Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 april 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 12 juli 2016.
2.De feiten
€ 1.107,22 worden afgelost. De eerste termijn was verschuldigd op 28 december 2012; de 36e op 28 november 2015.
€ 2.383,41 worden afgelost. De eerste termijn was verschuldigd op 2 juni 2013; de 60e op
2 mei 2018.
3.Het geschil
- inzake leningnummer [nummer 1] de som van € 34.295,15 te vermeerderen met de overeengekomen rente van 9% per jaar over € 32.111,06 vanaf 28 januari 2014 tot de dag van voldoening
- inzake leningnummer [nummer 2] de som van € 144.568,13 te vermeerderen met de overeengekomen rente van 10% per jaar over € 140.616,55 vanaf 28 januari 2014 tot de dag van voldoening
4.De beoordeling
€ 2.383,33 per maand van juni 2013 tot en met november 2015 aan de betreffende investeerders heeft voldaan. Dat betekent dat voor een bedrag van € 73.883,28 de grondslag van de vordering geen lastgeving van de investeerders kan zijn. Die zijn immers voldaan, aldus [gedaagde] .
“De investeerder geeft aan [eiseres] de last, welke last [eiseres] aanneemt, om in het belang en voor rekening van de investeerder, zij het op naam van [eiseres] , alle vorderingen te incasseren, welke voortvloeien uit de tussen de investeerder (ook in zijn hoedanigheid van lid van de in de door de schuldenaar getekende c.q. te tekenen schuldbekentenis bedoelde informele vereniging) en de betrokken schuldenaar gesloten geldlening alsmede de daarmee samenhangende rechten te effectueren, en in dat kader: (…) als procespartij voor lastgever/investeerder in rechte op te treden en al het terzake noodzakelijk te doen.”[eiseres] heeft die stelling onderbouwd door overlegging van een voorbeeld van die overeenkomst (productie 9) en zij heeft alle op de beide leningnummers betrekking hebbende investeringsovereenkomsten (aangekondigd) meegenomen naar de comparitiezitting. [gedaagde] heeft op dat moment bezwaar gemaakt tegen overlegging van die stukken en/of kennisneming daarvan door de rechter. [gedaagde] heeft echter niet nader gemotiveerd waarom hij de gestelde lastgeving betwist, zodat die betwisting als onvoldoende gemotiveerd wordt gepasseerd. [eiseres] is derhalve bevoegd tot incasso van vorderingen van de investeerders inzake de leningnummers [nummer 1] en [nummer 2] .
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)