Op 18 mei 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 68-jarige ex-medewerker van SNS Property Finance, die is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De ex-medewerker is schuldig bevonden aan het aannemen van giften, meermalen medeplegen van valsheid in geschrifte en witwassen. Een tweede verdachte, een 58-jarige man, is veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur voor niet-ambtelijke omkoping en valsheid in geschrifte. De ontnemingsvordering die gelijktijdig met de strafzaak werd behandeld, was gericht op het ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 837.152,00. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betalingen zijn ontvangen door de vennootschap van de veroordeelde, en heeft geoordeeld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel ontnomen dient te worden bij de vennootschap, niet bij de veroordeelde zelf. De rechtbank heeft de ontnemingsvordering afgewezen, omdat de veroordeelde zelf geen wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. De beslissing is gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.