Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 maart 2017 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure. Verzoeker, die slachtoffer is van een geweldsmisdrijf gepleegd op 30 september 2013, heeft verzocht om te verklaren dat verweerder aansprakelijk is voor de door hem geleden schade. Verzoeker heeft eerder een schadevergoeding ontvangen van het Schadefonds geweldsmisdrijven, maar stelt dat de schade die hij heeft geleden hoger is dan het ontvangen bedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen onderhandelingen hebben plaatsgevonden tussen verzoeker en verweerder, wat een voorwaarde is voor de deelgeschilprocedure. Verweerder heeft niet gereageerd op de aansprakelijkstelling en er is geen begin van onderhandelingen. De rechtbank concludeert dat de deelgeschilprocedure niet de juiste procedure is in deze situatie, en verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek. De kosten van het deelgeschil kunnen niet worden begroot omdat verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard.