Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.1. De procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster] met bijlagen 1 tot en met 17 ter griffie ingekomen op 27 oktober 2016;
- het verweerschrift van Arbo Unie met bijlagen 1 tot en met 20 van 7 december 2016;
- de reactie op het verweerschrift en het tegenverzoek, tevens houdende akte wijziging verzoek van [verzoekster] met bijlage 18 van 16 december 2016;
- de pleitnotities van Arbo Unie zoals voorgedragen ter comparitie op 20 december 2016; en
- de aantekeningen van de comparitie van 20 december 2016.
2.De feiten
3.Het geschil
In het incident
primair(i) de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Arbo Unie te vernietigen omdat de arbeidsovereenkomst is opgezegd in strijd met het opzegverbod bij ziekte. Hierbij verzoekt [verzoekster] (ii) veroordeling van Arbo Unie om binnen tien dagen na betekening van de beschikking aan [verzoekster] te voldoen:
Voor het geval de opzegging in stand blijft, meent [verzoekster] dat zij recht heeft op een transitievergoeding. Omdat [verzoekster] op dit moment nog steeds niet arbeidsgeschikt is en geen loon of uitkering ontvangt, verzoekt zij vast te stellen dat Arbo Unie als eigenrisicodrager een maandelijkse uitkering van 70% van haar brutomaandsalaris op grond van artikel 63a Ziektewet dient te betalen. Ten slotte is Arbo Unie dan volgens [verzoekster] ook gehouden om de ziektewetuitkering over de maanden september tot en met december 2016 aan haar te voldoen.
In subsidiaire zin stelt Arbo Unie dat [verzoekster] geen aanspraak heeft op een transitievergoeding op grond van het op haar toepasselijke Sociaal Plan (en het geldende overgangsrecht bij artikel XXII lid 7 van de WWZ). Voorts is het niet aan de kantonrechter, maar aan de bestuursrechter om voor partijen bindende uitspraken te geven over de vaststelling van een uitkering op grond van de Ziektewet. Arbo Unie concludeert dan ook dat alle verzoeken van [verzoekster] dienen te worden afgewezen.
Ten aanzien van het tegenverzoek (iii) stelt [verzoekster] dat het aan het UWV of Arbo Unie is om [verzoekster] te informeren over het tijdig aanvragen van een uitkering. Arbo Unie heeft dit nagelaten en de situatie op zijn beloop gelaten, hetgeen Arbo Unie valt aan te rekenen nu Arbo Unie van doen heeft met een kwetsbare werknemer. Indien Arbo Unie haar zorgplicht was nagekomen en wél adequaat had gereageerd op de signalen van [verzoekster] dan wel het deskundigenoordeel, dan was [verzoekster] door het UWV geïnformeerd over het tijdig aanvragen van de WIA-uitkering. Het te laat aanvragen van de WIA-uitkering is niet aan [verzoekster] te wijten, reden waarom zij concludeert tot afwijzing van de tegenverzoeken.
4.De beoordeling
In de hoofdzaak
400,00(2 punten x tarief € 200,00)
relevante wetgeving (..) waaronder de wet WIA’, hetgeen derhalve niets zegt over de daarvoor geldende aanvraagtermijn. Voorts sluit de kantonrechter niet uit dat het UWV [verzoekster] niet heeft geïnformeerd dat zij tijdig een WIA-uitkering moest aanvragen, omdat Arbo Unie (naar nu blijkt: ten onrechte) [verzoekster] volledig hersteld had gemeld. De conclusie van het voorgaande is derhalve dat dit tegenverzoek van Arbo Unie wordt afgewezen.
175,00(1 punten x tarief € 175,00)