ECLI:NL:RBMNE:2017:2222
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- S.C. Hagedoorn
- N.E.M. Kranenbroek
- K.J. Veenstra
- Rechtspraak.nl
Wraking van arbiter in arbitrageprocedure tussen zorginstelling en tandarts
Op 2 mei 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een verzoek tot wraking van een arbiter in een arbitrageprocedure tussen Stichting Amphia en een tandarts behandeld. Het wrakingsverzoek was ingediend door verzoekster, die vreesde dat de arbiter niet onbevooroordeeld kon oordelen vanwege zijn eerdere betrokkenheid bij een vergelijkbare zaak. De procedure begon met een verzoek van verzoekster aan het Scheidsgerecht Gezondheidszorg om de arbiter te vervangen, omdat deze eerder had geoordeeld in een zaak die ook de opzegging van een toelatingsovereenkomst betrof. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 april 2017 werd het wrakingsverzoek besproken, waarbij de arbiter en de advocaat van verzoekster aanwezig waren. De tandarts, die als wederpartij optrad, was afwezig.
De wrakingskamer overwoog dat de betrokkenheid van de arbiter bij een eerdere procedure op zichzelf niet voldoende was om te concluderen dat hij niet onbevooroordeeld kon oordelen. Er waren geen bijzondere omstandigheden die de vrees voor partijdigheid konden rechtvaardigen. De wrakingsgronden die verzoekster naar voren had gebracht, waaronder de persoonlijke betrokkenheid van de arbiter bij de andere tandarts en zijn eerdere opmerkingen tijdens de zitting, werden niet als gegrond beschouwd. De wrakingskamer concludeerde dat de arbiter in staat was om onpartijdig te oordelen en verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en de griffier werd opgedragen om deze beslissing aan alle betrokken partijen toe te zenden. De arbitrageprocedure met kenmerk 17/01 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.