In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 juni 2017 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De minderjarige is aangemeld voor een driemilieusvoorziening, maar kan vanwege wachtlijsten nog niet worden overgeplaatst. De kinderrechter heeft de machtiging verleend op verzoek van de gecertificeerde instelling (GI), die aangaf dat de minderjarige zich in dreigende situaties bevindt en dat gesloten plaatsing noodzakelijk is voor zijn ontwikkeling en veiligheid.
De feiten tonen aan dat het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de vader. De minderjarige verblijft momenteel bij [instelling] en heeft al meerdere ingrijpende levenssituaties meegemaakt. De kinderrechter heeft eerder een ondertoezichtstelling verlengd en een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend. De GI heeft aangegeven dat de minderjarige rust en stabiliteit nodig heeft, en dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt.
De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige beoordeeld en geconcludeerd dat er zorgen zijn over zijn ontwikkeling en veiligheid. De minderjarige vertoont zorgelijk gedrag, waaronder wegloopgedrag en problematische contacten. De kinderrechter heeft daarom besloten de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 3 september 2017. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.