In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 maart 2017 uitspraak gedaan over het verzoek van eiseres om haar Wajong-uitkering te behouden na een verhuizing naar Turkije. Eiseres, die lijdt aan het corneliadelangesyndroom, ontvangt sinds 1999 een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Haar ouders, die oorspronkelijk uit Turkije komen, willen terugverhuizen naar Turkije en hebben namens eiseres toestemming gevraagd om de uitkering te behouden na de verhuizing.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het verzoek op 13 mei 2016 heeft afgewezen en het bezwaar van eiseres op 21 oktober 2016 ongegrond heeft verklaard. Tijdens de zitting op 7 maart 2017 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en familieleden. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelt dat de Wajong-regel inhoudt dat de uitkering stopt bij verhuizing naar het buitenland, en dat de hardheidsclausule alleen kan worden toegepast bij zwaarwegende redenen. De rechtbank concludeert dat er geen zwaarwegende redenen zijn voor eiseres of haar ouders om naar Turkije te verhuizen die de toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigen. De wens van de ouders om naar Turkije te verhuizen is geen noodzaak, en de rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de verhuizing niet leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard.