dat er geen bezwaren bestaan tegen de verzochte adoptie naar Nederlands recht. De adoptie wordt in het kennelijke belang van de minderjarige geacht en ook overigens is voldaan aan de voorwaarden welke zijn gesteld in de artikelen 1:227 en 1:228 BW. De rechtbank zal dit verzoek dan ook toewijzen.
Naam
3.7.
Bij de beslissing tot adoptie van de minderjarige is, naar het recht van New Jersey, de Verenigde Staten van Amerika, de naam van de minderjarige gewijzigd in:
[minderjarige]. Deze naamswijziging komt op grond van artikel 10:24 BW voor erkenning in aanmerking.
Geboortegegevens
3.8.
Aangezien het overgelegde Certification of Birth (nr. [nummer]) niet voor inschrijving in de registers van de burgerlijke stand vatbaar is, zal de rechtbank de geboortegegevens van de minderjarige op grond van artikel 1:25c lid 1 en lid 3 BW, voor zoveel mogelijk vaststellen. De rechtbank is hierbij uitgegaan van voornoemd Certification of Birth, de beslissing van 3 februari 2015 en de beslissing tot adoptie d.d. 6 oktober 2015.
De rechtbank zal, gelijk als het de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag voorstaat, ook de naam van de biologische moeder van de minderjarige vaststellen. Verzoekers hebben hier bezwaar tegen gemaakt, nu zij in de Verenigde Staten van Amerika geheimhouding van de gegevens van de biologische moeder zijn overeengekomen. De rechtbank overweegt dat op de vaststelling van de geboortegegevens van de minderjarige Nederlands recht van toepassing is en dat de rechtbank conform lid 2 van artikel 25c BW bij de vaststelling van de geboortegegevens rekening dient te houden met alle bewijzen en aanwijzingen omtrent de omstandigheden waaronder, en het tijdstip waarop de geboorte moet hebben plaatsgehad. Voorts dienen -voor zover daarvoor aanwijzingen zijn verkregen- de geslachtsnaam, de voornamen, alsmede de plaats en de dag van de geboorte van de vader en de moeder te worden vastgesteld. De gegevens van de biologische moeder van de minderjarige zijn bekend, zodat de rechtbank daar rekening mee dient te houden.
De rechtbank is voorts van oordeel dat het belang van de minderjarige -als geadopteerd kind in Nederland- bij een juiste registratie van zijn identiteitsgegevens zwaarder weegt dan het belang van de biologische moeder op privacy en geheimhouding van haar gegevens.
De rechtbank zal de geboortegegevens van de minderjarige derhalve als volgt vaststellen:
- voornaam : -
geslachtsnaam : [minderjarige]
- plaats van geboorte : [geboorteplaats] Verenigde Staten
van Amerika
- datum van geboorte : [2015]
- geslacht : mannelijk
- voornaam moeder : [voornaam]
- geslachtsnaam moeder : [A] .

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1.
spreekt uit de adoptie naar Nederlands recht van de minderjarige van het mannelijk geslacht, genaamd:
[minderjarige](oorspronkelijk genaamd: [minderjarige] ), geboren op [2015] te [geboorteplaats] Verenigde Staten van Amerika, door:
[verzoeker 1], geboren op [1972] te [woonplaats] ;
4.2.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen,
4.3.
stelt als geboortegegevens van de minderjarige vast:
- voornaam : -
geslachtsnaam : [minderjarige]
- plaats van geboorte : [geboorteplaats] Verenigde Staten
van Amerika
- datum van geboorte : [2015]
- geslacht : mannelijk
- voornaam moeder : [voornaam]
- geslachtsnaam moeder : [A]
en gelast de inschrijving daarvan in het register van geboorten van de gemeente Den Haag,
4.4.
erkent de beslissing van de autoriteit te New Jersey, Verenigde Staten van Amerika, waarbij de naam van de minderjarige is gewijzigd in:
[minderjarige];
4.5.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.W.G. de Beer, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.A. van den Breemer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2017. Bij afwezigheid van mr. P.W.G. de Beer is de beschikking ondertekend door mr. A.G. van Doorn, (kinder)rechter.