Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
- de akte overlegging producties van [gedaagde sub 1] c.s.
- de akte verandering van eis
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
2.De feiten
“ […] ”. Deze overeenkomst, die verder “de Ontwikkelingsovereenkomst” zal worden genoemd, heeft onder meer betrekking op de verkoop van de gronden in het plangebied door de Gemeente aan [gedaagde sub 1] voor een bedrag van € 2.307.000,-.
“ […] ”, verder ook te noemen “Aanvullende Overeenkomst I”. In deze overeenkomst is onder meer bepaald dat [gedaagde sub 1] haar bod op de gronden in het plangebied wijzigt in € 4.000.000,- (exclusief btw en kosten koper). Daarnaast zijn partijen in artikel 2.6 van Aanvullende Overeenkomst I overeengekomen dat De Gemeente
€ 250.000,- zal bijdragen aan de door [gedaagde sub 1] te maken saneringskosten van de grond, welk bedrag verrekend zal worden met de verschuldigde koopsom.
8.BINDING DER PARTIJEN
Indien het taxatierapport, zoals in hoofdstuk 2 onder B omschreven, meer dan € 100.000,- afwijkt van de koopsom zoals deze is overeengekomen op 24 januari 2011, zal aan de aanvullende overeenkomst een addendum worden toegevoegd, waarin is opgenomen dat het getaxeerde bedrag als de nieuwe koopsom moet worden beschouwd en zal het verschil tussen de oorspronkelijke koopsom en de nieuwe koopsom pro rata worden betaald conform het reeds overeengekomen betalingsschema.”
“ […] ”gesloten, verder ook: “Aanvullende Overeenkomst II”. Aanleiding om Aanvullende Overeenkomst II te sluiten was onder meer dat één van de te realiseren gebouwen in het ontwikkelingsgebied deelplan […] , te weten “ […] ”, in plaats van 8 bouwlagen zou worden teruggebracht naar 6 bouwlagen en bovendien zou bestaan uit huurwoningen in plaats van koopwoningen, waarvan bij Aanvullende Overeenkomst I nog werd uitgegaan. Deze veranderingen in de bouwplannen en de gewijzigde exploitatie daarvan hadden volgens de Gemeente en [gedaagde sub 1] een prijsdrukkend effect op de waarde van de te verkopen grond. In Aanvullende Overeenkomst II is hierover het volgende opgeschreven:
- Deskundigen hebben zich een programma zoals blijkt uit de Aanvullende overeenkomst (…) van 17 december 2013 voorgesteld als een typisch programma dat een koper voor ogen zou kunnen staan bij het doen van een bieding.
- Samengevat: 217 woningen, 475 parkeerplaatsen, (…).
3.Het geschil
in conventie
- i) Gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot nakoming van de Aanvullende Overeenkomst II in die zin dat gedaagden hoofdelijk verplicht zijn om binnen twee weken na vonnis, althans binnen een door de rechtbank te bepalen redelijke termijn, aan de Gemeente te betalen een opeisbaar bedrag van
- ii) Een verklaring voor recht dat gedaagden op grond van de met de Gemeente ter zake van het project […] gesloten overeenkomsten, alsmede de uitkomst van het Bindend Advies, hoofdelijk gehouden zijn om aan de Gemeente te betalen een bedrag van € 900.000,-;
- iii) Een verklaring voor recht dat de van kracht zijnde koopsom, zoals deze met de Gemeente is overeengekomen in de Aanvullende Overeenkomst I en Aanvullende Overeenkomst II vanwege de uitkomst van het Bindend Advies totaal € 3.500.000,- bedraagt.
- iv) Gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de nakosten tot een bedrag van € 131,-, dan wel indien betekening van het vonnis plaatsvindt, tot een bedrag van € 199,-, waarbij betaling dient te geschieden binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis respectievelijk binnen veertien dagen na dagtekening van de betekening, bij gebreke waarvan De Gemeente de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW verschuldigd is over de proceskosten en nakosten tot aan de dag van volledige betaling;
- v) Althans zodanige uitspraak te doen als de rechtbank juist acht.
- te verklaren voor recht dat [gedaagde sub 1] recht heeft op een bijdrage in de saneringskosten van € 250.000,-, welke bijdrage losstaat van de door [gedaagde sub 1] aan de Gemeente te betalen koopsom;
- te verklaren voor recht dat de tussen [gedaagde sub 1] en de Gemeente van kracht zijnde koopsom zoals deze is overeengekomen in Aanvullende Overeenkomst I en Aanvullende Overeenkomst II € 2.350.000,-- bedraagt;
- de beslissing van de taxateurs zoals opgenomen in de Taxatie van 10 september 2014 te vernietigen en de koopsom van het door [gedaagde sub 1] van de Gemeente gekochte onroerend goed met inachtneming van de geldende staatssteunregelgeving vast te stellen op de waarde van dit onroerend goed op 10 september 2014, daarbij tevens rekening houdende met de tussen [gedaagde sub 1] en de Gemeente geldende contractvoorwaarden en verplichtingen alsmede met eventuele andere door de rechtbank in goede justitie te stellen voorwaarden;
- met veroordeling van de Gemeente in de kosten van de procedure.
4.De beoordeling
“Het sluiten van deze overeenkomst is een bevoegdheid van burgermeesters en wethouders. Echter, de gemeenteraad kan nu, voordat het college overgaat tot ondertekening, haar wensen en bedenkingen uiten.”Hieruit volgt dat de bevoegdheid tot het maken van afspraken met [gedaagde sub 1] en het sluiten van Aanvullende Overeenkomst II, bij het college van burgermeester en wethouders lag (en dus niet bij de raad). In het licht hiervan en gegeven het feit dat Aanvullende Overeenkomst II uiteindelijk door wethouder [Y] namens dit college is ondertekend, ziet de rechtbank niet in waarom de inhoud van Aanvullende Overeenkomst II de wil van de Gemeente niet zou reflecteren.
“Mevrouw [X][medewerkster van de Gemeente, toevoeging rechtbank]
merkt op dat er vorig jaar nieuwe afspraken zijn gemaakt en opgesteld zijn en de overeenkomst medio december 2013 getekend is. Dit contract is van belang voor de taxatie en wordt zo spoedig mogelijk toegestuurd aan de taxatiecommissie.”Deze opmerking van een medewerker van de Gemeente verhoudt zich niet tot haar huidige stelling, inhoudende dat bij de taxatie met de gewijzigde plannen en verplichtingen in Aanvullende Overeenkomst II geen rekening moet worden gehouden.
“Aan de verkoop kunnen in het algemeen belang speciale voorwaarden worden verbonden in verband met de gronden en gebouwen (…). Het economisch nadeel van een dergelijke verplichting dient door onafhankelijk taxateurs afzonderlijk te worden geraamd en kan in de aankoopprijs worden doorberekend.”Dit betekent dat de bedoeling van partijen om (ook) de verplichtingen uit de Aanvullende Overeenkomst II door de taxateurs in hun Bindend Advies te laten meewegen niet in strijd met de inhoud van de Mededeling is. Alleen door aldus te taxeren, wordt een antwoord verkregen op de vraag of bij de laatst gemaakte afspraken sprake is van staatssteun en juist dit is het doel dat partijen bij het sluiten van het Taxatieprotocol en de opdracht aan de taxateurs voor ogen hadden, zoals hiervoor al is overwogen.
“op een theoretische, regelmatige transactie, niet op de feitelijke transactie tussen de gemeente Woerden en de CV.”(zie 2.7.). Verder is tijdens het pleidooi door [gedaagde sub 1] onder verwijzing naar inhoud van het Bindend Advies gemotiveerd onderbouwd dat de deskundigen bij de waardebepaling van de grond van Deelplan […] , aangeduid als blok 1, uit zijn gegaan van 100 appartementen in plaats van 85 en dat zij bij de vaststelling van de waarde van de te bouwen […] -koopwoningen als uitgangspunt hebben genomen in plaats van huurwoningen (zie ook 2.7.). Ook hieruit volgt dat de deskundigen met de aanpassingen van de plannen in Aanvullende Overeenkomst II bij de door hen uitgevoerde taxatie geen rekening hebben gehouden, waarna zij tot een waardebepaling van de totale grond zijn gekomen van € 3.500.000,-.
10.320,00(4,0 punten × tarief € 2.580,00)