ECLI:NL:RBMNE:2017:2077

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 april 2017
Publicatiedatum
24 april 2017
Zaaknummer
07.607350-06
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar in een strafzaak met schizofrenie van het paranoïde type

Op 24 april 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1977, die in een forensische psychiatrische kliniek verblijft. De betrokkene was ter beschikking gesteld op 8 februari 2007 en de termijn van deze terbeschikkingstelling eindigde op 22 april 2017. Het openbaar ministerie heeft op 27 februari 2017 een vordering ingediend tot verlenging van de tbs met twee jaar. Tijdens de zitting op 10 april 2017 zijn zowel de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. L. Lübbers, als de officier van justitie mr. P.E.F. Poppe gehoord. Ook is er een getuige-deskundige, L.J.E. Oude Nijeweme, gehoord.

De rechtbank heeft verschillende rapporten in overweging genomen, waaronder psychiatrische en psychologische onderzoeken die de ernst van de geestelijke stoornis van de betrokkene bevestigen. De deskundigen hebben geconcludeerd dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type en dat er een hoog recidiverisico is bij beëindiging van de tbs-maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de resocialisatie van de betrokkene langzaam en gecontroleerd moet verlopen, en dat een proefverlof noodzakelijk is voordat kan worden overgegaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen, omdat de algemene veiligheid van personen dit eist. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, en mrs. K.G. van de Streek en M.J.A.L. Beljaars, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. B.T. Feenstra.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht - Strafraadkamer
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 07.607350-06
Uitspraak: 24 april 2017
Beslissingop de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de termijn, gedurende welke:

[betrokkene] ,

geboren op [1977] te [geboorteplaats] ,
verblijvende in de [kliniek] FPC te [vestigingsplaats] ,
ter beschikking is gesteld teneinde van overheidswege te worden verpleegd.
Betrokkene is bij vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 8 februari 2007 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, van welke terbeschikkingstelling de termijn is ingegaan op 22 april 2007. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 september 2015 en eindigt behoudens nadere voorziening op 22 april 2017.
Het openbaar ministerie heeft op 27 februari 2017 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaar. Bij die vordering zijn de door de wet voorgeschreven stukken overgelegd.
Betrokkene, bijgestaan door mr. L. Lübbers, advocaat te Leeuwarden, en de officier van justitie, mr. P.E.F. Poppe, zijn op 10 april 2017 in raadkamer in het openbaar gehoord.
Tevens is als getuige-deskundige gehoord L.J.E. Oude Nijeweme, als hoofd behandeling/GZ-psycholoog verbonden aan de [kliniek] .
De rechtbank heeft kennis genomen van:
  • een psychiatrisch onderzoek Pro Justitia van 17 januari 2017 opgesteld door I. Maksimovic, psychiater;
  • een psychologisch onderzoek Pro Justitia van 15 februari 2017 opgesteld door drs. P.E. Geurkink, forensisch psycholoog;
  • een ‘advies verlenging tbs’ van 21 februari 2017 opgesteld door drs. G.A. van den Nagel, GZ-psycholoog-klinisch psycholoog i.o. locatiemanager, plaatsvervangend hoofd van de inrichting, drs. M.G. de Bruijn, GZ-psycholoog, hoofd behandeling, drs. C. van Beuzekom, psychiater en N. Geerdink MSc., psycholoog, allen werkzaam bij de [kliniek] ;
  • de behandelplannen over de periode van 21 juli 2015 tot en met 17 januari 2017;
  • de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.

OVERWEGINGEN

Het ‘advies verlenging tbs’ van de [kliniek]
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het verlengingsadvies van 21 februari 2017. De deskundige Oude Nijeweme heeft bij de behandeling in raadkamer het rapport en het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt houdt, kort en zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij betrokkene is schizofrenie van het paranoïde type vastgesteld. Hij is chronisch psychotisch, ondanks medicatie en ervaart hiervan een grote lijdensdruk. In juli 2015 is hij opgenomen in [naam] nadat het resocialisatietraject in FPA Kompas was mislukt door terugval in middelengebruik en psychiatrische ontregeling. Vanaf de zomer van 2016 heeft betrokkene zich meer ingezet voor behandeling waardoor hij sinds oktober 2016 onbegeleide verloven kan krijgen op het terrein van [naam] en sinds korte tijd ook op onbegeleid verlof naar de stad kan. De verloven verlopen naar wens. Op korte termijn wordt beoogd om betrokkene over te plaatsen naar de afdeling [afdeling] , waar begeleiding plaatsvindt door zowel medewerkers van [naam] als van [naam] . Betrokkene moet dan laten zien dat hij met de extra vrijheden die hij daar krijgt, om kan gaan. De motivatie moet van betrokkene zelf uitgaan, waar het nu meer van buitenaf lijkt te komen. Een beschermde omgeving en geleidelijke uitbreiding van vrijheden zijn van belang. Indien het in [afdeling] goed gaat met betrokkene, kan proefverlof worden aangevraagd. In geval van beëindiging van de maatregel is het recidiverisico hoog, omdat te verwachten is dat hij dan stopt met zijn medicijninname en terugvalt in middelengebruik, hetgeen psychotische decompensatie in de hand werkt en het risico op gewelddadig gedrag verhoogt.
Geadviseerd wordt de tbs-maatregel te verlengen met twee jaren.
Het psychiatrisch onderzoek van 17 januari 2017 door de psychiater I. Maksimovic
De psychiater heeft geconcludeerd dat betrokkene lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestesvermogens in de zin van schizofrenie van het paranoïde type. Indien betrokkene goed ingesteld blijft op medicatie en voldoende ondersteuning krijgt is het recidiverisico laag. Bij het wegvallen van de tbs-maatregel wordt de kans op recidive op termijn hoog ingeschat. Het resocialisatieproces dient geleidelijk plaats te vinden, gelet op de lage belastbaarheid van betrokkene en zijn kwetsbaarheden vanuit de bestaande stoornissen. Daarom adviseert de psychiater om een fase van proefverlof in te bouwen, voordat wordt overgegaan op een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De overplaatsing naar de afdeling [afdeling] en daarvandaan naar een woonsetting binnen [naam] is passend.
Geadviseerd wordt om de tbs-maatregel te verlengen met één jaar.
Het psychologisch onderzoek van 15 februari 2017 door de psycholoog P.E. Geurkink
De psycholoog heeft gesteld dat betrokkene lijdt aan ernstige chronische psychotische pathologie die hem voorlopig, maar waarschijnlijk duurzaam, afhankelijk maakt van zorg, (medicamenteuze) behandeling, begeleiding, sturing en toezicht. Hij heeft maar een zeer beperkt ziektebesef. Binnen de huidige stevige forensische structuur stelt hij zich al langere tijd redelijk begeleidbaar op. Bij het wegvallen van de tbs-maatregel is de kans op recidive op de middellange termijn hoog. De resocialisatie moet langzaam en gecontroleerd verlopen zodat het raadzaam is om de stap van proefverlof in te bouwen. Hij kan dan wennen aan de reclassering en het feit dat de kliniek wat meer naar de achtergrond gaat. Als dat goed gaat, kan op termijn worden overgegaan naar een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging. Dit staat aan de koers van de kliniek, gericht op overplaatsing naar [afdeling] , niet in de weg.
Geadviseerd wordt om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft in raadkamer gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren. Zij heeft daartoe gesteld dat de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen en dat tevens de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist. De deskundigen adviseren allen dat de resocialisatie langzaam moet verlopen waarbij intensief toezicht en begeleiding nodig is. Een verlenging van de tbs-maatregel met één jaar is te kort om het voorgestelde proefverlof vorm te geven.
Het standpunt van de verdediging
Betrokkene heeft gesteld dat hij geen gevaar is voor de maatschappij. Er is geen gevaar voor terugval, ook niet als hij geen medicatie gebruikt. Voor de zekerheid zal hij wel medicijnen blijven gebruiken. Hij is gestopt met middelengebruik.
De raadsvrouw heeft gesteld dat hij al zeven jaar verloven heeft en één keer een misstap heeft begaan. De resocialisatie gaat nu goed. Een proefverlof kan in een paar maanden aangevraagd worden en het hoeft geen jaar te duren voordat gekeken kan worden naar een voorwaardelijke beëindiging. Een verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar kan demotiverend werken voor betrokkene. De raadsvrouw heeft daarom verzocht de tbs-maatregel met één jaar te verlengen.
Het oordeel van de rechtbank
Indiening vordering
De vordering is ingekomen op 27 februari 2017 en derhalve tijdig ingediend.
Maximering
De rechtbank heeft in de verlengingsbeslissing van 24 april 2015 overwogen dat de totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege niet in tijd is beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Uit de rapporten van de kliniek en de deskundigen Maksimovic en Geurkink blijkt dat bij betrokkene nog altijd sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestesvermogens, te weten schizofrenie van het paranoïde type, chronische psychotische pathologie en afhankelijkheid van middelen (in remissie). Bij beëindiging van de tbs-maatregel wordt het recidiverisico door de kliniek en de externe deskundigen op termijn als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van genoemde rapporten op dit punt te twijfelen en neemt deze conclusies over.
Verlenging
Gelet op de advisering en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de algemene veiligheid van personen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist.
Uit de rapporten van de kliniek en de externe deskundigen en de in raadkamer gegeven toelichting van de deskundige Oude Nijeweme komt naar voren dat de resocialisatie van betrokkene langzaam en gecontroleerd moet verlopen. Daarom is tevens geadviseerd om een fase van proefverlof in te bouwen voordat wordt overgegaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
Door de raadsvrouw is verzocht om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen.
Volgens artikel 38h van het Wetboek van Strafrecht kan de verpleging van overheidswege voorwaardelijk worden beëindigd, indien het proefverlof, genoemd in artikel 51 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, ten minste twaalf maanden onafgebroken heeft voortgeduurd. Met de aanvraag en verlening van een proefverlof zal enige tijd gemoeid zijn. Gelet hierop en op de hiervoor genoemde adviezen, is de rechtbank van oordeel dat een verlenging van de tbs-maatregel met één jaar onvoldoende is.
De rechtbank overweegt dan ook dat voldoende tijd beschikbaar moet zijn om op een goede wijze uitvoering te geven aan het resocialisatietraject van betrokkene en dat daartoe een periode van twee jaar noodzakelijk is.
De rechtbank heeft bij haar beslissing gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

De rechtbank verlengt de termijn gedurende welke
[betrokkene]ter beschikking is gesteld, met bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd, met
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, mrs. K.G. van de Streek en M.J.A.L. Beljaars, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier en is in het openbaar uitgesproken op 24 april 2017.
Mr. C.A. de Beaufort is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.