12.BESLISSING
- verklaart niet bewezen hetgeen onder 1 primair, 2 primair en 3 primair aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 subsidiair, onder 2 subsidiair en onder 3 subsidiair ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart het bewezen verklaarde feit strafbaar en kwalificeert dit zodanig als hierboven onder 6 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de straf een gedeelte, groot
6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van drie jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
* zich uiterlijk een dag na afloop van de detentie telefonisch zal melden bij reclassering VNN Assen (telefoonnummer: [telefoonnummer] ) en zich vervolgens (fysiek) zal blijven melden bij een nader door VNN Assen te bepalen reclasseringsinstelling, zo frequent en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich zal houden aan de aanwijzingen gegeven door of namens de reclassering, ook als dat inhoudt een ambulante behandeling voor zijn alcoholproblematiek;
* geen alcohol en geen drugs zal gebruiken en zal meewerken aan urinecontroles;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- ontzegt verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair en 3 subsidiair bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor
3 jaren;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 550,00 (zegge: vijfhonderdvijftig euro) voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 1 januari 2017 tot die van de voldoening;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 550,00 ten behoeve van het slachtoffer voornoemd, vermeerderd met de wettelijke rente zoals hiervoor is bepaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 1.384,80 (zegge: dertienhonderdvierentachtig euro en tachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente, ten aanzien van de immateriële schade (€ 550,00) vanaf de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 31 oktober 2016, en ten aanzien van de materiele schade (€ 834,80) vanaf de datum van deze uitspraak, tot de dag van volledige voldoening;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft de meer gevorderde wettelijke rente niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 1.384,80 ten behoeve van het slachtoffer voornoemd, vermeerderd met de wettelijke rente zoals hiervoor is bepaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 27 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
Vordering tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 16.652222-16
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de door de politierechter in deze rechtbank bij vonnis van 20 april 2016 voorwaardelijk aan verdachte opgelegde straf;
Vordering tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 16.054140-16
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in deze rechtbank bij vonnis van 26 mei 2016 voorwaardelijk aan de verdachte opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ferschtman, voorzitter, mrs. A.M.M.E. Doekes-Beijnes en M.J.A.L. Beljaars, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen als griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 april 2017.