ECLI:NL:RBMNE:2017:2874

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 februari 2017
Publicatiedatum
15 juni 2017
Zaaknummer
16.659198-16
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over teruggave van in beslag genomen computer en bestanden in verband met kinderporno

In deze zaak heeft klager verzocht om teruggave van bestanden die zijn opgeslagen op de in beslag genomen computer. De computer is in beslag genomen omdat er bestanden op zijn aangetroffen die door het Openbaar Ministerie als kinderporno zijn aangemerkt. Klager heeft belang bij de teruggave van zijn familiefoto's en digitaal lesmateriaal dat aan hem is verstrekt in het kader van zijn behandeling. De rechtbank heeft het klaagschrift van klager beoordeeld en vastgesteld dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen de teruggave van de computer en de harde schijf. De rechtbank verklaart het beklag ongegrond, omdat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later zal besluiten tot verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de computer. Klager is ontvankelijk in zijn klaagschrift, maar de rechtbank ziet geen reden om de teruggave van de gevraagde bestanden te gelasten. De rechtbank overweegt dat de gevraagde gegevens niet duidelijk zijn omschreven en dat het risico bestaat dat illegaal materiaal aanwezig blijft. De rechtbank concludeert dat de belangen van klager niet opwegen tegen het belang van de strafvordering.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.659198-16
Rekestnummer: 16/3235
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer in strafzaken, op het op 1 november 2016 ter griffie van deze rechtbank ingekomen klaagschrift, aangevuld op 12 december 2016, op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), van

[klager] ,

geboren op [1975] te [geboorteplaats] ,
domicilie kiezende ten kantore van zijn raadsman, mr. F.P. Holthuis, advocaat te Den Haag,
(hierna te noemen: klager).
Het klaagschrift is gericht tegen (het voortduren van) de inbeslagneming en (daarmee kennelijk tevens) tegen het uitblijven van een last tot teruggave van het inbeslaggenomene aan klager.
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het dossier in de strafzaak tegen klager als verdachte (met opgemeld parketnummer), van voornoemd klaagschrift, van het schriftelijk advies van de officier van justitie van 1 december 2016 en van de schriftelijke reactie van klager van 12 december 2016.
Het klaagschrift is behandeld in openbare raadkamer op 10 januari 2017.
Gehoord zijn de raadsman van klager, mr. F.C. Knoef, waarnemend voor mr. F.P. Holthuis en de officier van justitie. Klager is, alhoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onderhavige beklag uit van het navolgende:
onder klager is op 13 augustus 2015 in beslag genomen: een computer, type PCONE Sm-D19525-P-B.
Overwegingen
Klager heeft verzocht om teruggave van een aantal bestanden die staan opgeslagen op (de harde schijf van) de in beslag genomen computer. Klager wil graag zijn familiefoto’s en digitaal lesmateriaal dat aan klager verstrekt is in het kader van zijn behandeling terug. Klager heeft belang bij deze bestanden omdat hij gelet op de lopende TBS-maatregel weinig (direct) contact heeft met familie en het lesmateriaal gebruikt als naslagwerk. Volgens klager zijn er mogelijkheden om dit te realiseren, te weten het wissen van ‘illegale bestanden’ of het kopiëren van ‘legale bestanden’.
Maatstaf bij de beoordeling van het onderhavige klaagschrift is of het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van hetgeen bij klager in beslag is genomen.
Nu beslag is gelegd op de voet van artikel 94 Sv is daarbij in dit geval van belang of het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, het voorwerp zal verbeurd verklaren of onttrekken aan het verkeer.
De officier van justitie heeft zich verzet tegen teruggave en daartoe aangevoerd dat klager primair niet-ontvankelijk verklaart moet worden omdat op grond van artikel 94 Sv voorwerpen in beslag genomen kunnen worden. Gegevens kunnen niet in beslag worden genomen. Daarvoor gelden de artikelen 125i en j Sv. Klagen op grond van artikel 552a Sv is in dit geval (waar het klager kennelijk om gegevens te doen is) niet mogelijk.
Subsidiair heeft de officier van justitie aangevoerd dat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard, omdat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat onttrekking aan het verkeer van de computer zal worden bevolen. Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave. De gevraagde gegevens zijn bovendien niet duidelijk omschreven en zijn mogelijk op een andere wijze te verkrijgen. De gestelde belangen zijn onvoldoende. Het is technisch niet mogelijk om op eenvoudige wijze onderscheid te maken tussen legale en illegale bestanden, waardoor het risico groot is dat er illegaal materiaal aanwezig blijft en teruggehaald kan worden. Bij de huidige stand van de techniek is het ‘wissen’ van bestanden niet waterdicht. Het is softwarematig niet mogelijk om bepaalde bestanden terug te geven. De hashwaarde van een computer wijzigt daardoor, waardoor rechtmatig onderzoek bij een lopende zaak niet meer mogelijk is.
De raadsman van klager heeft in raadkamer ter aanvulling op het klaagschrift ten aanzien van de ontvankelijkheid aangevoerd dat klager de computer terugwenst. Klager begrijpt dat hij het recht op teruggave van de computer in feite heeft verspeeld door toestemming te geven voor inbeslagname. Als een soort geste heeft hij alleen verzocht om teruggave van de bestanden – familiefoto’s en digitaal lesmateriaal van de kliniek – terug te krijgen.
In deze zaak zal geen vervolging meer plaatsvinden, waardoor niet duidelijk is wat het strafvorderlijk belang is. De rechtbank Rotterdam heeft aangegeven dat het hen ambtshalve bekend is dat er software beschikbaar is om voor elkaar te krijgen wat wij vragen. Als er geen aanwijzingen zijn voor ‘hidden files’ moeten de gegevens terug. Het is eenvoudig om te zien welke foto’s aan klager geretourneerd kunnen worden.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank verklaart klager ontvankelijk in zijn klaagschrift.
Indien een doorzoeking op grond van artikel 125i Sv heeft plaatsgevonden is geen beklag op grond van artikel 552a Sv mogelijk. Dat de doorzoeking heeft plaatsgevonden ter vastlegging van gegevens ex artikel 125i Sv blijkt echter niet uit het dossier.
Klager heeft ervoor gekozen om niet de teruggave van de gehele computer te vragen, maar slechts onderdelen die zich op de computer bevinden, te weten de familiefoto’s en digitaal lesmateriaal dat aan klager is verstrekt in het kader van zijn behandeling. De rechtbank stelt deze bestanden gelijk aan voorwerpen waarover geklaagd kan worden in artikel 552a Sv.
De rechtbank zal klager daarom ontvangen in zijn klaagschrift.
De computer is in beslag genomen en daarop zijn bestanden aangetroffen die volgens het Openbaar Ministerie zijn aan te merken als kinderporno. Het strafvorderlijk belang verzet zich daarom tegen de teruggave van die computer, inclusief de harde schijf. Het is immers niet hoogst onwaarschijnlijk dat onttrekking aan het verkeer dient plaats te vinden en tot vernietiging van de computer zal worden overgegaan.
De vraag ligt voor of in dat geval sprake zou zijn van disproportionele benadeling van het belang van klager, nu deze persoonlijk belang heeft bij de teruggave van een aantal bestanden die zijn opgeslagen op de harde schijf van die in beslag genomen computer.
Voor zover het klaagschrift ziet op het digitale lesmateriaal dat klager ontving in het kader van zijn behandeling valt niet in te zien waarom dit materiaal hem niet, door degene die het hem in eerste instantie heeft verstrekt, opnieuw zou kunnen worden verstrekt.
De rechtbank ziet dan ook geen reden voor een gegrondverklaring van het klaagschrift op dit punt.
Voor zover het klaagschrift ziet op de familiefoto’s heeft de rechtbank oog voor het belang van klager en begrijpt de rechtbank dat deze foto’s van emotionele waarde voor hem zijn.
Dit leidt echter niet tot gegrondverklaring van het klaagschrift.
Het verzoek om teruggaaf van foto’s is niet erg concreet en onvoldoende duidelijk. Zonder nadere omschrijving van het begrip familiefoto’s is volstrekt niet helder om welke bestanden het gaat, hoeveel dit er zijn en waar deze staan opgeslagen op de harde schijf.
Gelet op de zeer omvangrijke hoeveelheid bestanden, meer in het bijzonder beeldmateriaal, dat op de computer van klager is aangetroffen, kan niet van het openbaar ministerie worden gevergd al deze bestanden nader te (laten) onderzoeken. Daarbij speelt tevens een rol dat de officier van justitie gemotiveerd heeft aangegeven dat niet kan worden uitgesloten dat zich verborgen bestanden op de harde schijf bevinden die zouden worden meegekopiëerd en verstrekt aan verdachte.
Het klaagschrift zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Beslissing
De rechtbank:
-
verklaart het beklag ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.C.J. Elte-Hamming, rechter, als lid van de enkelvoudige raadkamer, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van de enkelvoudige raadkamer in deze rechtbank van
7 februari 2017.
Tegen deze beslissing staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking.