Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift, ingekomen op 14 december 2016;
- het verweerschrift van ASR;
- het verweerschrift van het Waarborgfonds;
- de akte producties van [verzoekster] van 17 februari 2017;
- de akte productie van [verzoekster] van 21 februari 2017;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 23 februari 2017;
2.Het deelgeschil
3.De beoordeling
proces-verbaal van het voorlopig getuigenverhoor (productie 6 bij het verzoekschrift) blijkt dat [B] op 28 december 2013 kort na de aanrijding 112 heeft gebeld en de leasemaatschappij van de Mini. Ten vierde blijkt uit het schaderapport van DEKRA dat er schade is geconstateerd aan de achterzijde van de Mini en dat als schadedatum 28 december 2013 is genoemd (productie 16 bij de akte van [verzoekster] van 21 februari 2017). Weliswaar staat op grond van dit rapport niet vast dat deze schade daadwerkelijk is ontstaan op die datum, maar het past wel in het rijtje van de overige hier genoemde omstandigheden die er op wijzen dat er een aanrijding heeft plaatsgevonden op 28 december 2013. Als zodanig vormt ook het schaderapport in samenhang met de overige omstandigheden een nadere onderbouwing van de stelling van [verzoekster] .
Traumascreening na kop staart botsing laag energetisch en twee maal laag energetische aanrijding buiten de auto. Bij screening behoudens contusionele klachten van de bovenbenen/bekken geen afwijkingen.[verzoekster] heeft als productie 12 bij het verzoekschrift haar medisch dossier overgelegd. Uit de hierin opgenomen verslagen van het St. Antonius Ziekenhuis blijkt dat zij zich op 5 januari 2014 en 10 januari 2014 opnieuw heeft gemeld bij de SEH wegens aanhoudende spierpijn in haar rug en schouders, bloed bij haar urine en omdat zij moeite heeft met lopen vanwege pijn in haar linkerflank. Daarnaast blijkt uit het bericht van huisarts I. Holtman van 16 oktober 2014 dat zij [verzoekster] begin januari 2014 op haar spreekuur heeft gezien in verband met aanhoudende klachten aan haar rug, benen en nek na een auto-ongeluk de week daarvoor. Verder blijkt uit de mail van GZ-psycholoog M.J. de Wit van 17 december 2014 dat [verzoekster] bij hem in behandeling is gekomen in verband met PTSS als gevolg van het tot twee keer toe aangereden zijn door een man, die daarna gevlucht is.