In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 31 mei 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een agrarische onderneming en ASR Schadeverzekering N.V. De zaak betreft de diefstal van een kniklader uit een koeienstal. De eiser, een agrarisch ondernemer, had de kniklader in de stal achtergelaten met de contactsleutel in het contactslot en zonder de stal af te sluiten. Na de diefstal weigerde de verzekeraar, ASR, een schadevergoeding te betalen, met als argument dat de eiser niet had voldaan aan zijn zorgplicht door de kniklader onbeheerd achter te laten met de sleutel erin.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de polisvoorwaarden van de verzekering. De eiser voerde aan dat hij niet had begrepen dat het achterlaten van de sleutel in het contactslot zou leiden tot het verlies van zijn recht op uitkering. ASR betwistte dit en stelde dat de polisvoorwaarden duidelijk waren en dat de eiser had moeten begrijpen dat hij zijn voertuig niet onbeheerd met de sleutel erin mocht achterlaten.
De rechtbank oordeelde dat de tekst van de polisvoorwaarden helder was en dat de eiser had moeten begrijpen dat het achterlaten van de kniklader met de sleutel erin in een niet-afsluitbare stal gelijkstond aan onbeheerd achterlaten. De rechtbank concludeerde dat ASR op goede gronden de uitkering had geweigerd en wees de vorderingen van de eiser af. Tevens werd de eiser veroordeeld in de proceskosten van ASR, die op € 3.087,00 werden begroot.