Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de zijde van de man, ingekomen ter griffie op 12 oktober 2016;
- het verweerschrift van de zijde van vrouw;
- de correspondentie, waaronder met name:
2.Vaststaande feiten
- [minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [2002] ;
- [minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [2004 ] ;
- [minderjarige 3], geboren te [geboorteplaats] op [2004 ] .
[minderjarige 4]geboren, op 17 april 2015 te [geboorteplaats] .
- [minderjarige 5], geboren te [geboorteplaats] op [2004 ] ;
- [minderjarige 6], geboren te [geboorteplaats] op [2006] .
3.Beoordeling van het verzochte
1 januari 2017 € 285,-- per maand ten behoeve van de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] dient te voldoen, dat de man vanaf 1 juli 2016 € 363,-- per maand en vanaf
1 januari 2017 € 710,-- per maand ten behoeve van de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 3] dient te voldoen en dat de vrouw aan de man met ingang van 1 juli 2016 € 24,-- per maand en vanaf 1 januari 2017 € 3,-- per maand ten behoeve van de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 2] dient te voldoen.
artikel 1:401 lid 4 BW)
Vast staat dat het eerstvolgende wijzigingsmoment de verhuizing van [minderjarige 2] naar de man is. De rechtbank zal dan ook beoordelen in hoeverre er per 1 juli 2016 sprake is van een rechtens relevante wijziging van omstandigheden die een aanpassing van de geldende kinderalimentatie rechtvaardigt. Daarnaast staat vast dat de man op [2016 ] is getrouwd met [A] . Dit betekent dat per deze datum de man tevens onderhoudsplichtig is voor [minderjarige 5] en [minderjarige 6] en [A] per deze datum tevens onderhoudsplichtig is voor [minderjarige 2] . De rechtbank zal ook daarom per [2016 ] beoordelen in hoeverre er sprake is van een rechtens relevante wijziging van omstandigheden die een aanpassing van de vastgestelde kinderalimentatie rechtvaardigt.
NJ1992, 178) dient in beginsel in een dergelijk geval de draagkracht van de man naar rato van de behoefte van de verschillende kinderen te worden verdeeld. Om die reden zal de rechtbank eerst de behoefte van alle kinderen vaststellen.
€ 3.991,-- per maand bedraagt en het netto besteedbaar inkomen van [A] in 2016
€ 1.973,-- per maand bedraagt. Het netto gezinsinkomen in 2016 bedraagt derhalve € 5.964,-- per maand. Op dit netto-gezinsinkomen strekt in mindering de kinderalimentatie die de man in 2016 voor [minderjarige 1] , [minderjarige 3] en [minderjarige 2] betaalde aangezien dit deel van het netto gezinsinkomen niet ten goede kwam aan de welstand van het gezin. De man heeft geïndexeerd naar 2016 € 242,-- per kind per maand betaald, derhalve in totaal een bedrag van € 726,-- per maand. Er resteert dan een netto gezinsinkomen van € 5.238,-- per maand. Uitgaande van het gezin met drie kinderen becijfert de rechtbank aan de hand van de tabellen kosten kinderen 2016 en acht punten voor de kinderbijslag, de behoefte van [minderjarige 4] op een bedrag van € 526,-- per maand (afgerond).
[2016 ] de man, ieder op grond van de wet onderhoudsplichtig zijn voor [minderjarige 5] en [minderjarige 6] . In het door de man als productie 4 overgelegde ouderschapsplan van de ouders van [minderjarige 5] en [minderjarige 6] staat opgenomen:
[2016 ] [A] en de man gezamenlijk voor de helft voorzien in de helft van de behoefte van [minderjarige 5] en [minderjarige 6] .
1 juli 2016
€ 373,75 per maand beschikbaar is voor [minderjarige 4] .
€ 67,50 per maand ten aanzien van haar bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 2] .
1 juli 2016
1 juli 2016
€ 212,-- per maand voor [minderjarige 3] .
1 juli 2016
€ 130,50 per kind per maand voor [minderjarige 5] en [minderjarige 6] .
€ 773, -- per maand. Deze gezamenlijke draagkracht is onvoldoende om volledig in de behoefte van [minderjarige 4] , [minderjarige 5] en [minderjarige 6] te voorzien, die hiervoor is becijferd op (526 + 252,50 + 252,50 =) € 1.031,-- per maand. Dit betekent dat de man zijn beschikbare draagkracht van € 533,-- per maand volledig voor [minderjarige 4] , [minderjarige 5] en [minderjarige 6] moet aanwenden. Er is dus geen ruimte om een deel daarvan ‘over te hevelen’ naar [minderjarige 1] , [minderjarige 3] en [minderjarige 2] .
€ 31,50 voor ieder. Dit betekent dat de man ten aanzien van zijn bijdrage voor [minderjarige 1] een zorgkorting kan verzilveren van (67,50 -/- 31,50 =) € 36,-- per maand.
€ 47,-- voor ieder. Dit betekent dat de man ten aanzien van zijn bijdrage voor [minderjarige 3] een zorgkorting kan verzilveren van (97,50 -/- 47,-- =) € 50,50 per maand.
4.Beslissing
- met ingang van 1 juli 2016 op € 227,-- per kind per maand;
- met ingang van 1 september 2016 op € 228,50 per maand ten behoeve van [minderjarige 1] en op € 330,-- per maand ten behoeve van [minderjarige 3] ;
- met ingang van [2016 ] op € 199,-- per maand ten behoeve van [minderjarige 1] en op
- met ingang van 1 juli 2016 op € 88,-- per maand;
- met ingang van 1 september 2016 op € 86,50 per maand;
- met ingang van [2016 ] op € 69,50 per maand, vanaf heden telkens bij vooruitbetaling te voldoen;