ECLI:NL:RBMNE:2017:2639

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 mei 2017
Publicatiedatum
31 mei 2017
Zaaknummer
C/16/428288 / HA ZA 16-905
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van een kniklader uit een niet afsluitbare koeienstal en de gevolgen voor de uitkering op basis van de verzekeringsovereenkomst

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 31 mei 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een agrarische onderneming en ASR Schadeverzekering N.V. De zaak betreft de diefstal van een kniklader uit een koeienstal. De eiser, een agrarisch ondernemer, had de kniklader in de stal achtergelaten met de contactsleutel in het contactslot en zonder de stal af te sluiten. Na de diefstal weigerde de verzekeraar, ASR, een schadevergoeding te betalen, met als argument dat de eiser niet had voldaan aan zijn zorgplicht door de kniklader onbeheerd achter te laten met de sleutel erin.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de polisvoorwaarden van de verzekering. De eiser voerde aan dat hij niet had begrepen dat het achterlaten van de sleutel in het contactslot zou leiden tot het verlies van zijn recht op uitkering. ASR betwistte dit en stelde dat de polisvoorwaarden duidelijk waren en dat de eiser had moeten begrijpen dat hij zijn voertuig niet onbeheerd met de sleutel erin mocht achterlaten.

De rechtbank oordeelde dat de tekst van de polisvoorwaarden helder was en dat de eiser had moeten begrijpen dat het achterlaten van de kniklader met de sleutel erin in een niet-afsluitbare stal gelijkstond aan onbeheerd achterlaten. De rechtbank concludeerde dat ASR op goede gronden de uitkering had geweigerd en wees de vorderingen van de eiser af. Tevens werd de eiser veroordeeld in de proceskosten van ASR, die op € 3.087,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/428288 / HA ZA 16-905
Vonnis van 31 mei 2017
in de zaak van
1. maatschap naar burgerlijk recht
[eiseres sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiseres sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
4.
[eiser sub 4],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. B.P. van der Togt te Drachten,
tegen
naamloze vennootschap
ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. E.J.A.A. van Dal te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eiser sub 1 t/m 4] en a.s.r. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 1 februarii 2017
  • het proces-verbaal van comparitie van 19 april 2017.
Bij fax van 2 mei 2017 heeft mr. Van Dal namens a.s.r. enige opmerkingen gemaakt naar aanleiding van het proces-verbaal. Deze brief maakt onderdeel uit van het procesdossier.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser sub 1 t/m 4] voert een agrarische onderneming. Tot zijn onderneming behoort een zogenoemde open koeienstal. Deze stal heeft aan de voor- en achterkant grote deuren, die van binnen uit met grote haken zijn af te sluiten. In de deuren aan de achterzijde van de stal zit een kleine deur, die wel dicht kan, maar die niet afsluitbaar is. De zijmuren van de stal zijn deels van steen en deels van zogenoemd winddoek.
2.2.
[eiser sub 1 t/m 4] is eigenaar van een zogenoemde kniklader. [eiser sub 1 t/m 4] gebruikt de kniklader onder meer voor het op zijn plaats schuiven van veevoer. Ook gebruikt [eiser sub 1 t/m 4] de kniklader buiten de stal. De kniklader heeft geen deuren en is voorzien van een contactslot.
2.3.
Tussen [eiser sub 1 t/m 4] en a.s.r. bestaan enkele verzekeringsovereenkomsten, waaronder een bedrijfsverzekering. Onderdeel daarvan maakt sinds 5 februari 2014 een Landmateriaalverzekering uit. Deze verzekeringen zijn opgebouwd uit een toelichting met aandachtspunten, algemene voorwaarden en bijzondere voorwaarden Landmaterieel.
Voor zover in deze zaak van belang luidt de overeenkomst:
“(…)
Aandachtspunten
(…)
Verplichtingen/preventiemaatregelen
Verzekeren is niet alleen een kwestie van premie betalen en bij schade een uitkering ontvangen. Bij een verzekeringsovereenkomst is niet alleen sprake van rechten van de verzekerden, maar ook van plichten. Zo ligt bij u of uw overige verzekerden de plicht om alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk is om schade te voorkomen of te verminderen.
Zo gelden bij (mini-)cascoverzekeringen voor personen-, bestel – en vrachtauto’s preventiemaatregelen om diefstal te voorkomen. Ga na of uw voertuig beveiligd moet zijn en pas eventueel de voorzieningen aan. Laat uw voertuig nooit onafgesloten en/of met de sleutels erin onbeheerd achter.
Ook in andere verzekeringen kunnen verplichte preventiemaatregelen of andere veiligheidseisen gesteld zijn.
Als een verzekerde de verplichte preventiemaatregelen niet neemt of niet aan de eisen van voorzichtigheid voldoet, kan dat gevolgen hebben voor het recht op hulp, een uitkering of schadevergoeding.
Zowel in de Algemene Voorwaarden als in de Bijzondere Voorwaarden zijn verplichtingen opgenomen. Ook in clausules of op het polisblad kunnen verplichtingen staan vermeld. Als een verzekerde niet aan deze verplichtingen voldoet, kan hij zijn recht op hulp, een uitkering of vergoeding van de schade verliezen.
(…)
Rubriek Transport
Bijzondere Voorwaarden Landmateriaalverzekering
Dekking I – Cascodekking
(…)
Artikel 4
Aanvullende uitsluitingen
Naast de uitsluitingen die in de Algemene Voorwaarden zijn opgenomen is van deze verzekering uitgesloten schade aan de verzekerde zaak:
1.
Onvoldoende zorg/onderhoud
die een gevolg is van aan u te verwijten onvoldoende onderhoud en/of zorg voor de verzekerde zaak.
(…)”
2.4.
Door a.s.r. waren geen specifieke preventiemaatregelen in verband met de kniklader aan [eiser sub 1 t/m 4] opgelegd.
2.5.
In de nacht van 15 op 16 maart 2015 heeft [eiser sub 1 t/m 4] om ongeveer 01.00 uur de stal verlaten om een korte pauze te nemen. Hij is toen in slaap gevallen en is om 04.00 uur wakker geworden. [eiser sub 1 t/m 4] had de kniklader in de stal achtergelaten, waarbij hij alle deuren had dicht gedaan, maar niet afgesloten. De kniklader stond tegen de staldeur zonder een kleine deur aan. [eiser sub 1 t/m 4] had de contactsleutel ervan in het contactslot laten zitten.
2.6.
Tijdens genoemde nacht is de kniklader tussen 01.00 uur en 04.00 uur uit de stal gestolen.
2.7.
[eiser sub 1 t/m 4] heeft van de diefstal op 16 maart 2017 aangifte gedaan bij de politie.
2.8.
[eiser sub 1 t/m 4] heeft de schade via zijn tussenpersoon bij a.s.r. gemeld en verzocht de schade aan hem uit te keren.
2.9.
In opdracht van a.s.r. heeft [naam expertisebureau] B.V. (hierna: [naam expertisebureau] ) een onderzoek ingesteld naar de toedracht van de diefstal en naar de waarde van de kniklader. De waarde van de kniklader is volgens [naam expertisebureau] € 26.000,00 exclusief btw.
2.10.
a.s.r. heeft geweigerd een uitkering aan [eiser sub 1 t/m 4] toe te kennen, kort gezegd op de grond dat [eiser sub 1 t/m 4] niet heeft voldaan aan zijn zorgplicht door de kniklader achter te laten met de contactsleutel in het contactslot.

3.Het geschil

3.1.
[eiser sub 1 t/m 4] vordert samengevat - veroordeling van a.s.r. tot betaling van € 31.460,00, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
A.s.r. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank moet beoordelen of a.s.r. op goede gronden en in overeenstemming met de aan de verzekeringsovereenkomst verbonden voorwaarden uitkering van de schade van [eiser sub 1 t/m 4] als gevolg van de diefstal van de kniklader heeft geweigerd. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
4.2.
Partijen zijn het eens over de toedracht van de diefstal, zoals die kort is vermeld in punt 2.5. Ook over de door [naam expertisebureau] getaxeerde waarde van kniklader zijn partijen het eens.
4.3.
[eiser sub 1 t/m 4] betwist dat a.s.r. gerechtigd is om de uitkering aan hem te weigeren. Hij stelt daartoe dat hij niet heeft begrepen en niet had behoeven te begrijpen dat de polisvoorwaarden, zoals die in punt 2.3 gedeeltelijk zijn weergegeven, ertoe leiden dat hij geen uitkering krijgt omdat tijdens de diefstal de contactsleutel van de kniklader nog in de kniklader zat nadat [eiser sub 1 t/m 4] was gaan rusten. Daartoe voert hij aan dat de stal niet met een slot afsluitbaar is, de lichten in de stal nog aan waren en hij zijn werkzaamheden die nacht nog niet had afgerond.
4.4.
a.s.r. betwist de stellingen van [eiser sub 1 t/m 4] en voert aan dat de bewoordingen in de polisvoorwaarden duidelijk zijn.
4.5.
De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
De rechtbank zal aan de hand van de zojuist genoemde maatstaf de polisvoorwaarden beoordelen.
4.6.
De rechtbank oordeelt dat de tekst van de polisvoorwaarden, zoals die hiervoor deels is weergegeven, duidelijk is en niet anders kan worden gelezen dan a.s.r. aanvoert. In de Aandachtspunten staat in heldere taal:

Laat uw voertuig nooit onafgesloten en/of met de sleutels erin onbeheerd achter.”
Deze tekst kan niet anders worden gelezen dat dat a.s.r. aan haar verzekerden, waaronder dus [eiser sub 1 t/m 4] , meedeelt dat zij voertuigen niet onbeheerd achter moeten laten met de contactsleutel er in. De kniklader stond in een niet afgesloten stal en met de contactsleutel in het contactslot. Dit is gelijk te stellen aan onbeheerd achterlaten, omdat de stal vanaf de openbare weg eenvoudig was binnen te treden en de kniklader dus ook zonder problemen was weg te nemen. Er bestond feitelijk geen beletsel.
4.7.
a.s.r. wijst er terecht op dat onder de zinsnede uit de Aandachtspunten bij de polis in duidelijke bewoordingen staat vermeld dat indien een verzekerde zich niet aan deze zorgplicht houdt, hij mogelijk geen uitkering zal krijgen. Daar komt bij dat in de Bijzondere Voorwaarden eveneens duidelijk staat vermeld dat geen uitkering zal worden verleend indien de schade een gevolg van onvoldoende onderhoud en/of zorg voor de verzekerde zaak.
4.8.
De rechtbank oordeelt dat algemeen maatschappelijk is aanvaard dat een ieder, ook voor [eiser sub 1 t/m 4] zoals hij tijdens de comparitie van partijen heeft verklaard, een voertuig, waartoe ook de kniklader gerekend moet worden, niet onbeheerd en met de contactsleutel erin moet achterlaten. Dat de kniklader in de stal stond met dichte deuren doet hier niet aan af, omdat de deuren niet op slot zaten en de stal daardoor eenvoudig was binnen te treden.
4.9.
[eiser sub 1 t/m 4] stelt ook dat de zinsnede dat iemand zijn voertuig niet onbeheerd en met de contactsleutel erin mag achterlaten, niet zonder meer op zijn situatie is toegesneden. Hij voert aan dat deze zinsnede in de context staat van personen-, bestel- en vrachtauto’s, waartoe de kniklader niet behoort. a.s.r. bestrijdt deze lezing.
4.10.
Op zichzelf is een kniklader niet met de zojuist genoemde auto’s te vergelijken, maar de rechtbank oordeelt dat deze zinsnede in samenhang met de in 2.3 geciteerde alinea’s van de Aandachtspunten in voldoende heldere bewoordingen tot uiting brengen dat het laten zitten van een contactsleutel in het contactslot van een voertuig (wat de kniklader is) kan leiden tot verval van uitkeringsrechten.
4.11.
[eiser sub 1 t/m 4] heeft voorts naar voren gebracht dat de uitsluitingsgrond van artikel 4 aanhef en onder 1 van de Bijzondere Voorwaarden onduidelijk is, omdat het begrip ‘zorg’ in samenhang met het begrip ‘onderhoud’ wordt gebruikt. Van slecht onderhoud is geen sprake.
4.12.
Ook deze stelling baat [eiser sub 1 t/m 4] niet. Anders dan [eiser sub 1 t/m 4] stelt worden de beide begrippen niet aan elkaar verbonden, ook al worden zij in één zin genoemd. Dat blijkt uit het gebruik van de woorden ‘en/of’ in dit artikel tussen de woorden onderhoud en zorg. Ook hier geldt voorts dat het achterlaten van het voertuig met de contactsleutel erin naar spraakgebruik als onvoldoende zorg moet worden aangemerkt.
4.13.
Los van de uitleg van de polisvoorwaarden heeft [eiser sub 1 t/m 4] gesteld dat zelfs als hij de contactsleutel zou hebben verwijderd, dat de diefstal dan nog eenvoudig had kunnen plaatsvinden, omdat de contactsleutel feitelijk een soort loper is, waarvan er vele in omloop zijn. De stal is eenvoudig toegankelijk, ook indien de deuren op slot zouden zijn geweest, omdat de winddoek eenvoudig met bijvoorbeeld een scherp mes zijn open te snijden waardoor iemand eenvoudig in de stal kan komen.
4.14.
Met a.s.r. oordeelt de rechtbank dat deze stellingen [eiser sub 1 t/m 4] niet kunnen baten. Het ontslaat [eiser sub 1 t/m 4] immers niet van zijn eigen zorgplicht om de kniklader niet onbeheerd met de contactsleutel erin achter te laten. Aldus werpt [eiser sub 1 t/m 4] immers geen enkele beletsel op voor personen die de kniklader willen stelen.
4.15.
De rechtbank komt op grond van voorgaande overwegingen tot het oordeel dat een uitleg, zoals hiervoor is weergegeven niet kan leiden tot de door [eiser sub 1 t/m 4] voorgestane lezing. Niet alleen de tekst van de diverse bepalingen mede in hun onderlinge samenhang bezien, maar ook de (maatschappelijke) context waarin deze moeten worden begrepen kunnen slechts tot de hiervoor gegeven uitleg leiden.
4.16.
Het komt er, concluderend, op neer dat de vorderingen van [eiser sub 1 t/m 4] worden afgewezen.
4.17.
[eiser sub 1 t/m 4] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van a.s.r. worden begroot op:
- griffierecht € 1.929,00
- salaris advocaat
1.158,00(2,0 punten × tarief € 579,00)
Totaal € 3.087,00.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser sub 1 t/m 4] in de proceskosten, aan de zijde van a.s.r. tot op heden begroot op € 3.087,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Penders en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2017. [1]

Voetnoten

1.type: LP (4213)