Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
“op de locatie was geen waarneming meer mogelijk omdat de situatie van het ongeval was opgeheven en reconstructie bleek niet mogelijk, de loods was volgepakt met goederen.”.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde een werknemer schadevergoeding van zijn werkgever na een bedrijfsongeval waarbij hij zijn linkeronderbeen en voet verbrijzelde. Het ongeval vond plaats op 18 juni 2014, toen een pallet van circa 1000 kilo op de werknemer viel. De werknemer stelde dat de werkgever aansprakelijk was omdat hij niet aan zijn zorgplicht had voldaan. De werkgever betwistte dit en voerde aan dat de werknemer zelf verantwoordelijk was voor zijn veiligheid. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever aansprakelijk was, ongeacht de toedracht van het ongeval. De werkgever had geen instructies gegeven over het veilig verplaatsen van pallets en had geen veiligheidsbeleid. De kantonrechter verklaarde voor recht dat de werkgever aansprakelijk was voor de schade van de werknemer en kende een voorschot van € 15.000 toe, met de mogelijkheid tot verdere schadevergoeding in een schadestaatprocedure. Het eerdere verstekvonnis werd vernietigd, en de werkgever werd veroordeeld in de proceskosten.