In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.G.W. Bors, vorderde schadevergoeding van het Pensioenfonds omdat zij meende dat het Pensioenfonds onrechtmatig had gehandeld door haar niet te informeren over haar pensioenaanspraken. De eiseres stelde dat zij als gevolg van dit onrechtmatig handelen schade had geleden, waaronder wettelijke rente over het te laat uitgekeerde ouderdomspensioen en een bedrag in verband met de terugvordering van zorgtoeslag.
De kantonrechter oordeelde dat het Pensioenfonds in gebreke was gebleven bij de nakoming van haar inspanningsverplichting om het juiste adres van de eiseres te achterhalen. De kantonrechter benadrukte dat, hoewel de deelnemer zelf verantwoordelijk is voor het doorgeven van adreswijzigingen, de pensioenuitvoerder ook een zorgplicht heeft om actief te proberen het juiste adres te achterhalen. Het Pensioenfonds had niet voldoende aangetoond dat zij aan deze verplichting had voldaan.
De vordering tot schadevergoeding werd gedeeltelijk toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres recht had op vergoeding van wettelijke rente over het achterstallige ouderdomspensioen vanaf 1 september 2003 tot 4 september 2015. De vordering tot schadevergoeding in verband met de zorgtoeslag werd afgewezen, omdat de eiseres niet voldoende bewijs had geleverd. Daarnaast werd het Pensioenfonds veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die op € 673,08 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.