ECLI:NL:RBMNE:2017:3316

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2017
Publicatiedatum
4 juli 2017
Zaaknummer
C/16/439716 / JE RK 17-1150
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een accommodatie jeugdhulpaanbieder

In deze zaak heeft de kinderrechter op 12 juni 2017 uitspraak gedaan over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De ouders van [minderjarige] oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag uit. [minderjarige] verblijft momenteel in een gesloten setting bij [instelling] te [verblijfplaats]. De kinderrechter heeft eerder een ondertoezichtstelling en een machtiging gesloten jeugdhulp verleend. De gecertificeerde instelling (GI) heeft op 17 mei 2017 een verzoek ingediend om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot de einddatum van de ondertoezichtstelling, te weten 3 maart 2018.

Tijdens de zitting is de positieve ontwikkeling van [minderjarige] besproken. Hij heeft gewerkt aan zijn behandeling en heeft deelgenomen aan verschillende therapieën. De GI heeft aangegeven dat het noodzakelijk is dat [minderjarige] zo snel mogelijk naar een open setting kan verhuizen, omdat de huidige gesloten plaatsing niet meer in zijn belang is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] zich goed heeft ontwikkeld en dat het in zijn belang is om de uithuisplaatsing te verlengen.

De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] te verlenen, met ingang van 16 juni 2017 tot 3 maart 2018. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Zittingsplaats: Utrecht
Zaakgegevens: C/16/439716 / JE RK 17-1150
Datum uitspraak: 12 juni 2017

Beschikking verlenging uithuisplaatsing

In de zaak van

de gecertificeerde instelling
Samen Veilig Midden-Nederland, locatie Utrecht, hierna te noemen de GI, gevestigd te Utrecht,
betreffende
[minderjarige], geboren op [2001] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] ,

[vader] , hierna te noemen de vader,

wonende te Colombia .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • de brief met bijlage van de GI van 17 mei 2017, ingekomen bij de griffie op 19 mei 2017;
  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 31 mei 2017, ingekomen bij de griffie op 31 mei 2017;
  • de rapportage van de GI van 9 juni 2017.
Op 12 juni 2017 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
  • de minderjarige [minderjarige] , die apart is gehoord,
  • de heer [A] , persoonlijk begeleider van [minderjarige] ,
  • mevrouw [B] , namens de GI.
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
  • de moeder,
  • de vader.
De feiten
Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[minderjarige] verblijft bij [instelling] te [verblijfplaats] .
Bij beschikking van 3 maart 2017 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 3 maart 2018. Tevens is een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] verleend tot 3 juni 2017, en is de beslissing op het verzoek voor het overige aangehouden. De kinderrechter heeft bij beschikking van 31 mei 2017 een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend voor de duur van twee weken, te weten tot 16 juni 2017.

Het verzoek

Bij brief van 17 mei 2017 heeft de GI het aangehouden gedeelte van de machtiging gesloten jeugdhulp schriftelijk ingetrokken. De GI heeft daarnaast verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 3 maart 2018.

De standpunten

Namens de GI is ter zitting naar voren gebracht dat [minderjarige] de afgelopen tijd positieve vooruitgang heeft geboekt. Hij heeft keihard gewerkt om de vervolgstap naar een open setting te maken. [minderjarige] verblijft nu nog bij [instelling] te [verblijfplaats] . Tot op heden is het onduidelijk wat de vervolgplek gaat worden voor [minderjarige] en verblijft hij nu te lang binnen een gesloten setting. [minderjarige] is niet verantwoordelijk voor de huidige situatie, maar het zou zonde zijn als hij daarvan de dupe wordt. [minderjarige] heeft geen contact meer met zijn moeder. Het contact met zijn ex-stiefvader (de vader van [C] ) is weer opgepakt, maar verloopt moeizaam. [minderjarige] kan wel bij zijn opa en ooms terecht als hij met verlof mag.
De persoonlijk begeleider van [minderjarige] heeft aangegeven dat [minderjarige] zich positief heeft ontwikkeld binnen de gesloten setting, maar dat de tijd is aangebroken dat [minderjarige] naar een open setting gaat. Een gesloten setting is onnodig en werkt averechts voor [minderjarige] , omdat je langzamerhand de spanning voelt oplopen bij hem. De persoonlijk begeleider is van mening dat [minderjarige] weer terug moet worden geplaatst op [instelling] in [vestigingsplaats] , waar [minderjarige] voorheen ook verbleef. Het netwerk van [minderjarige] bevindt zich daar, waardoor [vestigingsplaats] de beste optie is.

De beoordeling

Machtiging gesloten jeugdhulp
Nu de GI dit verzoek heeft ingetrokken, hoeft de kinderrechter daarop niet meer te beslissen.
Machtiging tot uithuisplaatsing
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [minderjarige] zich positief heeft ontwikkeld tijdens zijn verblijf bij [instelling] sinds augustus 2016. Hij heeft het programma Brains4Use met goed gevolg afgerond en de verloven bij zijn opa en ooms verlopen positief. [minderjarige] heeft meegewerkt aan een persoonlijkheidsonderzoek, hij is gestart met psychomotorische therapie en hij staat op de wachtlijst voor EMDR-therapie. Het behandeltraject kan worden voortgezet binnen een open setting, waardoor [minderjarige] deze vervolgstap ook kan maken.
[instelling] in [vestigingsplaats] zou de meest passende open plek zijn voor [minderjarige] . Voor de gesloten plaatsing verbleef [minderjarige] hier ook en het netwerk van [minderjarige] bevindt zich op [instelling] . Het is noodzakelijk dat [minderjarige] een netwerk om zich heen houdt. Hij heeft geen contact meer met zijn moeder, zijn vader woont in Columbia en het contact met zijn ex-stiefvader verloopt wisselend. In het belang van [minderjarige] moet de vervolgstap naar een open setting zo snel mogelijk worden gemaakt, zodat [minderjarige] zich weer kan richten op zijn eigen ontwikkeling. Uit voorgaande volgt dat de uithuisplaatsing van [minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek). De kinderrechter zal daarom de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 3 maart 2018.

De beslissing

De kinderrechter:
- verleent de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder, met ingang van 16 juni 2017 tot 3 maart 2018;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. van Es-de Vries, kinderrechter, in tegenwoordigheid van H.W. de Ruiter als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2017.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden