ECLI:NL:RBMNE:2017:1656

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 maart 2017
Publicatiedatum
4 april 2017
Zaaknummer
UTR 16/5500
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om behoud Wajong-uitkering bij verhuizing naar Turkije

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 maart 2017 uitspraak gedaan over het verzoek van eiseres om haar Wajong-uitkering te behouden na een verhuizing naar Turkije. Eiseres, die lijdt aan het corneliadelangesyndroom, ontvangt sinds 1999 een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Haar ouders, die oorspronkelijk uit Turkije komen, willen terugverhuizen naar Turkije en hebben namens eiseres toestemming gevraagd om de uitkering te behouden na de verhuizing.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het verzoek op 13 mei 2016 heeft afgewezen en het bezwaar van eiseres op 21 oktober 2016 ongegrond heeft verklaard. Tijdens de zitting op 7 maart 2017 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en familieleden. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.

De rechtbank oordeelt dat de Wajong-regel inhoudt dat de uitkering stopt bij verhuizing naar het buitenland, en dat de hardheidsclausule alleen kan worden toegepast bij zwaarwegende redenen. De rechtbank concludeert dat er geen zwaarwegende redenen zijn voor eiseres of haar ouders om naar Turkije te verhuizen die de toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigen. De wens van de ouders om naar Turkije te verhuizen is geen noodzaak, en de rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de verhuizing niet leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 16/5500

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 maart 2017 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. B. Mor-Yazir),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder
(gemachtigde: M. Tieman).

Procesverloop

Bij besluit van 13 mei 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiseres om haar uitkering te mogen behouden als zij naar Turkije verhuist afgewezen.
Bij besluit van 21 oktober 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 maart 2017. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en door haar vader en broer. De vader van eiseres werd bijgestaan door een tolk in de Turkse taal. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Eiseres lijdt aan het corneliadelangesyndroom en in verband daarmee ontvangt zij sinds 1999 een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Eiseres wordt grotendeels verzorgd door haar ouders die inmiddels een respectabele leeftijd hebben bereikt. De ouders van eiseres komen oorspronkelijk uit Turkije en hebben de wens om naar Turkije terug te verhuizen, omdat de zorg voor eiseres daar in de toekomst beter geregeld kan worden. In verband met die wens hebben zij namens eiseres in een brief van 23 maart 2016 toestemming gevraagd om de Wajong-uitkering te mogen behouden na de gewenste verhuizing naar Turkije. Vervolgens heeft verweerder de besluiten genomen zoals hiervoor weergegeven onder Procesverloop.
3. In de Wajong staat dat je geen uitkering meer krijgt als je buiten Nederland gaat wonen. Die regel geldt ook voor eiseres, omdat zij de Nederlandse nationaliteit heeft. In de Wajong staat ook dat verweerder deze regel buiten toepassing kan laten als verhuizing naar een plek buiten Nederland zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dat is de hardheidsclausule. Het gaat in deze zaak over de vraag of verweerder in redelijkheid heeft mogen weigeren om de hardheidsclausule toe te passen op de situatie van eiseres.
4. Namens eiseres is aangevoerd dat het voor de familie heel belangrijk is om naar Turkije te verhuizen, omdat dat eiseres de mogelijkheid biedt om ook op langere termijn samen met haar ouders te blijven wonen. De ouders van eiseres zouden daarnaast ondersteund kunnen worden in de verzorging van eiseres door haar in Turkije wonende zussen.
5. Verweerder heeft beleid over de hardheidsclausule. Daarin staat dat de hardheidsclausule alleen wordt toegepast als er zwaarwegende redenen zijn om buiten Nederland te gaan wonen en als het stoppen van de uitkering tot aanmerkelijk nadeel zal leiden. Van zulke zwaarwegende redenen is volgens het beleid in ieder geval sprake bij het ondergaan van een medische behandeling en ook als de verzorgers van degene die de uitkering krijgt de noodzaak hebben om buiten Nederland te gaan wonen. Verweerder vindt dat deze situaties zich in dit geval niet voordoen en dat er geen reden is om hiervan af te wijken.
6. De rechtbank begrijpt goed dat de ouders van eiseres graag samen met haar naar Turkije willen verhuizen. Dat staat hun uiteraard ook vrij, maar dat betekent niet dat er ook een noodzaak is om dat te doen. De ouders van eiseres zouden, als ze dat zouden willen, ook in Nederland kunnen blijven wonen. Het is misschien wel zo dat dat op termijn gevolgen heeft voor hun woonsituatie en voor de manier waarop eiseres verzorgd moet worden, maar dat is niet hetzelfde als een noodzaak om naar Turkije te verhuizen. De rechtbank neemt ook wel aan dat eiseres rustiger is in de periodes dat zij in Turkije is. Maar het staat vast dat eiseres niet naar Turkije hoeft voor een medische behandeling. Er is ook niet gebleken van een andere zwaarwegende reden voor eiseres of voor haar ouders om naar Turkije te verhuizen. De verhuizing is al met al een keuze die de ouders van eiseres zelf kunnen maken. Verweerder heeft daarom in redelijkheid mogen besluiten dat de verhuizing niet leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard die wordt bedoeld in de hardheidsclausule. Dat betekent dat de uitkering van eiseres zal stoppen als de verhuizing doorgaat.
7. Het beroep is ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
8. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van
mr. T. van Ekris, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2017.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.