In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft eiser, woonachtig in Turkije, een vordering ingediend tegen gedaagden, die beslag hebben gelegd op zijn volledige uitkering. Eiser stelt dat hij en zijn gezin volledig afhankelijk zijn van deze uitkering en dat het beslag hen in een noodtoestand brengt. De rechtbank heeft de bevoegdheid van de Nederlandse rechter bevestigd op basis van de Europese verordening inzake rechtsmacht. Eiser heeft geen bewijs geleverd van zijn financiële situatie, waardoor de voorzieningenrechter niet kon vaststellen dat er sprake was van een noodtoestand. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de beschikking op basis waarvan het beslag is gelegd, niet op een juridische of feitelijke misslag berust. De vordering van eiser om het beslag te schorsen is afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.