In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 17 maart 2017 een herstelvonnis gewezen in een kort geding tussen [eiseres sub 1] c.s. en de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB). Dit herstelvonnis volgt op een eerdere uitspraak van 24 februari 2017, waarin de voorzieningenrechter een kennelijke fout had vastgesteld in de formulering van de uitspraak. De fout betrof een passage die in strijd was met andere delen van het vonnis, waarin werd bepaald dat de uitspraken van de tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van de KNVB werden geschorst. De voorzieningenrechter heeft in het herstelvonnis de betrokken partijen de gelegenheid gegeven om te reageren op het voornemen tot verbetering van het vonnis. Zowel de KNVB als [eiseres sub 1] c.s. hebben aangegeven geen behoefte te hebben om inhoudelijk te reageren op het voornemen.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens besloten de kennelijke fout te verbeteren door de onjuiste passage te schrappen, maar heeft de rest van het vonnis gehandhaafd. De beslissing om de uitspraken van de tuchtcommissie en de Commissie van Beroep te schorsen blijft van kracht totdat de CvB opnieuw uitspraak heeft gedaan na het horen van de betrokken partijen. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken op 17 maart 2017 door mr. M.J. Slootweg.