ECLI:NL:RBMNE:2017:1332

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 maart 2017
Publicatiedatum
17 maart 2017
Zaaknummer
16/661752-15
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak betreffende bezit en verspreiding van kinderporno en grooming

Op 17 maart 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland het onderzoek heropend in de strafzaak tegen een 48-jarige man uit Lisse, die wordt verdacht van het bezit en verspreiden van kinderporno en het groomen van een minderjarig meisje. De rechtbank constateerde dat het dossier onoverzichtelijk was door vele verwijzingen naar ontbrekende bijlagen, waaronder tekst en foto's. De officier van justitie werd opgedragen om deze stukken binnen twee weken aan het dossier toe te voegen. De zaak zal op een nader te bepalen datum worden behandeld tijdens een openbare zitting. Het onderzoek ter terechtzitting vond eerder plaats op 4 november 2016 en 3 maart 2017, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C.D.W. Herrings, aanwezig waren. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw. De rechtbank benadrukte het belang van een volledig dossier voor een eerlijke rechtsgang en de noodzaak om de ontbrekende bijlagen te verstrekken voor een goede beoordeling van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Utrecht
parketnummer: 16/661752-15
vonnis van de meervoudige kamer van 17 maart 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1959]
wonende [adres] te [woonplaats 1]

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 4 november 2016 en 3 maart 2017. Verdachte is op laatstgenoemde zitting verschenen, tezamen met zijn raadsvrouw mr. C.D.W. Herrings, advocaat te Tilburg.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat de verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: in de periode van 18 oktober 2012 tot en met 9 december 2014 te De Meern een hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven/in zijn bezit heeft gehad/heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaft;
Feit 2: in de periode van 1 januari 2012 tot en met 1 januari 2014 te De Meern [slachtoffer] door geweld en/of bedreiging met geweld of andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen;
Feit 3: in de periode van 1 januari 2012 tot en met 1 januari 2014 te De Meern heeft geprobeerd een 17-jarig meisje te bewegen tot het plegen of dulden van seksuele handelingen;
Feit 4: (primair) in de periode van 1 januari 2012 tot en met 1 januari 2014 te De Meern en/of Middelburg aan [slachtoffer] heeft voorgesteld om elkaar te ontmoeten met als doel ontuchtige handelingen met voornoemde [slachtoffer] te plegen, dan wel dit heeft geprobeerd (subsidiair).

3.De onvolledigheid van het onderzoek ter terechtzitting.

Na sluiting van het onderzoek is de rechtbank tijdens de beraadslaging gebleken dat het onderzoek in onderhavige zaak niet volledig is geweest.
De rechtbank stelt vast dat in het dossier telkens wordt verwezen naar zowel bijlagen (met tekst en foto’s) als ook (foto’s uit) fotomappen. Deze fotomappen heeft de rechtbank, kort voor aanvang van onderhavige zitting overhandigd gekregen van de officier van justitie en de rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van deze fotomappen. De officier van justitie heeft voor aanvang van de zitting echter niet de vele bijlagen ter beschikking gesteld waar in het dossier (voornamelijk de processen-verbaal van bevindingen op de pagina’s 66-70 en 71-73) naar wordt verwezen. Het gaat hier ook om weergaven van (chat)gesprekken die zouden hebben plaatsgevonden tussen verdachte en [slachtoffer] . Nu beschikt de rechtbank enkel over kleine stukken tekst die kennelijk uit de achterliggende gespreksweergaven zijn geselecteerd.
De rechtbank verwijst in dit verband naar pagina 157 van het dossier waarin verbalisant [verbalisant 1] vermeldt dat er een DVD beschikbaar is gesteld door de collega’s van de politie-eenheid Zeeland-West Brabant waarop in een mapje een aantal processen-verbaal van de desbetreffende politie-eenheid zijn opgenomen.
De rechtbank acht het dossier door de vele verwijzingen en ontbrekende bijlagen onoverzichtelijk en moeilijk toegankelijk, zoals ook reeds door de raadsvrouw is aangegeven op de zitting.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank van belang dat de ontbrekende tekstuele bijlagen (zonder de foto’s) aan het dossier worden toegevoegd en de fotomappen (nogmaals) aan de rechtbank worden verstrekt ter inzage, zodat de rechtbank kan beoordelen of het dossier voldoende toegankelijk is of dat er nog nadere opdrachten dienen te worden gegeven.
De officier van justitie dient de bijlagen (zonder foto’s) waarnaar wordt verwezen in de processen-verbaal op pagina 66-70 en 71-73 toe te voegen aan het dossier. Ook draagt de rechtbank de officier van justitie op om zorg te dragen voor een proces-verbaal waarin de loop van het onderzoek adequaat wordt beschreven en waarin wordt toegelicht welke verbalisant welke gegevens, afbeeldingen of gegevensdrager(s) heeft onderzocht. De rechtbank hecht eraan op te merken dat voor het bewijs alleen de feiten en omstandigheden bruikbaar zijn die een opsporingsambtenaar zelf heeft waargenomen of ondervonden. Bijvoorbeeld is onvoldoende duidelijk op welke wijze onderzoek heeft plaatsgevonden aan de gegevensdrager(s) van verdachte. Onduidelijk is of deze gegevensdragers zelf zijn onderzocht of dat verbalisant [verbalisant 2] (pag. 169 e.v) onderzoek heeft gedaan naar afbeeldingen waarvan een andere opsporingsambtenaar heeft gezegd dat deze op een gegevensdrager waren aangetroffen. In het laatste geval zullen de feiten en omstandigheden in het proces-verbaal moeten worden opgenomen die tot die vaststelling hebben geleid.
De rechtbank zal, gelet op het voorgaande, het onderzoek heropenen en op een nader te bepalen datum hervatten.

4.De beslissing.

De rechtbank:
- heropent het onderzoek;
-beveelt de officier van justitie om bovengenoemde stukken binnen twee weken na datum van dit vonnis aan het dossier toe te voegen;
- beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum zal worden hervat;
- beveelt de oproeping van verdachte en diens raadsvrouw, mr. C.D.W. Herrings, tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat;
-beveelt de kennisgeving aan de benadeelde partij en haar raadsman, mr. W.R. Aerts.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Akkermans, voorzitter, mrs. R.P. den Otter en A.R. Creutzberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van der Meulen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 maart 2017.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 18 oktober 2012 tot en met 9 december 2014
te De Meern, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in
Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een hoeveelheid afbeeldingen, te weten
(een) (aantal) (digitale) foto(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende
(een) afbeelding(en), te weten een of meer computer(s) en/of (een) diskette(s)
en/of (een) harddisk(s) heeft
verworven en/of in bezit gehad en/of heeft verspreid en/of aangeboden (door
het ontvangen en/of verzenden van een of meer foto's via zijn laptop en/of
GSM) en/of openlijk tentoongesteld en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of
met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, te weten [slachtoffer] (geboren op [1998] ) was
betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en)
(zakelijk weergegeven) (telkens) bestond(en) uit:
het met de (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of vaginaal en/of
anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft bereikt
(minimaal één foto, ontvangen en/of verstuurd via Hotmail, althans per
computer) (bedoeld de aangifte op pagina 53, het proces-verbaal van
bevindingen op pagina 69, 72 en 73 van het eindprocesverbaal 0913ZEGGE)
en/of
het met de (een) vinger(s)/hand aanraken van de geslachtsdelen en/of de
borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt
(minimaal één foto, ontvangen en/of verstuurd via Hotmail, althans per
computer) (bedoeld de aangifte op pagina 53, het proces-verbaal van
bevindingen op pagina 69, 71, 72 en 73 van het eindprocesverbaal 0913ZEGGE)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon poseert
in een omgeving en/of in een(erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet
bij zijn/haar leeftijd past/passen
(minimaal één foto, ontvangen en/of verstuurd via Hotmail, althans per
computer) (bedoeld de aangifte op pagina 53, het proces-verbaal van
bevindingen op pagina 69, 71, 72 en 73 van het eindprocesverbaal 0913ZEGGE)
waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of
borsten en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding(en)
(aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken
tot seksuele prikkeling
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een representatieve collectie van
bovengenoemde afbeeldingen/filmfragmenten is samengesteld, maar ter voorkoming
van strafbare feiten en verdere verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet
in het dossier is gevoegd en ook niet in afschrift zal worden verstrekt. De
officier van justitie zal deze collectie als stuk van overtuiging op de
terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan
de terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal worden verleend op afspraak
met de officier van justitie.
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 1 januari 2014 te De Meern, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, in elk geval in Nederland,
[slachtoffer] (geboren op [1998] ), door geweld of een andere feitelijkheid
en/of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten:
- het verzenden van één of meer emailberichten naar het emailaccount van [slachtoffer]
, voorzien van (onder meer) de navolgende (dreigende) woorden:
'als je niet meer foto's van jezelf maakt dan ga ik naar je ouders' en/of 'je
moet nu zeggen waar je woont, anders ga ik helemaal naar je ouders, althans
woorden van gelijkende (dreigende) aard en/of strekking
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handelingen, te weten het
- maken van een of meerdere naaktselfies/fotos van haar (volledige)
ontblote/naakte lichaam in verschillende poses, waarbij die [slachtoffer]
seksuele handelingen heeft verricht en/of waarbij die [slachtoffer]
selfies/foto's heeft gemaakt met haar benen wijd en/of een papier (onder haar
ontblote borsten) met daarop de tekst: 'neuk me' en/of 'ik ben een hoertje'
en/of 'ik ben een sletje' en/of
- ( vervolgens) verzenden van deze selfie(s)/fotos naar het emailaccount
[emailadres 1] en/of [emailadres 2] , althans het emailaccount in
gebruik bij verdachte
art 246 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 01 januari 2012 tot en met 1 januari 2014 te De Meern,
althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland,
(door middel van chat/internetgesprekken) [slachtoffer] (geboren op [1998]
), waarvan verdachte (telkens) wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat
deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
een of meermalen door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit
feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding (te weten
dat verdachte via internet/chat met die [slachtoffer] in contact is gekomen en/of
chatgesprekken heeft gevoerd, bij welk (email)contact en/of welke
chatgesprekken verdachte zich in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als
een minderjarige jongen),
(telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen,
bestaande die ontucht daarin, dat verdachte, die [slachtoffer] (telkens) heeft
bewogen tot
- het tonen van haar geslachtsdelen en/of
- het laten in-/aannemen van één of meer positie(s)/houding(en) om haar
geslachtsdelen (prominent) (voor verdachte) in beeld te laten komen en/of
- het betasten van haar geslachtsdelen en/of het masturberen (al dan niet met
behulp van het inbrengen van een of meer voorwerp(en)) en/of
- het ontvangen van een of meer foto's waarop verdachte, althans een man, met
zijn ontblote geslachtsdeel is afgebeeld en/of waarbij verdachte, althans een
man, aftrekkende bewegingen maakt
art 248a Wetboek van Strafrecht
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 1 januari 2014 te De Meern en/of te Middelburg, in elk geval in
Nederland,
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
communicatiedienst (te weten MSN en/of Twitter en/of SMS en/of GSM) met een
persoon van wie hij, verdachte, weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat
deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, te weten [slachtoffer]
(geboren op [1998] ),
een of meer ontmoeting(en) heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige
handelingen (gemeenschap) met die [slachtoffer] te plegen, terwijl hij (daarbij)
enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die
ontmoeting, immers heeft hij, verdachte,
- het adres van die [slachtoffer] gevraagd en/of gekregen en/of
- ( vervolgens) concrete voorstellen gedaan wat betreft dag en/of plaats (die
dag in [woonplaats 2] en/of bij haar thuis) van die ontmoeting, te weten dat hij die
dag naar [woonplaats 2] zou komen
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 1 januari 2014 te De Meern en/of te Middelburg, in elk geval in
Nederland,
ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf, meermalen,
althans eenmaal, (telkens) door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst een persoon, te weten [slachtoffer]
(geboren op [1998] ), van wie hij wist of redelijkerwijs moest
vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een
ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die
persoon te plegen en/of een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij die
persoon betrokken is te vervaardigen, waarbij hij, verdachte, enige handeling
heeft ondernomen gericht op de verwezenlijking van die ontmoeting, terwijl de
uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
art 248e Wetboek van Strafrecht