Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de beschikking van 27 juli 2016,
- de brief van mr. Le Poole van 4 januari 2017,
- het e-mailbericht met bijlagen van mr. Le Poole van 6 januari 2017,
- de brief met bijlagen van mr. Van Schoonhoven van 9 januari 2017,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 18 april 2017, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De verdere feiten en omstandigheden
5.2. (…) de deskundigen Plasmans en Verlooy in aanvulling op en met handhaving van de aanbiedingsbrieven van 5 november 2012 te verzoeken om, met inachtneming van de informatie op (…)de patiëntenkaart, nogmaals zoveel als mogelijk te beoordelen of de klachten van [verzoekster] aan haar onderrug en linker lies ook zonder het ongeval zouden zijn ontstaan, en om hun oordelen, voor zover mogelijk, in ieder geval nader toe te lichten voor zover uit de patiëntenkaart voor het door hen te geven oordeel relevante klachten van [verzoekster] blijken op het gebied van het bewegingsapparaat alsmede psychische klachten, en om van die klachten verslag te doen;”
- partijen laten de formulering van de aanbiedingsbrieven over aan hun medisch adviseurs,
- partijen zenden Plasmans de rapportage uit 2013 van Verlooy en zij zenden Verlooy de rapportage uit 2013 van Plasmans ,
- partijen zenden zowel Plasmans als Verlooy de patiëntenkaart van [verzoekster] en de tussenbeschikking van 27 juli 2016,
- partijen vragen de deskundigen vraag 2 van de IWMD-vraagstelling opnieuw te beantwoorden, na kennisname van de hiervoor genoemde stukken.
3.De verdere beoordeling
4.De beslissing
9 augustus 2017te informeren over de gewenste verdere voorgang van de procedure,