Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 maart 2017
- de brief van Locomix van 21 maart 2017
- de akte uitlating deskundigenbericht van [eiser] van 5 april 2017.
2.Het verdere verloop van de procedure
3.De beslissing
binnen drie wekenna de datum van dit vonnis een begroting van zijn kosten op te geven aan de kantonrechter, gespecificeerd naar het aantal uren, het uurtarief en de overige kosten;
binnen twee wekendaarna bij de kantonrechter schriftelijk bezwaar maken tegen de begroting;
binnen twee wekennadat zij een daartoe strekkend betalingsverzoek van de griffie heeft ontvangen,
drie maandenna de datum van dit vonnis, met dien verstande dat de deskundige niet met het onderzoek hoeft te beginnen voordat deze van de griffie bericht heeft ontvangen dat het voorschot is gedeponeerd,
- hij partijen bij een onderzoek van de vloer gelegenheid dient te bieden dit onderzoek ter plaatse bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij dit onderzoek aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van de vloer ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
binnen een termijn van vier wekennadien opmerkingen over het concept te maken,
binnen één week na de datum van dit vonnisaan de deskundige dient te worden toegezonden door (de advocaat van)
[eiser],
Locomixen om partijen daarvan bericht te doen, waarna [eiser] een antwoordconclusie na deskundigenrapport mag indienen,