Op 1 januari 2017 heeft de verdachte in Almere zich bemoeid met een vechtpartij, waarbij hij het slachtoffer meermalen met gebalde vuist tegen het hoofd heeft geslagen. Het slachtoffer viel ongelukkig en liep ernstig schedel/hersenletsel op. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake was van gezamenlijk handelen met de medeverdachte, waardoor de verdachte niet als medepleger kan worden aangemerkt. De rechtbank spreekt de verdachte partieel vrij van het element 'tezamen en in vereniging'. De rechtbank legt een werkstraf van 120 uren op, subsidiair 60 dagen hechtenis, en veroordeelt de verdachte tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer. De benadeelde partij heeft een vordering ingediend voor schadevergoeding, die gedeeltelijk wordt toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de vordering voor het overige deel niet-ontvankelijk is en dat dit deel bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.