ECLI:NL:RBMNE:2017:1217
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen de politierechter in een strafzaak met betrekking tot voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 maart 2017 een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. S.F.J. Smeets. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de politierechter mr. M.P. Glerum, die op 13 februari 2017 een beslissing had genomen over de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verzoeker. De verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, omdat hij niet had gereageerd op de argumenten van de verdediging en de schorsingsvoorwaarde niet correct had toegepast. De verzoeker voerde aan dat de rechter de schorsing van de voorlopige hechtenis had opgeheven zonder dat de verdediging de kans had gekregen om zijn standpunt toe te lichten. De rechter had volgens de verzoeker geen rekening gehouden met cruciale persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, zoals vermeld in een reclasseringsrapport.
Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek op 21 februari 2017 was de gewraakte rechter niet aanwezig, en ook de officier van justitie was verhinderd. De wrakingskamer heeft de argumenten van de verzoeker en de schriftelijke reactie van de gewraakte rechter beoordeeld. De rechter had in zijn reactie aangegeven dat hij de verdediging wel degelijk de gelegenheid had gegeven om te reageren op het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid van de rechter konden rechtvaardigen.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking ongegrond verklaard. De beslissing werd genomen op basis van de overweging dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, en dat de door de verzoeker aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechter daadwerkelijk vooringenomen was. De procedure van de verzoeker met parketnummer 16/652841-16 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.