AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling tot gevangenisstraf wegens medeplegen van diefstal met geweld
Op 2 januari 2017 heeft de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 18 juli 2016 te Amersfoort betrokken was bij een straatroof. De verdachte, geboren in 1993 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het medeplegen van diefstal met geweld. Tijdens de zitting op 19 december 2016 was de verdachte aanwezig en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.M.C.J. Baaijens. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging. De tenlastelegging hield in dat de verdachte samen met anderen een telefoon, geld, een OV-chipkaart, een rijbewijs en een horloge van het slachtoffer had gestolen, waarbij geweld werd gebruikt.
De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie beoordeeld. De verdediging stelde dat de onschuldpresumptie was geschonden, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van schending. De rechtbank concludeerde dat het openbaar ministerie ontvankelijk was en dat de zaak verder behandeld kon worden. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen gewogen en vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de straatroof, waarbij het slachtoffer door de medeverdachten werd ingesloten en bedreigd. De rechtbank achtte het medeplegen van diefstal met geweld wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was gepleegd en het strafblad van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door samen met anderen het slachtoffer te beroven, een ernstige inbreuk had gemaakt op de persoonlijke integriteit van het slachtoffer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Midden-Nederland, bestaande uit drie rechters.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met nummer 2016223140 B bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal aangifte [slachtoffer] , d.d. 19 juli 2016, pagina 181.
3.Het proces-verbaal aangifte [slachtoffer] , d.d. 19 juli 2016, pagina 182.
4.Het proces-verbaal aangifte [slachtoffer] , d.d. 19 juli 2016, pagina 183.
5.Het proces-verbaal aangifte [slachtoffer] , d.d. 19 juli 2016, pagina 184.
6.Het proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , d.d. 19 juli 2016, pagina 179.
7.Het proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , d.d. 19 juli 2016, pagina 179.
8.Het proces-verbaal van verhoor benadeelde [slachtoffer] , d.d. 19 juli 2016, pagina 189.
9.Het proces-verbaal van verhoor benadeelde [slachtoffer] , d.d. 19 juli 2016, pagina 191, met als bijlage een foto, pagina 193.
10.De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 19 december 2016.
11.Waarneming van de rechtbank.
12.Het proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 3] , d.d. 24 juli 2016, pagina 219.
13.Het proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 4] , d.d. 26 juli 2016, pagina 224.