In deze zaak verzoekt [verzoeker] de kantonrechter om het ontslag op staande voet door Hago Zorg te vernietigen en de dienstbetrekking te herstellen. Hago Zorg heeft [verzoeker] op staande voet ontslagen vanwege vermoedelijk ongeoorloofd ziekteverzuim. De procedure begint met het verzoekschrift van [verzoeker] dat op 23 december 2016 is ingediend, gevolgd door een verweerschrift van Hago Zorg. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 februari 2017, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. De kantonrechter oordeelt dat Hago Zorg onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de dringende reden van ontslag. De kantonrechter concludeert dat de activiteiten van [verzoeker] in zijn vrije tijd niet zodanig waren dat deze het ontslag op staande voet rechtvaardigen. Het ontslag wordt vernietigd, en Hago Zorg wordt veroordeeld tot betaling van het salaris van [verzoeker] met wettelijke verhogingen. Daarnaast vraagt Hago Zorg ontbinding van de arbeidsovereenkomst, wat wordt toegewezen op de g-grond, omdat het vertrouwen in [verzoeker] is verloren. De arbeidsovereenkomst eindigt op 1 mei 2017, en [verzoeker] ontvangt een billijke vergoeding van € 18.000,00.