Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.DE TENLASTELEGGING
3.DE VOORVRAGEN
de rechtbank leest juni)2016 met [medeverdachte 2] en [verdachte] bij hen thuis was geweest . [getuige 1] had direct tegen haar zoon gezegd ‘ik weet het’. Hiermee bedoelde zij dat zij wist dat [medeverdachte 1] bij de overval op de buschauffeur was betrokken. Daarop begon [medeverdachte 1] te huilen en zei hij dat het hem speet. Tenslotte verklaarden de getuigen dat het hen niet zou verbazen als de andere overvallers [verdachte] en [medeverdachte 2] zouden zijn omdat ze altijd met z’n drieën zijn. De achternaam van [medeverdachte 2] is [medeverdachte 2] , de achternaam van [verdachte] wisten zij niet.
de rechtbank leest [medeverdachte 1]) wordt overgeplaatst naar de PI Almere. [verdachte] zei hierop dat hij slippers voor hem had gekocht. Daarop zei [getuige 2] dat er geld was ingezameld en dat [verdachte] ook maar iets moest gaan doneren. Uit hetgeen tussen [getuige 2] en [verdachte] is besproken leidt de rechtbank af dat de persoon die zichzelf [verdachte] noemt verdachte is. [14]
5.BEWEZENVERKLARING
6.KWALIFICATIE
7.STRAFBAARHEID
8.STRAFOPLEGGING
Buschauffeurs bevinden zich tijdens hun werk in een kwetsbare positie. Zij zitten achter het stuur in een kleine ruimte en kunnen letterlijk geen kant op wanneer zij zich geconfronteerd zien met agressie en geweld. Voorts brengt geweld tegen buschauffeurs een groot gevoel van maatschappelijke onrust en brede maatschappelijke verontwaardiging teweeg. Buschauffeurs moeten hun publieke taak in rust en veiligheid kunnen uitvoeren.
€ 2.955,97, waarvan een bedrag van € 1.455,97 aan materiële schade en een bedrag van
€ 1.500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van het ontstaan van de schade tot aan de dag der algehele voldoening en met de kosten die – tot op heden – worden begroot op nihil.
10.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 maanden;
6 maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de
proeftijd van 2 jaarschuldig maakt aan een strafbaar feit;
€ 500,00 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 8 juni 2016, tot die van de voldoening;