ECLI:NL:RBMNE:2017:2620

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 juni 2017
Publicatiedatum
30 mei 2017
Zaaknummer
56366093 AC EXPL 17-175 MEH/1029
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop van een gebrekkige fiets met klachtplicht en ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak heeft eiseres, een consument, een nog niet afgemonteerde damesfiets gekocht bij gedaagde, een online fietsenwinkel. De fiets werd geleverd in een doos zonder montagehandleiding, wat leidde tot problemen bij de montage. Eiseres heeft de fiets laten monteren door een fietsenmaker, die diverse gebreken constateerde, waaronder een losliggende ketting en ontbrekende schroeven. Eiseres heeft gedaagde verzocht de fiets retour te nemen en het aankoopbedrag te retourneren, maar gedaagde weigerde dit, verwijzend naar haar algemene voorwaarden en de klachtplicht. Eiseres heeft vervolgens de kantonrechter verzocht de koopovereenkomst te ontbinden en de kosten van de fietsenmaker te vergoeden.

De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een consumentenkoop en dat de afgeleverde fiets niet voldeed aan de overeenkomst. Echter, eiseres heeft niet tijdig geklaagd over de gebreken, wat betekent dat zij gedaagde niet de kans heeft gegeven om de gebreken te herstellen. De kantonrechter wijst de vorderingen van eiseres af, omdat zij niet heeft voldaan aan de klachtplicht en gedaagde niet in gebreke heeft gesteld. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op nihil worden begroot, aangezien gedaagde zich niet door een professionele juridische dienstverlener heeft laten vertegenwoordigen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 5636093 AC EXPL 17-175 MEH/1029
Vonnis van 7 juni 2017
in de zaak tussen
[eiseres],
wonend in [woonplaats] ,
verder te noemen: [eiseres] ,
eiseres,
procederend in persoon,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] .nl,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verder te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: [A] (werkzaam bij [gedaagde] ).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de beschikking van 1 december 2016, waarin geoordeeld is dat de zaak volgens de regels van de dagvaardingsprocedure moet worden voortgezet;
- het deurwaardersexploot van [eiseres] ;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek met een productie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
[gedaagde] is een online fietsenwinkel. Zij biedt de mogelijkheid niet volledig afgemonteerde fietsen te kopen die in een doos worden afgeleverd. Ook kunnen klanten ervoor kiezen fietsen afgemonteerd te kopen. Dat betekent dat een klant alleen het stuur recht moet zetten en de pedalen moet monteren.
2.2.
Op 27 augustus 2016 heeft [eiseres] bij [gedaagde] een nog niet afgemonteerde damesfiets (Spirit Retro) gekocht voor € 245,-. De fiets is geleverd in een doos, waarna [eiseres] hem zelf verder in elkaar moest zetten. De foto hieronder toont een soortgelijke fiets.
Omdat er geen montagehandleiding bij geleverd was, heeft [gedaagde] deze op verzoek van [eiseres] alsnog per e-mail ter beschikking gesteld.
2.3.
Op 31 augustus 2016 heeft [eiseres] aan [naam fietsenwinkel] in Almere- […] gevraagd de fiets in elkaar te zetten. In een ongedateerd bericht aan [eiseres] schrijft [B] van [naam fietsenwinkel] :
“Ik heb helaas moeten vaststellen, dat het een volstrekt ondeugdelijke fiets was.
De volgende fouten heb ik vastgesteld:
Ketting lag los in de kettingkast
Veer van achterwiel was onjuist gemonteerd
Er ontbraken schroeven om de fiets te monteren
Scheve onderdelen waardoor correcte montage niet mogelijk was
Ik heb een hele tijd getracht er nog iets van te maken, maar dat is me eigenlijk niet gelukt.
In het vervolg zal ik ook weigeren een fiets van deze leverancier ( [gedaagde] ) te monteren.
Het monteren van deze fiets, met het oogmerk een degelijke fiets te creëren is zeker ook door een willekeurige leek is volstrekt ondoenbaar.
Helaas heb ik een deel van mijn tijd in rekening moeten brengen.”
2.4.
Op 13 september 2016 mailt [eiseres] het volgende aan [gedaagde] :
“(…) Toen ik deze ontving in een doos zat er geen handleiding bij hoe deze te monteren.
Ik heb u vervolgens een handleiding gevraagd en deze heb ik toen ontvangen.
Echter, deze was onvolledig, het gedeelte van de transporter monteren stond niet in deze handleiding.
Ik heb daarom moeten besluiten deze fiets te laten monteren door de fietsenmaker.
De fietsenmaker heeft de fiets gemonteerd, maar er bleken allerlei problemen met de fiets te zijn.
Dit betrof onderdelen die reeds door uw bedrijf waren gemonteerd.
(…) Ook de transporter kon niet geheel recht gemonteerd worden omdat de aansluiting die er al opgemonteerd was door uw bedrijf niet recht was gemonteerd. Ook de verlichting kon niet op de juiste plek gemonteerd worden vanwege afwijkende onderdelen.
Al deze fouten in de montage uitgevoerd door uw bedrijf heeft deze fietsenmaker moeten herstellen en heeft mij een rekening opgeleverd van €100,-
Toen ik de fiets kwam halen en mee naar huis nam leek het alsof de banden meteen weer leeg liepen, ik kon er niet verder op fietsen. Ook was ik totaal niet blij met de scheve transporter.
(…)
Ik wil daarom ook dat u de fiets zo spoedig mogelijk retour neemt en komt ophalen en het volledige aankoopbedrag retourneert.
Uiteraard verwacht ik tevens dat u de gemaakte kosten van €100,- die de fietsenmaker heeft moeten uitvoeren om de onjuiste montage ongedaan te maken verwacht ik vergoed te krijgen.
Bijgevoegd de rekening van de fietsenmaker.”
2.5.
In haar e-mail van 21 september 2016 schrijft [gedaagde] dat de fiets niet retour wordt genomen, omdat hij al in gebruik is geweest. Met verwijzing naar haar algemene voorwaarden schrijft zij dat [eiseres] haar gelijk had moeten informeren over de gebreken. In deze mail schrijft zij verder:
“Mocht u nog problemen ervaren met de fiets kunt u foto’s maken en die aan ons door mailen dan kan ik dat door geven aan de leverancier en kunt u de onderdelen die onder garantie vallen alsnog toegestuurd krijgen.
Ik hoor graag van u wat nu nog het probleem is met de banden.”
2.6.
Daarna is tussen partijen gecorrespondeerd zonder dat de kwestie is opgelost. In haar e-mail van 27 september 2016 schrijft [gedaagde] onder meer:
“Op 29 aug is de fiets bij u thuis bezorgd, u heeft 16 dagen later de klacht aan ons doorgegeven. Dat is helaas te laat en niet binnen het gestelde termijn zie voorwaarden op onze website.
Dat zijn ook de voorwaarden die de leverancier stelt bij een retour fiets.
(…)”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vraagt de kantonrechter de aankoop van het bouwpakket ongedaan te maken en [gedaagde] te verplichten een bedrag van € 245,- te betalen. Verder vraagt zij de kantonrechter [gedaagde] te verplichten de gemaakte montagekosten van € 100,- te betalen. Tot slot wil [eiseres] veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Begrijpt de kantonrechter het goed, dan stelt [eiseres] zich op het standpunt dat [gedaagde] haar een gebrekkige fiets heeft geleverd en wil zij dat de kantonrechter de ontbinding van de koopovereenkomst bekrachtigt (een verklaring voor recht), althans de overeenkomst ontbindt. Verder wil [eiseres] dat de koopprijs wordt geretourneerd (dat volgt uit ontbinding) en dat [gedaagde] de kosten van de fietsenmaker (kennelijk als schade) vergoedt.
Volgens [eiseres] zijn de algemene voorwaarden van [gedaagde] slecht knip- en plakwerk en in dit geval niet van toepassing. [gedaagde] verschuilt zich volgens [eiseres] ten onrechte achter haar leverancier, want zij heeft geen overeenkomst met die leverancier.
3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vorderingen en concludeert dat de kantonrechter [eiseres] niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen, althans deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
[gedaagde] voert daartoe in het bijzonder aan dat [eiseres] heeft nagelaten de door haar gestelde gebreken deugdelijk te onderbouwen. Zo heeft zij, ondanks daartoe strekkende verzoeken, geen foto’s ter beschikking gesteld waaruit die problemen blijken. [eiseres] heeft haar ook niet in de gelegenheid gesteld eventuele gebreken te verhelpen.
In haar conclusie van dupliek stelt [gedaagde] nog voor de fiets op eigen kosten op te halen en te repareren. De kantonrechter heeft [eiseres] in de gelegenheid gesteld op dit voorstel te reageren, maar dat heeft zij niet gedaan.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is een koopovereenkomst tot stand gekomen. Vanwege de positie van partijen is sprake van een consumentenkoop.
Op grond van artikel 7:17 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet de afgeleverde (gekochte) zaak – hier de fiets – aan de overeenkomst voldoen. Uit artikel 7:17 lid 2 BW volgt dat een zaak niet aan de overeenkomst voldoet als zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
Als een zaak niet aan de overeenkomst voldoet (ook wel non-conform of gebrekkig genoemd), dan heeft een koper in principe recht op aflevering van het ontbrekende, herstel of vervanging (artikel 7:21 BW). Dat zijn eigenlijk vorderingen tot nakoming. Als herstel of vervanging niet mogelijk is of in redelijkheid niet van de verkoper verlangd kan worden, dan kan de koper op grond van artikel 7:22 lid 1 BW de overeenkomst ontbinden of een passende prijsvermindering verlangen (dat laatste komt neer op gedeeltelijke ontbinding).
Voordat een koper deze rechten kan inroepen, moet hij de verkoper binnen bekwame tijd in kennis stellen van de gebreken (klachtplicht). De verkoper moet namelijk in de gelegenheid gesteld worden gebreken te herstellen. Omdat het hier een consumentenkoop betreft, gaat deze klachttermijn lopen op het moment van het ontdekken van het gebrek of de gebreken en niet al op het moment waarop het gebrek redelijkerwijs ontdekt had moeten worden (artikel 7:23 lid 1 BW). Wat binnen bekwame tijd betekent, is afhankelijk van de relevante omstandigheden van het geval. Bij een consumentenkoop is twee maanden steeds op tijd.
4.2.
Volgens [eiseres] is sprake van diverse gebreken. De belangrijkste lijken de gebreken te zijn die de fietsenmaker heeft genoemd (zie hierboven onder 2.3.):
  • een los in de kettingkast liggende ketting;
  • een onjuist door [gedaagde] gemonteerde veer van het achterwiel;
  • het ontbreken van schroeven om de fiets te monteren; en
  • scheve onderdelen waardoor correcte montage (de kantonrechter begrijpt: van de transporter en de verlichting) niet mogelijk is.
[eiseres] noemt ook nog een onvolledige montagehandleiding en een probleem met de banden (zie 2.4.).
4.3.
[eiseres] heeft de stelling dat de veer in het achterwiel verkeerd is gemonteerd niet nader toegelicht. Niet duidelijk is wat er verkeerd gemonteerd is, noch wat voor veer het betreft en wat de gevolgen zijn van het verkeerd monteren. Bij gebrek aan deze informatie is niet te beoordelen of sprake is van een gebrek in de zin van artikel 7:17 BW.
Hetzelfde geldt voor het niet nader toegelichte verwijt met betrekking tot de banden. Niet duidelijk is wat er mis is met die banden. In dit verband vindt de kantonrechter het opvallend dat [naam fietsenwinkel] geen melding maakt van problemen met de banden.
Of het feit dat de ketting los in de kettingkast lag een gebrek is, is zonder nadere toelichting evenmin te beoordelen. Het is namelijk niet duidelijk of het op de tandwielen plaatsen van de ketting bij het ‘afmonteren’ door de klant hoort.
4.4.
Hoewel [eiseres] de door haar gestelde gebreken niet met beeldmateriaal heeft onderbouwd, beroept zij zich wel op het bericht van [naam fietsenwinkel] (zie hierboven onder 2.3.). Daarin staat dat voor de montage noodzakelijke schroeven ontbraken. Omdat [eiseres] de fiets zodanig heeft gekocht dat zij deze af moest (laten) monteren, mocht zij verwachten dat alle schroeven werden geleverd die nodig waren voor die montage.
De kantonrechter heeft geen aanleiding te twijfelen aan de stelling dat de transporter (de drager door het stuur) niet recht gemonteerd kon worden (kennelijk is dit een professionele fietsenmaker niet gelukt). Bij een nieuwe fiets mag dat wel verwacht worden.
Tot slot: als een fiets wordt geleverd met de bedoeling dat de koper die met behulp van een dergelijke handleiding in elkaar kan zetten, dan spreekt het (ook in het licht van artikel 7:18 lid 3 BW) voor zich dat die handleiding volledig moet zijn. [gedaagde] heeft niet weersproken dat de handleiding onvolledig was.
4.5.
Ook als aangenomen wordt dat de fiets gebrekkig was, leidt dat niet tot toewijzing van de vorderingen. Zoals hierboven onder 4.1. is overwogen, kan een koper bepaalde rechten inroepen tegen de verkoper, maar daarvoor moet hij wel tijdig geklaagd hebben. Dat is hier niet gebeurd.
De eerste klacht van [eiseres] blijkt uit de e-mail van 13 september 2016 (zie 2.4.). Zij vraagt daarin niet om het verhelpen van de gebreken, maar gaat gelijk over op ontbinding. Dat is te vroeg. Het wettelijke systeem zit zo in elkaar dat [eiseres] [gedaagde] eerst in de gelegenheid had moeten stellen de gebreken op te lossen (bijvoorbeeld door het vervangen van de transporter en/of andere onderdelen of misschien wel de hele fiets). Pas als [gedaagde] daartoe niet bereid was of een herstelpoging niet slaagde, zou [eiseres] de mogelijkheid hebben de koopovereenkomst te ontbinden. Door de overeenkomst te ontbinden zonder eerst te hebben geklaagd, heeft zij [gedaagde] niet de gelegenheid gegeven de gebreken te herstellen. Dat betekent dat ontbinding en restitutie van de koopprijs niet aan de orde kunnen zijn.
4.6.
[eiseres] vordert ook betaling van de factuur van [naam fietsenwinkel] van € 100,-. De kantonrechter beschouwt dit als een vordering tot schadevergoeding wegens wanprestatie. Nog daargelaten of alle kosten het gevolg zijn van de wanprestatie van [gedaagde] , geldt voor het recht op schadevergoeding in beginsel dat de aansprakelijke partij in verzuim moet zijn. Daarvoor is – uitzonderingen, waarvan hier geen sprake is, daargelaten – een ingebrekestelling nodig. Vaststaat dat [eiseres] [gedaagde] niet in gebreke heeft gesteld, zodat voor een schadevergoeding geen plaats is.
4.7.
Op grond van het voorgaande zullen de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen. Zij zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [gedaagde] worden veroordeeld. Deze kosten worden begroot op nihil, omdat zij zich niet door een professionele juridische dienstverlener heeft laten vertegenwoordigen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten aan de kant van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2017.