Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de curandus;
- de curator;
- mr. G. de Gelder, de gemachtigde.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 30 juni 2017 uitspraak gedaan op een verzoek tot machtiging ex artikel 4:55 BW. De curandus, die onder curatele is gesteld wegens een geestelijke stoornis, heeft toestemming gevraagd om een testament op te stellen. Het verzoekschrift is op 16 februari 2017 ingediend en de behandeling vond plaats op 21 juni 2017. De curandus, de curator en de gemachtigde waren aanwezig tijdens de zitting.
De curandus is sinds 1 augustus 1989 onder curatele gesteld en de heer [de curator] is aangesteld als zijn curator. De curandus heeft de intentie om bij testament te beschikken over zijn toekomstige nalatenschap, waarbij twee zendingsorganisaties als erfgenamen zijn benoemd, onder de last van legaten aan diverse goede doelen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de curandus de gevolgen van zijn uiterste wilsbeschikking overziet, maar heeft voorwaarden verbonden aan de toestemming.
De kantonrechter heeft bepaald dat de Waddenvereniging als legataris in het testament moet worden opgenomen, evenals eventueel nog één of twee legatarissen die door de curandus zelf worden aangewezen. Daarnaast moet het testament binnen drie maanden na de uitspraak passeren in aanwezigheid van getuigen, waaronder de curator. De gemachtigde is verplicht om een afschrift van het testament aan de kantonrechter te overhandigen zodra dit is gepasseerd. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.M. Crouwel, kantonrechter, en kan binnen drie maanden worden aangevochten bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.