ECLI:NL:RBMNE:2017:1218
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek in strafzaak met betrekking tot de onpartijdigheid van de rechter
Op 7 maart 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker in een strafzaak. Het verzoek was ingediend tegen de politierechter mr. G.A. Bos, naar aanleiding van een zitting op 16 januari 2017. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. Meijers, stelde dat de rechter vooringenomen was omdat zij een verzoek om geluidsopnamen aan het procesdossier toe te voegen had afgewezen. De rechter had geoordeeld dat de noodzaak van toevoeging op dat moment niet was gebleken, wat volgens de verzoeker een aanwijzing was voor vooringenomenheid.
De wrakingskamer heeft de feiten en omstandigheden die door de verzoeker zijn aangevoerd beoordeeld aan de hand van de wettelijke normen. Artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering stelt dat rechters gewraakt kunnen worden op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer concludeerde dat de beslissing van de rechter om de geluidsbestanden niet toe te voegen aan het dossier een procesbeslissing was, die niet op vooringenomenheid duidde. De verzoeker had geen overtuigende argumenten aangedragen die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten.
Uiteindelijk verklaarde de wrakingskamer het verzoek tot wraking ongegrond. De procedure in de strafzaak met parketnummer 16/031958-15 kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.